28za 13 maart menstruatie, zwangerschap, bevalling, pasgeborene

Menstruatie, zwangerschap, bevalling, pasgeborene



VPA28ZA 13 maart 
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Menstruatie, zwangerschap, bevalling, pasgeborene



VPA28ZA 13 maart 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
- Menstruatiestoornissen
- Prematuriteit
- Normale bevalling (o.a. hormonen, verweken, verstrijken, ontsluiten, spildraaien)
- Afwijkende bevalling (o.a. liggingsafwijkingen, vacuum-/tangverlossing, keizersnee)
- Knip en scheur
- Medicatie en/of drugs (incl roken en alcohol) tijdens zwangerschap

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van
uitblijven van
menstruatie

Slide 4 - Woordweb

Oorzaken hypothalame amenorroe zijn veel sporten, laag lichaamsgewicht, anorexia en stress.
Amenorroe/ oligomenorroe
- Primaire amenorroe: uitblijven van menarche tot na de 16e verjaardag

- Secundaire amenorroe: ≥ 6 maanden uitblijven van (eerder wel aanwezige) menstruatie
- Oligomenorroe: interval tussen menstruaties > 35 dagen en < 6 maanden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Amenorroe; oorzaken
Uterien
- zwangerschap: zie NHG-Standaard Zwangerschap en kraamperiode
- amenorroe na operatie aan de uterus of cervix
Ovarieel
- fysiologische amenorroe of oligomenorroe de 1e jaren na de menarche
- fysiologische amenorroe of oligomenorroe in de jaren voorafgaand aan de menopauze
- vroegtijdige overgang
- androgeenproducerende tumor in de bijnier of het ovarium
Hypothalaam/hypofysair
- lactatie of  hyperprolactinemie
- intensief sporten, ondergewicht/ sterke gewichtsdaling, stress
Medicamenteus
- hormonale anticonceptie of medicatie, zoals antipsychotica of antidepressiva (zie Details). 
- na stoppen van hormonale anticonceptie, zoals de hormoonspiraal of prikpil.

Slide 6 - Tekstslide

na curettage door intra-uteriene adhesies (ashermansyndroom) of cervixstenose

Bij vrouwen < 40 jaar met een verhoogd FSH (> 20 IE/L) in combinatie met een verlaagd serumoestradiol (< 100 pmol/l) is er waarschijnlijk sprake van een vroegtijdige overgang.

POS: bij amenorroe of oligomenorroe, hyperandrogenisme (zich uitend in hirsutisme, acne of androgene alopecia) en echoscopisch polycysteuze ovaria (minimaal 2 van de 3 kenmerken)

tumor: bij hirsutisme die in relatief korte tijd is ontstaan en andere virilisatieverschijnselen

Een verhoogd prolactinegehalte bij dubbelzijdige galactorroe kan wijzen op een prolactinoom. Galactorroe kan ook het gevolg zijn van het gebruik van geneesmiddelen of stimulatie van borsten of tepels. Gezichtsvelduitval en/of hoofdpijn kunnen wijzen op een macroprolactinoom
Andere vormen of
oorzaken van
menstruatiestoornissen

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een kind is prematuur bij geboorte voor de ..... weken zwangerschap
A
32
B
34
C
37
D
39

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf 34 weken zwangerschap zijn normaal gesproken alle organen ontwikkeld.
Welk orgaan is als laatst klaar voor zijn functie buiten de baarmoeder?
A
Hart
B
Longen
C
Lever
D
Nieren

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als alle organen bij 34 weken 'af' zijn, waarom is een kind bij 36 weken nog prematuur?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen en getallen
Grens levensvatbaarheid: >24 weken (verschuift)
Immatuur: <28 weken
Prematuur: <37 weken
a-terme: 37-42 weken
serotien: >42 weken

dysmatuur: te klein voor de zwangerschapsduur

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Immatuur/ prematuur
Kwetsbare orgaansystemen zijn:
- Ademhaling
- Hart-vaatstelsel
- Spijsvertering
- Zenuwstelsel
- Endocrien en exocrien systeem
- Immuunsysteem

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Longen
Longonrijpheid / IRDS
- Tekort aan ‘surfactant’, dat de oppervlaktespanning in de alveoli verlaagt en daarmee ademhaling makkelijker maakt.

Gevolgen / symptomen:
- Moeizame ademhaling (intrekkingen, neusvleugelen, tachypneu, kreunen, apneus)
- Verstoorde gaswisseling (verhoogd CO2, verlaagd O2 in het bloed).

Behandeling:
- Toedienen extra zuurstof; ondersteunen of eventueel overnemen van ademhaling. 
- Bij grote zuurstofbehoefte: surfactant toedienen in de longen.


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hart-vaat
Hypotensie, door onrijpe bijnieren (weinig noradrenaline) of infectie (septische shock)

Open ductus Botalli / ductus arteriosus; zie volgende dia





Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hart-vaat










Foramen sluit normaal vrijwel direct na geboorte, ductus binnen enkele uren (evt. dagen)





Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Temperatuurregulatie en vochthuishouding

- Bruin vet bij het kind genereert lichaamswarmte; gebrek hieraan (prematuur, dymatuur kind) vergroot kans op hypothermie.
- Prematuur / dysmatuur heeft relatief groot lichaamsoppervlak (warmte-verlies) en weinig spiermassa (warmte-productie).
- Dunnere huid van prematuur zorgt zowel voor warmte- als vochtverlies.
- Doordat nieren urine nog niet goed kunnen concentreren is kans op dehydratie verhoogd.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onrijp maag-darmkanaal

- Slecht / niet verdragen van voeding (kokhalzen / braken, niet willen drinken, maagretentie, bolle buik).
- Vertraagde darmpassage (meconiumproductie komt traag op gang, maagretentie, bolle buik).
- Verhoogd risico gastro-enteritis (braken, diarree, opgezette buik).
- Verhoogd risico op necrotiserende enterocolitis (ernstige 
ontsteking van de darmen, door combinatie van factoren (micro-organismen, darmonrijpheid, doorbloedingsproblemen). 
    

Slide 20 - Tekstslide

1: Geleidelijk ophogen van orale voeding om maagdarmsysteem te laten ‘wennen’; i.v. bijvoeding.
Zenuwstelsel

Beschadigingen van het zenuwstelsel (hersenen, ruggenmerg, zenuwen) herstellen (vrijwel) niet.

Hersenbloedingen komen vaak voor bij ernstig prematuren/ immaturen, door combinatie van bloeddrukschommeling en kwetsbare bloedvaten.


    

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Endocrien en exocrien systeem

Hypoglycemie
Prematuren hebben verhoogde glucose-behoefte en minder opgeslagen glycogeen.

Hyperbilirubinemie
Onrijpe lever i.c.m. verhoogd aanbod zorgt voor stapeling bilirubine in het bloed --> icterus

- Fysiologische icterus (= normaal): vanaf 2e dag postnataal, toenemend tot 4e dag, daarna verdwijnend; kan bij borstvoeding wat langer aanhouden.

- Pathologische icterus (=abnormaal): te snel, te geel en/of te lang.
Oorzaken: bloedgroepantagonisme (bijv. resusantagonisme), prematuriteit.
Gevaar van kernicterus; bilirubine dringt hersenweefsel binnen --> gevaar overlijden of blijvende schade



    

Slide 22 - Tekstslide

hyperbilirubinemie symptomen: Symptomen: eerst suf en slecht drinken, later prikkelbaarheid en hypertonie (bij zeer ernstige  hypertonie ‘kromtrekken rug’)

Gevaar van kernicterus; bilirubine dringt hersenweefsel binnen --> stapeling in basale kernen --> gevaar overlijden of blijvende schade (spasticiteit, leerstoornissen, visusstoornissen, doofheid).
Immuunsysteem

Bij pasgeborene werkt eigen specifieke afweer nog traag; het kind heeft nog geen geheugencellen.
In derde trimester zwangerschap krijgt kind via placenta antistoffen van moeder, die het de eerste weken/ maanden beschermen. Bij prematuren dus minder overdracht van deze stoffen.
Ook via moedermelk overdracht van antistoffen.

Door voeding wordt groei darmflora (darmbacteriën) bevorderd, hetgeen beschermt tegen infecties en allergieën. Bij voedingsproblemen (prematuren) verloopt dit vertraagd.

Vaccineren zorgt voor opbouw specifieke afweer tegen potentieel gevaarlijke infecties. Eerste vaccinatie 6-9 wk postnataal.

Slide 23 - Tekstslide

hyperbilirubinemie symptomen: Symptomen: eerst suf en slecht drinken, later prikkelbaarheid en hypertonie (bij zeer ernstige  hypertonie ‘kromtrekken rug’)

Gevaar van kernicterus; bilirubine dringt hersenweefsel binnen --> stapeling in basale kernen --> gevaar overlijden of blijvende schade (spasticiteit, leerstoornissen, visusstoornissen, doofheid).
De bevalling
Onderwerpen
- Verstrijken, verweken en ontsluiten van de baarmoedermond.
- Waarom komt de bevalling meestal 's nachts op gang en waarom worden de weeën vaak minder bij stress? (= hormonale invloed op bevalling)
- Normale ligging en liggingsafwijkingen.
- Spildraaien
- Bevalling met vacuümpomp of forceps (=verlostang)
- Sectio (=keizersnee)
- .......[iets anders].......

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verweken, verstrijken, ontsluiten

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ligging van het kind
Hoofdligging (achterhoofdsligging, kruinligging, voorhoofdsligging, 
                                                                                                       aangezichtsligging)
Stuitligging (volkomen, half volkomen, onvolkomen, voetligging).

Dwarsligging

Ideale ligging: achterhoofdsligging. Bij een dwarsligging is een vaginale bevalling niet mogelijk. Ook bij voorhoofdsligging of aangezichtsligging vaak sectio (= keizersnede).

Bij een stuitligging bestaat het gevaar van beklemming van het hoofd in het benige baringskanaal en van asfyxie (= zuustoftekort) door het uitzakken van de navelstreng.



Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunstverlossing; overeenkomsten
Doel: partus bespoedigen, bijv. vanwege…
- verslechtering van de conditie van de foetus
- niet mogen persen door moeder (bijv. vanwege hartproblemen)
- niet (kunnen) vorderen van de partus, door bijv….
- vermoeidheid en/of weeënzwakte moeder
- afwijkende ligging van het kind

Mogelijk gevoel van falen bij moeder:
- Moeder kan gevoel hebben dat zij en/ of haar lichaam tekort schiet(en).


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunstverlossing; verschillen
Sectio versus forceps / vacuum
- Vaginale/ niet vaginale bevalling: De ‘wond’ zit op een andere plek
- Vereiste indaling: Forceps en/ of vacuüm alleen als hoofd al wel vrij diep zit.
- Gepland/ niet-gepland: Een sectio wordt soms ook gepland uitgevoerd (= primaire sectio)
- Bij te nauw benig baringkanaal (of te groot kind) zijn vacuümextractie en forcipale extractie niet mogelijk. 
- Beleving partus door de vrouw: Bij vacuum en forceps brengt vrouw zelf kind ter wereld. Bij sectio onder algehele anesthesie maakt vrouw geboorte niet eens mee (daarom meestal sectio met ruggenprik).
- (Operatie)risico’s en minimale opnameduur: Een sectio is een openbuikoperatie met alle bijbehorende complicatie-risico’s. 
Forceps- versus vacuümextractie
- Keuze afhankelijk van ligging kind en zwangerschapsduur . 
- Snelheid: Een forceps is sneller aan te brengen en ook het trekken gaat sneller, voorkeur bij foetale nood. 
Sectio versus forceps versus vacuüm
Gevolgen voor kind: Bij een forceps afdrukken/ blauwe plekken en pijn aan de zijkant van het hoofd, bij vacuümextractie vochtophoping onder de huid op het hoofd en pijn. Bij sectio vaker problemen met vocht in de luchtwegen/ longen.

Slide 29 - Tekstslide

Sectio versus forceps / vacuum
Vaginale/ niet vaginale bevalling: De ‘wond’ zit op een andere plek
Vereiste indaling: Sectio alleen wanneer het kind nog niet te ver is ingedaald. Forceps en/ of vacuüm alleen als hoofd al wel vrij diep zit.
Gepland/ niet-gepland: Een sectio wordt soms ook gepland uitgevoerd (= primaire sectio)
Beperkingen van forceps en vacuüm: Bij te nauw benig baringkanaal (of te groot kind) zijn vacuümextractie en forcipale extractie niet mogelijk. Geldt ook als er geen VO is.
Beleving partus door de vrouw: Bij vacuum en forceps brengt vrouw zelf kind ter wereld. Bij sectio onder algehele anesthesie maakt vrouw geboorte niet eens mee (daarom meestal sectio met ruggenprik).
(Operatie)risico’s en minimale opnameduur: Een sectio is een openbuikoperatie met alle bijbehorende complicatie-risico’s. Vrouw moet bij sectio ook langer in ziekenhuis verblijven.  
Forceps- versus vacuümextractie
Keuze afhankelijk van ligging kind en zwangerschapsduur: Bij onduidelijke stand van het hoofd en minder diepe indaling liever vacuümextractie. Bij korte zwangerschapsduur, aangezichtsligging of stagnerend hoofd bij stuitligging forceps.
Snelheid: Een forceps is sneller aan te brengen en ook het trekken gaat sneller, voorkeur bij foetale nood. 
Keuze afhankelijk van voorkeur arts: Keuze tussen forceps of vacuümextractie hangt voor een groot deel af van de ervaringen die de gynaecoloog of assistent met de betreffende techniek heeft.
Sectio versus forceps versus vacuüm
Gevolgen voor kind: Bij een forceps mogelijk afdrukken/ blauwe plekken aan de zijkant van het hoofd, bij vacuümextractie heeft het kind een vochtophoping onder de huid op het hoofd (een bult). Tevens op die plekken pijn (hoofdpijn / aangezichtspijn). Bij sectio vaker problemen met vocht in de luchtwegen/ longen.

Kunstverlossing





                                                                                                                                          Vacuum: Rond 2.00 kind direct postpartum






Video forcipale extractie                                                                                                      gentle sectio


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bevalling

vanaf 9.45

Slide 31 - Tekstslide

hyperbilirubinemie symptomen: Symptomen: eerst suf en slecht drinken, later prikkelbaarheid en hypertonie (bij zeer ernstige  hypertonie ‘kromtrekken rug’)

Gevaar van kernicterus; bilirubine dringt hersenweefsel binnen --> stapeling in basale kernen --> gevaar overlijden of blijvende schade (spasticiteit, leerstoornissen, visusstoornissen, doofheid).
Epi(siotomie)
Door te snelle en/ of te grote rek op de weefsels kan er een scheur (= ruptuur) ontstaan in de vagina, schaamlippen en/ of perineum.

Wanneer een scheur via het perineum doorloopt tot de kringspier van de anus (= totaalruptuur), kan dit soms tot continentie-problemen leiden.

Om een totaalruptuur te voorkomen kan een episiotomie (‘knip’) gezet worden.
Schuin inknippen van de huid van het perineum.

Een epi kan ook de bevalling versnellen in geval van foetale nood.
Bij kuntsverlossingen (vacuum of forceps) wordt ook een 'knip' gezet.


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruptuur (scheur)
1e graads: alleen de huid/vaginawand (incidentie: 30%)
2e graads: huid/ vaginawand +    onderhuids weefsel en 
     spier (incidentie 10%)
3e graads: subtotale ruptuur; ook de buitenste 
     kringspier van de anus is (deels) ingescheurd (3+4: 2%)
4e graads: totale ruptuur; hierbij  zijn de kringspier en 
     het anale kanaal tot en met het slijmvlies gescheurd.(3+4: 2%)

1e- en 2e-graads rupturen kunnen ter plekke gehecht worden. 
3e- en 4e-graads rupturen worden op o.k. gehecht

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medicatie tijdens zwangerschap
Veel geneesmiddelen passeren de placenta. Sommige komen ook in de moedermelk terecht.

Niet van alle medicijnen is bekend / duidelijk of ze schadelijk zijn voor het kind.
                                Zie FK voor informatie over schadelijkheid van 
                                medicatie voor de foetus en/ of pasgeborene.

Slide 34 - Tekstslide

Er zijn voorbeelden in het verleden waarbij door te weinig onderzoek naar de effecten, kinderen ernstig beschadigd zijn (bijv. softenon en DES).

Slide 35 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Drugs tijdens zwangerschap
- Harddrugs algemeen: veel gedrags- en concentratiestoornissen op latere leeftijd en mentale en motorische achterstand.
  *Heroïne: baby intra-uterien verslaafd (afkicken postpartum). Veel 
 congenitale afwijkingen (cerebraal, hart, urogenitaal, maag-darm en skelet).
  *Cocaïne: afwijkingen placenta (placenta praevia en groeiachterstand).
- Roken (nicotine): grote negatieve invloed op aanleg placenta. Verhoogd risico op IUVD, prematuriteit en ook (aangeboren) aandoeningen zoals astma, wiegendood of ADHD.
- (overmatig) Alcoholgebruik risico of foetaal alcoholsyndroom (leerproblemen, spraakstoornissen, emotionele en/ of sociale ontwikkelingsachterstand).
- Cannabis: Verhoogde kans premature partus en groeiachterstand, lange termijn onduidelijk.

Slide 39 - Tekstslide

Naast directe invloed van middel is er ook vaker sprake van slechte gezondheidstoestand (voeding, roken, beweging, hygiëne), minder trouw bezoek controles en infecties tijdens de zwangerschap.

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies