Kapitel 2 Lektion 5 de a-ä regel

Guten Tag!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Guten Tag!

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?

Slide 2 - Tekstslide

a / ä - Wechsel

Slide 3 - Tekstslide

Doelen:

de regels omtrent a /ä- Wechsel kunnen en kennen:
bij: DU en  ER/SIE/ES
verandert de a in ä

verder weet je dat de werkwoorden net zo vervoegd worden als regelmatige werkwoorden


Slide 4 - Tekstslide

ich
du
er/ sie/ es
wir
ihr
Sie/ sie
kauf
kauf
kauf
kauf
kauf
kauf
Hoe zat het ook alweer?
timer
0:30
e
st
t
en
en
t

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

Ich schlafe gerne im Morgen. Wann _______ ihr gern?
timer
0:15

Slide 7 - Open vraag

Du __________ (lassen) nicht doch nicht alles tun?
timer
0:15

Slide 8 - Open vraag

Sie__________ (anfangen) immer ganz früh _____.
timer
0:15

Slide 9 - Open vraag

Peter ________ (waschen) sich 20 Sekunden die Hände.
timer
0:15

Slide 10 - Open vraag

Der Schiedsrichter (laufen) __________ schnell weg.
timer
0:15

Slide 11 - Open vraag

Ich finde, dass Petra schlecht
(wachsen =groeien) __________ .
timer
0:15

Slide 12 - Open vraag

Wat klopt niet? Tragst du deine Tasche nicht?
timer
0:15

Slide 13 - Open vraag

Wat klopt niet? Ich lasst mein Fahrrad zu Hause.
timer
0:15

Slide 14 - Open vraag

Wat klopt niet? Grabt er das Grab?
timer
0:15

Slide 15 - Open vraag

Wat klopt niet? ich läufe im Winter Ski.
timer
0:15

Slide 16 - Open vraag

TNieuw: 
In het Nederlands en in het Duits zijn er werkwoorden die je kunt splitsen:
omkeren = ik keer om 
voorlezen = wij lezen voor 
Die bestaan in het Duits natuurlijk ook. 

beginnen = anfangen 
vertrekken = abfahren 
toenemen = zunehmen 
voorlezen = vorlesen 

Slide 17 - Tekstslide

De woorden met een a in de stam en hebben dus 
een a-ä wissel. 

Bij splitsbare werkwoorden geldt dus ook de wisselregel. 

Voorbeelden : 
anfangen a in de stam , dus bij du en er/sie/es komt er een umlaut op 

Die Show fängt um 9 Uhr an.  

Slide 18 - Tekstslide

Nog een voorbeeld:



Slide 19 - Tekstslide

Doelen gehaald?

Ken je de regels omtrent a /ä- Wechsel?
bij: DU en ER/SIE/ES
verandert de a in ä


Verder weet je dat deze sterke werkwoorden in de o.t.t. net zo vervoegd worden als regelmatige werkwoorden


Slide 20 - Tekstslide

Was hast du heute gelernt?

Slide 21 - Woordweb