Politieke partijen + herhaling 2026

Politieke partijen + herhaling 2026
1 / 74
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 74 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Politieke partijen + herhaling 2026

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

HERHALING 

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekent politiek?
A
Politiek gaat over burgers met zoveel mogelijk macht
B
Politiek gaat over het inrichten van de samenleving
C
Politiek gaat over het winnen van de verkiezingen
D
Politiek gaat over de scheiding van de machten

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Welk kenmerk mist er?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Welke macht mist er?

Slide 10 - Open vraag

Tijdens verkiezingen stemmen we op....
A
Ministers
B
Volksvertegenwoordigers

Slide 11 - Quizvraag

De winnende partijen kiezen na de verkiezingen.....
A
Ministers (eindbazen van bepaalde thema's)
B
Volksvertegenwoordigers

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Noem een kenmerk van een politieke partij!

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Economische gelijkheid is belangrijk! kansarme mensen moeten we helpen!
A
Links
B
Rechts

Slide 23 - Quizvraag

Er moet minder belastinggeld naar het klimaat
A
Links
B
Rechts

Slide 24 - Quizvraag

De overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met het verdelen van geld. Iedereen is zelf verantwoordelijk!
A
Links
B
Rechts

Slide 25 - Quizvraag

Mensen die een strafbaar feit hebben gepleegd moeten zware straffen krijgen!
A
Progressief
B
Conservatief

Slide 26 - Quizvraag

Nederland moet zo min mogelijk migranten binnen laten
A
Progressief
B
Conservatief

Slide 27 - Quizvraag

Vrouwen en mannen moeten gelijke rechten hebben.
A
Progressief
B
Conservatief

Slide 28 - Quizvraag

De man moet full-time werken en een vrouw part-time
A
Progressief
B
Conservatief

Slide 29 - Quizvraag

Maak les 3 in je hulpboekje 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

HERHALING 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Wat betekent politiek?
A
Politiek gaat over burgers met zoveel mogelijk macht
B
Politiek gaat over het inrichten van de samenleving
C
Politiek gaat over het winnen van de verkiezingen
D
Politiek gaat over de scheiding van de machten

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Partijen die vrijheid willen geven aan grote winstgevende bedrijven zijn...
A
Links
B
Rechts

Slide 38 - Quizvraag

Partijen die veel belastinggeld willen investeren in oplossingen voor klimaatverandering zijn....
A
Links
B
Rechts

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Tekstslide

Zo'n land als Nederland noem je een.....

Slide 41 - Open vraag

Noem de vier kenmerken van de rechtsstaat (dus waaraan herken je dat een land een rechtsstaat is?)

Slide 42 - Open vraag

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Noem twee grondrechten

Slide 45 - Open vraag

Leg uit wat de scheiding van de machten betekent

Slide 46 - Open vraag

Slide 47 - Tekstslide

Rechters oordelen of burgers en politici zich aan de wet houden
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht

Slide 48 - Quizvraag

De volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer stemmen over wetten. 76 stemmen zijn er nodig voor een wet.
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht

Slide 49 - Quizvraag

Rechters zijn net als scheidsrechters: ze mogen nooit worden beïnvloed door de politiek!
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht

Slide 50 - Quizvraag

Slide 51 - Tekstslide

Oefentoets maken!
timer
20:00

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Tekstslide

Slide 55 - Tekstslide

Vraag:

1. Welk grondrecht wordt hier geschonden?
2. Aan welk kenmerk van de rechtsstaat houdt de werkgever zich niet?

Slide 56 - Open vraag

Slide 57 - Tekstslide

Slide 58 - Video

Slide 59 - Tekstslide

Welke grondrecht is volgens jou heel belangrijk en waarom?

Slide 60 - Open vraag

Slide 61 - Tekstslide

Slide 62 - Tekstslide

Slide 63 - Tekstslide

De volksvertegenwoordigers stemmen over een wet van de minister. Er zijn 76 stemmen nodig!
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht

Slide 64 - Quizvraag

De minister van onderwijs presenteert een nieuwe wet voor een telefoon verbod. De minister en ambtenaren gaan het daarna uitvoeren.
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht

Slide 65 - Quizvraag

De rechterlijke macht mag bepalen of mensen en politici zich houden aan de wet
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht

Slide 66 - Quizvraag

Slide 67 - Tekstslide

Slide 68 - Video

Slide 69 - Tekstslide

Wat betekent een democratie?

Slide 70 - Open vraag

Slide 71 - Tekstslide

Leg uit wat een parlementaire democratie betekent!

Slide 72 - Open vraag

De oefentoets in stilte maken! Daarna samen nakijken!
timer
20:00

Slide 73 - Tekstslide

De minister van financiën voert samen zijn ambtenaren de wet uit
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht

Slide 74 - Quizvraag