H3 par 3.5 MH Weer in Nederland 2020

Het weer en de weersverwachting
Een weer-app is handig om te kijken of je de bui even op school afwacht. Met de buienradar weet je tenminste waar je aan toe bent. Niet alleen jij, maar ook anderen hebben belang bij een betrouwbare weersverwachting. Meteorologen, dat zijn weerkundigen, maken een weersverwachting voor een aantal dagen. Handig, want veel mensen zijn voor hun beroep afhankelijk van het weer. Alle informatie van weerstations, weerballonnen, satellieten, radars, weerschepen en gegevens uit andere delen van de wereld worden bij het KNMI in De Bilt met computers verzameld (bron 27). Daarmee wordt het weerbericht gemaakt. Neerslag, temperatuur en wind zijn de weerselementen die altijd in het weerbericht worden genoemd.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Het weer en de weersverwachting
Een weer-app is handig om te kijken of je de bui even op school afwacht. Met de buienradar weet je tenminste waar je aan toe bent. Niet alleen jij, maar ook anderen hebben belang bij een betrouwbare weersverwachting. Meteorologen, dat zijn weerkundigen, maken een weersverwachting voor een aantal dagen. Handig, want veel mensen zijn voor hun beroep afhankelijk van het weer. Alle informatie van weerstations, weerballonnen, satellieten, radars, weerschepen en gegevens uit andere delen van de wereld worden bij het KNMI in De Bilt met computers verzameld (bron 27). Daarmee wordt het weerbericht gemaakt. Neerslag, temperatuur en wind zijn de weerselementen die altijd in het weerbericht worden genoemd.

Slide 1 - Tekstslide

Hoe heet een weerkundige ook wel? Zorg dat de spelling juist is!
timer
0:30

Slide 2 - Open vraag

Welk onderdeel hoort niet bij de weersverwachting?
A
neerslag
B
wind
C
temperatuur
D
seizoen

Slide 3 - Quizvraag

Niet meer dan 6
timer
1:00
Noteer de 6 bronnen waar
de meteorologen hun
informatie vandaan halen.

Slide 4 - Woordweb

2) Verschillen in het weer

binnen Nederland
Temperatuur

Slide 5 - Tekstslide

Wat is juist over de temperatuur in Nederland?
A
in het zuiden is het warmer
B
in het oosten is het in de zomer kouder
C
in het westen is het in de winter kouder
D
in het noorden is het warmer

Slide 6 - Quizvraag

NEERSLAG
In gebieden die wat hoger liggen, zoals de Veluwe en Zuid-Limburg, valt de meeste neerslag (900 mm). 

Ook in de grote steden valt meer neerslag. Door de warmte in zo’n stad stijgt de lucht en ontstaat er neerslag. De minste neerslag valt in Zeeland (700 mm).

Slide 7 - Tekstslide

Waar valt meer neerslag?
A
in Zeeland,dicht bij de zee
B
in dorpen waar het warm is
C
op de Veluwe en Limburg want het ligt hoger
D
in steden omdat het er kouder is

Slide 8 - Quizvraag

De wind
De wind waait in ons land vooral vanuit het westen. De hoogste windsnelheid wordt gemeten aan de kust. De westenwinden nemen naar het oosten in kracht af.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is waar over de wind in Nederland?
A
het vaakst is er een aflandige wind
B
het vaakst is er een aanlandige wind
C
de wind blaast meestal naar de zee
D
de wind komt meestal uit het noorden

Slide 10 - Quizvraag

Fijn of niet fijn?
 In ons gematigd zeeklimaat zijn de temperaturen niet erg hoog of erg laag en de neerslag valt het hele jaar door. Dat is gunstig voor de landbouw. Wind en regen zorgen ervoor dat allerlei vuiligheid wegwaait of wegspoelt. Bij windstil weer blijven de uitlaatgassen van auto’s en fabrieken hangen en ontstaat er smog. Dat is dikke mist met veel smerige stoffen.

Slide 11 - Tekstslide

Waarvoor is ons klimaat gunstig?
Meerdere redenen kunnen goed zijn
A
landbouw
B
strandtenten
C
wegwaaien van smog
D
kamperen

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

nu: 3.5 chromebook/werkboek maken op paper
huiswerk voor woe 27 mei- mindmap maken 
MET audio, zie SOM voor volgende week = al gedaan!!
huiswerk voor woe 3 juni
- 3.5 chromebook en vast leren voor de toets (herhalen 3.4)

 huiswerk voor 10 juni
- toetsje 3.4 en 3.5

Slide 14 - Tekstslide