articulos y género

Idiomas y nacionalidades
Talen en nationaliteiten

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Idiomas y nacionalidades
Talen en nationaliteiten

Slide 1 - Tekstslide

En esta clase:
  • Artículos (lidwoorden)
  • Palabras en español
  • Idiomas y nacionalidades

Slide 2 - Tekstslide

11. Hoe zeg je in het Spaans?

Slide 3 - Tekstslide

waar kom je vandaan?

Slide 4 - Woordweb

ik heet

Slide 5 - Woordweb

Hoe oud ben je?

Slide 6 - Woordweb

Als je de beroep van iemand
wilt weten?

Slide 7 - Woordweb

Ik ben Nederlands

Slide 8 - Woordweb

de ouders (denk aan: de vaders)

Slide 9 - Woordweb

de vrienden

Slide 10 - Woordweb

een zus

Slide 11 - Woordweb

Zeg de zinnen na

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Idiomas y nacionalidades
Talen en nationaliteiten

Slide 14 - Tekstslide

¿Masculino o femenino? Mannelijk of vrouwelijk?
  • Zelfstandig naaamwoorden die eindigen op -o, -or of -aje zijn meestal mannelijk.
>>>> el libro, el profesor, el garaje
  • Zelfstandig naamwoorden die eindigen op -a, -ción, of -ad zijn meestal vrouwelijk.
>>>> la mesa, la canción, la unidad
  • Zelfstandig naamwoorden die eindigen op -e zijn soms mannelijk, soms vrouwelijk. Dit geldt voor meer letters. Kijk dan in een woordenboek/je woordenlijst achterin. 
  • Voor de toetsen leer je ook het                                                                                                                  geslacht van een woord. 
meestal mannelijk
meestal vrouwelijk
-o
-a
-or
-ción 
-aje
-ad

Slide 15 - Tekstslide

El masculino y el femenino
Mira en el libro pag. 17

Hay tres grupos
o/a italiano/italiana
+a   francés/francesa
=      marroquí en belga

Slide 16 - Tekstslide

Masculino / femenino
(mannelijk / vrouwelijk)
Singular / plural

Slide 17 - Tekstslide

Uitzonderingen op de regels -o/-a


Woorden op -a die mannelijk zijn: eindigen op een ma (vaak afkomstig uit het Gieks, zie ook boven):
el clima = het klimaat
el día = de dag
el idioma = de taal
el problema = het probleem
Vrouwelijke woorden op -o
la foto = de foto
la mano = de hand
la moto = de motorfiets
la radio = de radio








Slide 18 - Tekstslide

inglés
ingleso
holandesa
holandese
española
españa

Slide 19 - Sleepvraag

Geef aan of de woorden mannelijk of vrouwelijk zijn
timer
2:00
MASCULINO
FEMENINO
foto
cine
sofá
mano
moto
profesor
estudiantes

Slide 20 - Sleepvraag

Geef aan of de woorden mannelijk of vrouwelijk zijn
timer
2:00
MASCULINO
FEMENINO
mochilas
horario
estuche
asignatura
detención
apuntes
móvil

Slide 21 - Sleepvraag

Slide 22 - Tekstslide

En esta clase:
  • Artículos (lidwoorden)
  • Palabras en español
  • Idiomas y nacionalidades
  • QUIZLET

Slide 23 - Tekstslide

Vocabulario

Slide 24 - Tekstslide