Starttaal 2F: Thema 2 geld - hoofdstuk 1 lezen - entree 4

Thema 2 geld

Entree 4 - hoofdstuk 1 - lezen

Studiereader 2F deel A


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 geld

Entree 4 - hoofdstuk 1 - lezen

Studiereader 2F deel A


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les....
Hebben jullie in de studiereader (Studiemeter) gewerkt aan:

Theorie 1: Een tekst intensief lezen

Theorie 2: De indeling van een tekst

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is intensief lezen??

Slide 3 - Woordweb

Globaal:
Titel - inleiding - tussenkopjes - start en eind per alinea - slot - afbeeldingen.
(wat weet je zelf al?)

Intensief:
Elk onderdeel van de tekst.
Je denkt na over moeilijke woorden (vooruit/ terug lezen)
Je probeert te begrijpen wat er er staat door de 5W+H vragen te stellen.
Noem zoveel mogelijk
onderdelen van een tekst....

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Blz. 128

Bekijk het voorbeeld in 
je boek:

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

  • Aan het einde van deze les:

  1. Weten jullie wat een samenhang van een tekst is en uit welke onderdelen deze bestaat.
  2. Kunnen jullie signaalwoorden, signaalzinnen en tekstverbanden in een tekst herkennen en benoemen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenhang - lees theorie 4 samen
Signaalzinnen: 
  • Aanwijzing in een tekstdeel
  • Inleiding 
  • Begin van een alinea 

Signaalwoorden:
Maken duidelijk wat tekstdelen met elkaar te maken hebben of ze verwijzen naar iets wat eerder in de tekst is genoemd.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Samenhang en tekstverbanden
Bij een  sommige signaalwoorden is er een verband (relatie) met een ander stukje tekst. Dit noem een TEKSTVERBAND..

Je kunt dan in de tekst herkennen wat er is of gaat gebeuren of is gebeurd. Zo begrijp je waar de tekst over gaat.




Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke tekstverbanden zijn er?
  • Opsomming/ volgorde van tijd
Ik ging eerst naar de bakker, toen naar de slager en ik kocht brood, gebak en krentenbollen.

  • Tegenstelling
We mochten niet naar school, maar moesten wel thuis les volgen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke tekstverbanden zijn er?
  • Oorzaak - gevolg/ reden
Doordat we thuis moesten werken, was mijn motivatie weg. Dus ik deed niet veel...

  • Voorbeeld / voorwaarde
Thuis les volgen is heerlijk, mits hetrusig is in huis. Bijvoorbeeld, als mijn zusje buiten speelt.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke signaalwoorden horen erbij?
  • Opsomming/ volgorde van tijd
Ik ging eerst naar de bakker, toen naar de slager en ik kocht brood, gebak en krentenbollen. Tot slot ging ik naar de slager.

  • Tegenstelling
We mochten niet naar school, maar moesten wel thuis les volgen. Toch vond ik dit wel leuk.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke signaalwoorden horen erbij?
  • Oorzaak - gevolg/ reden
Doordat we thuis moesten werken, was mijn motivatie weg. Dus ik deed niet veel...

  • Voorbeeld / voorwaarde
Thuis les volgen is heerlijk, mits het rusig is in huis. Bijvoorbeeld, als mijn zusje buiten speelt.

blz. 132

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin af: Ik hou van pizza en

Slide 14 - Open vraag

Welk tekstverband is dit?
opsomming
Aan welk signaalwoord herken je dit?
en
Maak de zin af: Ik wil wel nieuwe kleding kopen, maar...

Slide 15 - Open vraag

Welk tekstverband is dit?
tegenstelling
 
Aan welk signaalwoord herken je dit?
maar
Maak de zin af: Het lijkt me niet saai, integendeel ...

Slide 16 - Open vraag

Welk tekstverband is dit?
tegenstelling
 
Aan welk signaalwoord herken je dit?
integendeel
Maak de zin af: We willen gaan surfen, dus ...

Slide 17 - Open vraag

Welk tekstverband is dit?
Reden
 
Aan welk signaalwoord herken je dit?
dus
Tegenstelling

Reden, verklaring
Maar

Toch
Daarentegen
Daarom

Want
Omdat

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opsomming
Oorzaak-gevolg
Daarnaast

Ook
Vervolgens
Doordat

Waardoor
Daardoor

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mijn band is lek, daarom ga ik met de bus naar school.
A
Opsomming
B
Oorzaak-gevolg
C
Tegenstelling
D
Reden, verklaring

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de dierentuin heb ik veel dieren gezien. Eerst zagen we flamingo's en daarna de pinguïns.
A
Opsomming
B
Oorzaak-gevolg
C
Tegenstelling
D
Reden, verklaring

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik eet veel groente, maar spruitjes vind ik niet lekker.
A
Opsomming
B
Oorzaak-gevolg
C
Tegenstelling
D
Reden

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mijn oom stond in de file, daardoor kwam hij te laat.
A
Opsomming
B
Oorzaak-gevolg
C
Tegenstelling
D
Reden, verklaring

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het hotel was geweldig. De bedden lagen heerlijk en we hadden mooi uitzicht.
A
Opsomming
B
Oorzaak-gevolg
C
Tegenstelling
D
Reden, verklaring

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ga naar de voorstelling, omdat ik de muziek geweldig vind.
A
Opsomming
B
Oorzaak-gevolg
C
Tegenstelling
D
Reden, verklaring

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
Studiemeter - Starttaal 2F - 2A Studiereader
- thema 2 - geld - hoofdstuk 1 - lezen
- theorie 3 Samenhang

Opdracht 4
Opdracht 5

Klaar = op inleveren klikken

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
Studiemeter - ViaStarttaal online
LET OP......
1F - stijl
voegwoorden 

Oefening 1 t/m 10

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie

Hoe is het gegaan?
Aan het einde van deze les:

  1. Weten jullie wat een samenhang van een tekst is en uit welke onderdelen deze bestaat. 
  2. Kunnen jullie signaalwoorden, signaalzinnen en tekstverbanden in een tekst herkennen en benoemen.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies