Thema 4 blok 1 'Natuurrampen' les 5 (Terugblik)
1 / 16
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe heet het hete vloeibare deel van de aarde?
A
De aardkern
B
De aardmantel
C
De aardkorst
D
De aardplaten
Slide 2 - Quizvraag
Hoe heet het deel bij de pijl in deze aardbol?
<--
A
binnenkern
B
buitenkern
C
aardmantel
D
aardkorst
Slide 3 - Quizvraag
Hoe heet is de magma in de aardmantel ongeveer?
A
maximaal 600 graden Celcius
B
maximaal 770 graden Celcius
C
maximaal 860 graden Celcius
D
Maximaal 1250 graden Celcius
Slide 4 - Quizvraag
Als bij een aardbeving deuren en schilderijen bewegen. Welke kracht op de schaal van Richter was er dan?
A
0, 1 of 2
B
3 of4
C
5 of 6
D
7, 8 of 9
Slide 5 - Quizvraag
Wanneer twee aardplaten tegen elkaar aanduwen ontstaan...
A
Meren
B
Gebergten
C
Vulkanen
D
Vlaktes
Slide 6 - Quizvraag
Aardbevingen veroorzaken vulkaanuitbarstingen
A
goed
B
fout
Slide 7 - Quizvraag
In Nederland komen geen zware aardbevingen voor
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aarbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aarbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aarbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het gevolg van deze beweging?
A
Alleen vulkanen
B
Gebergte en aarbevingen
C
Alleen aardbevingen
D
Vulkanen en aardbevingen
Slide 12 - Quizvraag
Welke zin is juist?
A
Aardbevingen ontstaan door het omvallen van platen
B
Aardbevingen vind je bij de randen van platen
C
De meeste doden vallen niet door de aardbevingen zelf, maar door de schade ervan
Slide 13 - Quizvraag
In Limburg ontstaan lichte aardbevingen door kleine scheuren in de aardkorst.
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Op de wereld komen elk jaar ......................... aardbevingen voor
A
tientallen
B
honderden
C
miljoenen
D
miljarden
