2mh B2 Ingeademde en uitgeademde lucht

D2ATh3: Verbranding en ademhaling
 B2: Ingeademde en uitgeademde lucht
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

D2ATh3: Verbranding en ademhaling
 B2: Ingeademde en uitgeademde lucht
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel


Je leert wat de verschillen zijn tussen 
                                   ingeademde- en uitgeademde lucht
 



Slide 2 - Tekstslide

Opdrachten (huiswerk)
Handboek:   Lezen blz. 85 en 86
                          Noteer de gekleurde woorden in je schrift.

Werkboek blz. 100 t/m 103

Maak opdracht: 8 t/m 11

Slide 3 - Tekstslide

Lucht

Slide 4 - Woordweb

Lucht wat zit erin?
De lucht in je longen wordt constant ververst door steeds 
in- en uit te ademen. In de lucht zit vooral stikstof en zuurstof, maar ook een klein beetje koolstofdioxide. 
De gassen zie en ruik je niet. 
Je kunt ze wel voelen als je bijvoorbeeld uitademt.

In de lucht zit ook waterdamp, dit is water in de vorm van gas. 
Als er weinig waterdamp in de lucht zit, is het droge lucht. Als er veel waterdamp in de lucht zit, is het vochtige lucht. 

De hoeveelheid waterdamp in de lucht noem je de luchtvochtigheid.

Slide 5 - Tekstslide

Zuurstof en koolstofdioxide

Bij het inademen gaat zuurstof naar je longen en daarna in het bloed. 

Het bloed vervoert de zuurstof naar alle cellen in je lichaam. 

In elke cel vindt verbranding plaats en komt koolstofdioxide en water vrij. De cellen geven de koolstofdioxide af aan het bloed en het bloed vervoert dit naar de longen. 

In de longen gaat de koolstofdioxide weer naar de lucht omdat je uitademt.
Ademhaling
'Buikademhaling'
d.m.v. de beweging van het middenrif.

Slide 6 - Tekstslide

Waterdamp en temperatuur
In uitgeademde lucht zit meer waterdamp dan ingeademde lucht. 

Dat betekent dat uitgeademde lucht een hogere luchtvochtigheid heeft. 

Als je uitademt tegen een koud raam, koelt de warmte de vochtige lucht af op het raam en verandert de waterdamp in waterdruppeltjes. 
Je ziet dan op het raam condens ontstaan.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is waterdamp?

Slide 8 - Open vraag


Als je uitademt tegen een koude ruit, ontstaat er ...1...

Uitgeademde lucht bevat ...2... dan ingeademde lucht

A
1. warmte 2. condens
B
1. condens 2. waterdamp
C
1. waterdamp 2. condens
D
1. condens 2. zuurstof

Slide 9 - Quizvraag

Emily zegt:
Ingeademde lucht is kouder dan uitgeademde lucht.

Joey zegt:
Er zit meer zuurstof in ingeademde lucht dan uitgeademde lucht

A
beide waar
B
beide nietwaar
C
Emily: waar Joey: nietwaar
D
Emily: nietwaar Joey: waar

Slide 10 - Quizvraag

Max zegt:
Bij de verbranding in de lichaamscellen komt koolstofdioxide vrij

Anne zegt:
Het lichaam gebruikt een deel van de stikstof die in de lucht zit

A
beide waar
B
beide nietwaar
C
Max: waar Anne: nietwaar
D
Max: nietwaar Anne: waar

Slide 11 - Quizvraag

In ingeademde lucht zit zuurstof.
Na de ademhaling in-en-uit is alle zuurstof verbruikt.
Er zit geen zuurstof in uitgeademde lucht.
A
waar
B
nietwaar
C
dat ligt aan hoe diep je inademt
D
dat ligt aan bijv. of je sport of niet

Slide 12 - Quizvraag


Wat is waar
A
dit is een diagram van ingeademde lucht
B
dit is een diagram van uitgeademde lucht
C
dit is geen diagram van in- of uitgeademde lucht
D
'ik krijg het Spaans benauwd'

Slide 13 - Quizvraag


Wat is waar
A
dit is een diagram van ingeademde lucht
B
dit is een diagram van uitgeademde lucht
C
dit is geen diagram van in- of uitgeademde lucht
D
'ik krijg het Spaans benauwd'

Slide 14 - Quizvraag


Wat is waar
A
dit is een diagram van ingeademde lucht
B
dit is een diagram van uitgeademde lucht
C
dit is geen diagram van in- of uitgeademde lucht
D
'ik krijg het Spaans benauwd'

Slide 15 - Quizvraag


1 Bij verbranding in het lichaam ontstaat water.

2 Ingeademde lucht bevat minder water dan
uitgeademde lucht.



A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1: waar 2: nietwaar
D
1: nietwaar 2: waar

Slide 16 - Quizvraag


1 Bij hoge luchtvochtigheid is de lucht droog

2 De hoeveelheid zuurstof bepaalt de hoogte van de
luchtvochtigheid in de lucht



A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1: waar 2: nietwaar
D
1: nietwaar 2: waar

Slide 17 - Quizvraag

Je loopt met je schaatsen naar de ijsbaan.

1 Ingeademde lucht is kouder dan uitgeademde lucht.
2 De lichaamstemperatuur is hoger dan de
omgevingstemperatuur.


A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1: waar 2: nietwaar
D
1: nietwaar 2: waar

Slide 18 - Quizvraag



Condens zijn waterdruppeltjes die ontstaan na

A
inademen
B
sporten
C
uitademen
D
een proefwerk maken

Slide 19 - Quizvraag


1 Op een droge dag geef je meer water af via je adem dan op
een vochtige dag.

2 Stikstof en zuurstof vormen samen 87% van de lucht.

A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1: waar 2: nietwaar
D
1: nietwaar 2: waar

Slide 20 - Quizvraag

Wat is luchtvochtigheid?

Slide 21 - Open vraag

Hoe komt het dat er in uitgeademde lucht minder zuurstof zit dan ingeademde lucht?

Slide 22 - Open vraag

Ingeademde lucht: zuurstof, kooldioxide, stikstof

Slide 23 - Open vraag

Leerdoel


Je weet en kunt uitleggen wat de verschillen zijn tussen ingeademde- en uitgeademde lucht.
 



Slide 24 - Tekstslide

ingeademde lucht

Slide 25 - Woordweb

uitgeademde lucht

Slide 26 - Woordweb

Wat vind je nog lastig van dit thema?
Hoe ga je dat aanpakken?

Slide 27 - Woordweb