WISK X HOOFDSTUK 5 Meetkunde 2 - Les 5.2 Rekenen met lengte

• NT2
• Secundair onderwijs

WISK - X

Hoofdstuk 1

HOOFDSTUK 5 

Meetkunde 2

LES 5.2

Rekenen met lengte

Uitleg tekens in je boek

• Nieuwe woorden.  
• Oefening met de klas.
•  Nazeggen.
•  Leren. 
• Invuloefening/trek een lijn
• Kleuren. 
• Oefening met een vraag. 
• Oefening met zoeken. 
• Oefening waarbij met een liniaal getekend wordt.
•  Oefening waarbij de rekenmachine gebruikt wordt. 
• Spel. 

Nazeggen

De docent spreekt de nieuwe woorden uit zeg na.

• kilometer
• hectometer
• decameter
• meter
• decimeter
• centimeter
• milimeter

Bespreek met de klas

Besprek met de klas

Hoe groot is een centimeter?

Hoe groot is een millimeter?

Hoeveel millimeters passen er in een centimeter?

Hoe groot is een meter?

Hoe lang is het lokaal (in meters)?

Hoe breed is het lokaal (in meters)/

Hoe lang is jouw wiskunde docent ongeveer?

Hoe hoog is het lokaal ongeveer?

Hoe hoog is de school ongeveer?

Hoe lang is een auto?

Hoe groot is een kilometer?

Hoeveel kilometer is het vanaf jouw huis naar school?

Is een pen ongeveer 1cm, 1 dm of 1m lang?

Is een voetbal veld 1dam, 1hm of 1km lang?

Nieuwe woorden. Schrijf de woorden in jouw taal.

Nederlands

mijn taal

lengte

Nieuwe woorden. Schrijf de woorden in jouw taal.

Nederlands

mijn taal

breedte

Nieuwe woorden. Schrijf de woorden in jouw taal.

Nederlands

mijn taal

hoogte

Nieuwe woorden. Schrijf de woorden in jouw taal.

Nederlands

mijn taal

afstand

Nieuwe woorden. Schrijf de woorden in jouw taal.

Nederlands

mijn taal

diepte

Nazeggen

De docent spreekt de nieuwe woorden uit zeg na.

• lengte
• breedte
• hoogte
• afstand
• diepte

Lees de zin.
Schrijf de grootheden en eenheden uit de zin op.
De Noordzee heeft een diepte van ongeveer 94 meter.
Type ??? = grootheid
Type ??? = eenheid

Lees de zin.
Schrijf de grootheden en eenheden uit de zin op.
In de Noordzee zijn veel leidingen aangelegd.
Type ??? = grootheid
Type ??? = eenheid

Lees de zin.
Schrijf de grootheden en eenheden uit de zin op.
De leidingen hebben een totale lengte van 2.500 km.
Type ??? = grootheid
Type ??? = eenheid

Lees de zin.
Schrijf de grootheden en eenheden uit de zin op.
Er liggen ook veel kabels op de bodem van de Noordzee.
Type ??? = grootheid
Type ??? = eenheid

Lees de zin.
Schrijf de grootheden en eenheden uit de zin op.
De kabels hebben een lengte 3000km.
Type ??? = grootheid
Type ??? = eenheid

Lees de zin.
Schrijf de grootheden en eenheden uit de zin op.
De temperatuur van het water in de Noordzee is in de winter ongeveer 1 ℃ en in de zomer ongeveer 18 ℃
Type ??? = grootheid
Type ??? = eenheid

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

Een pasgeboren baby is ongeveer 50 ............. lang.

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

Een huis is ongeveer 8 ............. hoog.

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

De afstand tussen Leeuwarden en Groningen is ongeveer 65 ...................

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

De diepte van een zwembad is ongeveer 2,5 ..................

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

Een boom is ongeveer 12 .............hoog

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

Mijn hand is ongeveer 17 .............. lang

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

De breedte van een auto is ongeveer 180 .......................

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

Een vliegtuig vliegt op 10 ...................hoogte

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

De diepte van de Noordzee is ongeveer 94 ...................

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

Een decameter is het zelfde als 10

Vul in. Kies uit: kilometer/decameter/meter/centimeter

Een vlieg is ongeveer 8 ............lang

Bereken de omtrek van het figuur.
Kijk goed welke eenheid gebruikt wordt.

Bereken de omtrek van het figuur.
Kijk goed welke eenheid gebruikt wordt.

Taak Les 5.2 Reken met lengte

• Maak de taken van Blz. 165 tot en met blz. 167
• Doe dit in stilte (stoplicht)

• Heb je de taken niet af dan is het huiswerk
  
• Als je de taken af hebt laat je dit aftekenen/zien.

                 Sleep van groot naar klein

1 dam

1 cm

1 m

1 km

1 dm

1 hm

2mm

Extr

Einde les

Extr

Uitleg tekens in je boek

• Nieuwe woorden.  
• Oefening met de klas.
•  Nazeggen.
•  Leren. 
• Invuloefening/trek een lijn
• Kleuren. 
• Oefening met een vraag. 
• Oefening met zoeken. 
• Oefening waarbij met een liniaal getekend wordt.
•  Oefening waarbij de rekenmachine gebruikt wordt. 
• Spel.