Vrijeschool Parkstad HAVO

Muziek
1 / 149
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 149 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 25 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Muziek

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Introductie
Recitatieven
Castraatzanger
Theorie: majeur en mineur

Slide 2 - Tekstslide

Luisteropdracht
Benoem of het fragment een recitatief secco of accompagnato is.

Fragment 1
Fragment 2
Fragment 3
Fragment 4
Fragment 1
Fragment 2
Fragment 3
Fragment 4

Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden
Benoem of het fragment een recitatief secco of accompagnato is.

  1. Accompagnato
  2. Secco
  3. Secco
  4. Accompagnato

Slide 4 - Tekstslide

Planning
Instrumenten: Barok

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Castraatzanger
  • Man die in het sopraan (= hoge vrouwenstem) bereik zingt
  • Tijdbeeld Barok, positie van de vrouw
  • Lichamelijke aanpassing zodat de hoge stem behouden wordt
  • Verboden!
  • Hedendaagse variant: contra tenor 

Slide 7 - Tekstslide

Theorie
Majeur en mineur

Slide 8 - Tekstslide

Wat weten we al?

Slide 9 - Tekstslide

Luisteropdracht
  • Fragment 1: Mineur
  • Fragment 2: Mineur
  • Fragment 3: Majeur
  • Fragment 4: Mineur
  • Fragment 5: Majeur
  • Fragment 6: Majeur

Slide 10 - Tekstslide

Majeur
  • Toonladder C majeur:         C   D   E   F   G   A   B   (C)

  • Formule:                                      1 - 1 - 1/2 - 1 - 1 - 1 - 1/2

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Noteer de volgende toonladders:

G majeur
F majeur
D majeur

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht
Noteer de volgende toonladders:
 1 - 1 - 1/2 - 1 - 1 - 1 - 1/2

  • G majeur:     G   A   B   C   D   E   F#   (G)
  • F majeur:      F    G    A   Bb   C    D    E    (F)
  • D majeur:      D    E    F#    G     A    B    C#    (D)

Slide 13 - Tekstslide

Mineur
  • Toonladder A mineur:     A     B     C     D     E     F     G     (A)

  • Formule:                                   1  - 1/2 - 1 - 1 - 1/2 - 1 - 1 

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Noteer de volgende toonladders:

D mineur
G mineur
E mineur

Slide 15 - Tekstslide

Toonladders met voortekens

Slide 16 - Tekstslide

Toonladders met voortekens
Naast de formules is het denken vanuit voortekens ook een optie.

Hoe werkt het?

Slide 17 - Tekstslide

Hoe werkt het?
  • Je werkt vanuit een zin/ezelsbruggetje, de eerste letter van elk woord is de begintoon van de toonladder. 
  • Per woord van de zin krijg je 1 voorteken erbij, dus het eerste woord is 1 voorteken, het tweede woord 2 voortekens etc.
  • Welke voortekens dit zijn, is vastgelegd in een vaste volgorde.

Slide 18 - Tekstslide

Hoe werkt het: Kruizen
  • Ezelsbruggetje kruizen: Geef Die Aap Een BromFiets Cadeau
  • Vaste volgorde kruizen: F# - C# - G# - D# - A# - E# - B#
  • G majeur = eerste woord = 1 voorteken = F#
  • D majeur = tweede woord = 2 voortekens = F# én C#
  • A majeur = derde woord = 3 voortekens = F#, C# én G# 

Slide 19 - Tekstslide

Hoe werkt het: Mollen
  • Ezelsbruggetje kruizen: Friese Boeren Eten Alle Dagen Gele Citroenen
  • Vaste volgorde kruizen: Bb - Eb - Ab - Db - Gb - Cb - Fb
  • F majeur = eerste woord = 1 voorteken = Bb
  • Bb majeur = tweede woord = 2 voortekens = Bb én Eb
  • Eb majeur = derde woord = 3 voortekens = Bb, Eb én Ab 

Slide 20 - Tekstslide

Toonladders met voortekens
A majeur                      3#: F# & C# & G#
D majeur                      2#: F# & C#
G majeur                      1# : F#
C majeur                      -
F majeur                       1b: Bb
Bb majeur                    2b: Bb & Eb
Eb majeur                     3b: Bb & Eb & Ab

Slide 21 - Tekstslide

Mineur toonladders vanuit voortekens
De mineur toonladder deelt dezelfde voortekens als de majeur toonladder die 3 halve tonen/ piano toetsen hoger zit:

Voorbeeld: A mineur = C majeur (zelfde voortekens)

Slide 22 - Tekstslide

Muziektheorie
22/10/2021

Slide 23 - Tekstslide

Planning
Herhaling vorige les: Hoeveel weten jullie nog?
Oefeningen toonladders

Nieuwe theorie: Vorm, Aria´s   & Da capo Aria

Slide 24 - Tekstslide

Wat hebben we de vorige keer behandeld?

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht
Noteer de volgende toonladders:

G majeur
F majeur
D majeur

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht
Noteer de volgende toonladders:

G majeur
F majeur
D majeur

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht
Noteer de volgende toonladders:
 1 - 1 - 1/2 - 1 - 1 - 1 - 1/2

  • G majeur:     G   A   B   C   D   E   F#   (G)
  • F majeur:      F    G    A   Bb   C    D    E    (F)
  • D majeur:      D    E    F#    G     A    B    C#    (D)

Slide 28 - Tekstslide

Vorm

Slide 29 - Tekstslide

Vorm
= De (volgorde van) verschillende delen waaruit een muziekstuk bestaat.

Slide 30 - Tekstslide

Vorm
= De (volgorde van) verschillende delen waaruit een muziekstuk bestaat.

Welke verschillende delen kennen jullie al?

Slide 31 - Tekstslide

Vormdelen

Slide 32 - Woordweb

Vorm: ABC

Slide 33 - Tekstslide

Vorm: ABC
We benoemen vormdelen met letters uit het alfabet.

Slide 34 - Tekstslide

Vorm: ABC
We benoemen vormdelen met letters uit het alfabet.

Per deel gebruik je één letter (vb. A). Wanneer de muzikale inhoud anders wordt, gebruik je een andere letter (vb. B).


Slide 35 - Tekstslide

Vorm: ABC
We benoemen vormdelen met letters uit het alfabet.

Per deel gebruik je één letter (vb. A). Wanneer de muzikale inhoud anders wordt, gebruik je een andere letter (vb. B).

Als delen grotendeels op elkaar lijken, maar toch kleine verschillen hebben, gebruik je een accent. (vb. A' )


Slide 36 - Tekstslide

Aria
Muziekstuk voor een solo zanger of zangeres. Binnen composities als een oratorium komen vaak meerdere aria's voor.

Slide 37 - Tekstslide

Aria
Muziekstuk voor een solo zanger of zangeres. Binnen composities als een oratorium komen vaak meerdere aria's voor.
Recitatieven: vertellen of aankondigen van het verhaal, vaak zingend gesproken.
Recitatief

Slide 38 - Tekstslide

Aria
Muziekstuk voor een solo zanger of zangeres. Binnen composities als een oratorium komen vaak meerdere aria's voor.
Recitatieven: vertellen of aankondigen van het verhaal, vaak zingend gesproken.
Aria: expressief gezongen, hierin wordt het aangekondigde verhaal met alle emotie uitgezongen
Recitatief

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Video

Aria: Lascia Ch'io Pianga
Georg Friedrich Handel, 1711
Verhaal over ridder Rinaldo en Almirena

Slide 41 - Tekstslide

Aria: Lascia Ch'io Pianga
Georg Friedrich Handel, 1711
Verhaal over ridder Rinaldo en Almirena

Lascia ch'io pianga       (laat me wenen over...)
Mia cruda sorte              (...mijn wrede lot)
E che sospiri                    (en laat mij smeken voor...)
La libertà                           (...mijn vrijheid)

Slide 42 - Tekstslide

Da Capo Aria
Driedelige aria's met de vorm: A - B - A
Voorbeeld: Lascia Ch'io pianga.

Slide 43 - Tekstslide

Muziek
12/11/2021

Slide 44 - Tekstslide

Planning
Terugblik vorige les
Afmaken lesstof vorige les: Vorm & Aria's
Mineur toonladders
Majeur/ mineur vanuit voortekens

Slide 45 - Tekstslide

Terugblik vorige les

Slide 46 - Tekstslide

Mineur toonladders
Wat was ook alweer het verschil tussen majeur en mineur?

Slide 47 - Tekstslide

Muziek
19/11/2021

Slide 48 - Tekstslide

Planning
Terugblik vorige les
Toonladders a.d.h.v. voortekens
Werkblad/ samenvatting
Vormschema's

Slide 49 - Tekstslide

Toonladders

Slide 50 - Tekstslide

Vormschema's
Jamie Cullum - I'm all over it

Slide 51 - Tekstslide

Muziektheorie
3 december 2021

Slide 52 - Tekstslide

Planning
Terugblik vorige les
Mineur toonladders a.d.h.v. voortekens
Werkblad/ samenvattingsblad bijwerken

Slide 53 - Tekstslide

Terugblik vorige les

Slide 54 - Tekstslide

Majeur toonladders a.d.h.v. voortekens
  • Ezelsbruggetjes: volgorde in woorden bepaalt de hoeveelheid kruizen/mollen
  • Eerste woord = één voorteken, tweede woord = twee voortekens etc.
  • Vaste volgorde in welke voortekens je gebruikt

Slide 55 - Tekstslide

Majeur toonladders a.d.h.v. voortekens
  • Kruizen: Geef Die Aap Een Brom Fiets Cadeau (Geef Die Aap Een Brom Fis Cis)
  • F#, C#, G#, D#, A#, E#, B#
  • Mollen: Finnen BESchouwen Eslanders A(l)S DESkundige GESchiedschrijvers CESsie
  • Bb, Eb, Ab, Db, Gb, Cb, Fb

Slide 56 - Tekstslide

Toonladders met voortekens
A majeur                      3#: F# & C# & G#
D majeur                      2#: F# & C#
G majeur                      1# : F#
C majeur                      -
F majeur                       1b: Bb
Bb majeur                    2b: Bb & Eb
Eb majeur                     3b: Bb & Eb & Ab

Slide 57 - Tekstslide

Hoe zit dat met mineur toonladders?

Slide 58 - Tekstslide

Mineur toonladders a.d.h.v. voortekens
Om de mineur toonladders te vinden middels voortekens tel je 3 halve tonen omhoog om de majeur toonladder te vinden met dezelfde voortekens.

Slide 59 - Tekstslide

Mineur toonladders a.d.h.v. voortekens
Majeur toonladder zonder voortekens = C majeur
Mineur toonladder zonder voortekens = A mineur

Slide 60 - Tekstslide

Mineur toonladders a.d.h.v. voortekens
Majeur toonladder zonder voortekens = C majeur
Mineur toonladder zonder voortekens= A mineur

Slide 61 - Tekstslide

Parallel
Opdracht: geef voor elke mineur toonsoort aan welke majeur toonsoort dezelfde voortekens heeft.

1. E mineur
2. D mineur
3. G mineur
4. B mineur

Slide 62 - Tekstslide

Parallel
Opdracht: geef voor elke mineur toonsoort aan welke majeur toonsoort dezelfde voortekens heeft.

1. E mineur = G majeur
2. D mineur = F majeur
3. G mineur = Bb majeur
4. B mineur = D majeur

Slide 63 - Tekstslide

Werkblad

Slide 64 - Tekstslide

Muziektheorie
10 december 2021

Slide 65 - Tekstslide

Planning
Wat hebben we de vorige les behandeld?
Deze les: Barok & Orkesten

Slide 66 - Tekstslide

Barok
circa 1600-1750

Slide 67 - Tekstslide

Instrumentale Barok
  • Circa 1600 - 1750
  • Barok komt na de renaissance: vocale muziek belangrijk
  • Renaissance: ?

Slide 68 - Tekstslide

Slide 69 - Video

Instrumentale Barok
  • Circa 1600 - 1750
  • Barok komt na de renaissance: vocale muziek belangrijk
  • In Venetië speelde muziek een belangrijke rol: veel geld voor muziek
  • Grotere composities met veel versiering
  • Ontstaan van orkesten
  • Langzaam komt er een standaard bezetting

Slide 70 - Tekstslide

Opdracht
(Bach - Brandenburg concerto no.1)
1. Welke instrumenten herken je in het fragment?
2. Worden melodieën door één of meerdere instrumenten gespeeld?

https://www.youtube.com/watch?v=e0c-qGMTb1E



Slide 71 - Tekstslide

Opdracht
Instrumenten:
Viool, Altviool, Cello, Contrabas
Hobo, Fagot, Hoorn
Klavecimbel

De melodie wordt vaak door meerdere instrumenten tegelijk gespeeld.

Slide 72 - Tekstslide

Instrumentgroepen
  • Instrumentgroep: vergelijkbare instrumenten worden samengevoegd in een groep
  • Instrumentgroepen hebben in de opstelling van een orkest een vaste plek.
  • Strijkers - Houtblazers - Koperblazers - Percussie - Overig






Slide 73 - Tekstslide

Strijkers
De klank ontstaat door het
strijken over de snaren met een
strijkstok.

Slide 74 - Tekstslide

Slide 75 - Video

Blaasinstrumenten
De klank ontstaat door het blazen in een mondstuk.

Er zijn verschillende groepen: Houtblazers en Koperblazers.

Dit heeft (direct) niet te maken met het materiaal waarvan het instrument gemaakt is!

Slide 76 - Tekstslide

Blaasinstrumenten
Koperblazers: De klank ontstaat door het blazen in een metalen (koperen) mondstuk.

Trompet, Hoorn, Trombone, Tuba, Bugel

Slide 77 - Tekstslide

Slide 78 - Video

Blaasinstrumenten
Houtblazers: Deze groep maakt gebruik van een riet. Dit is een houten lipje aan het mondstuk van het instrument dat de klank maakt.
Zacht en rond karakter.


Slide 79 - Tekstslide

Blaasinstrumenten
Houtblazers: Deze groep maakt gebruik van een riet. Dit is een houten lipje aan het mondstuk van het instrument dat de klank maakt.
Fluit, Hobo, Klarinet, Fagot, Saxofoon



Slide 80 - Tekstslide

Saxofoon houtblazer?

Slide 81 - Tekstslide

Slide 82 - Video

Percussie/slagwerk
Percussie: Deze groep krijgt de klank door te slaan met stokken op het instrument.

Kleine trom, pauken, xylofoon, marimba, triangel

Slide 83 - Tekstslide

Slide 84 - Video

Overige instrumenten
Niet in te delen bij een van de vorige groepen.
Piano, Klavecimbel, Harp, Luit

Slide 85 - Tekstslide

Slide 86 - Video

Orkest opstelling

Slide 87 - Tekstslide

Opdracht
Zoek op je telefoon/laptop foto's op van orkesten en vergelijk verschillende plaatjes met elkaar. Schrijf de groepen achter de nummers waar je deze het vaakst tegen komt.




Opties: Stijkers, Percussie, Overig, Houtblazers, Koperblazers

Slide 88 - Tekstslide

Opdracht
  • 1: percussie
  • 2: Koperblazers
  • 3: Houtblazers
  • 4: Strijkers
  • 5: overig

Slide 89 - Tekstslide

Muziektheorie
14 januari 2022

Slide 90 - Tekstslide

Planning
Terugblik vorige les
Barok instrumenten


Slide 91 - Tekstslide

Terugblik vorige les
Wat hebben we allemaal behandeld?

Slide 92 - Tekstslide

Barokinstrumenten

Slide 93 - Tekstslide

Barok (1600-1750)
Verschil in instrumenten en orkestbezetting

Slide 94 - Tekstslide

Slide 95 - Video

Basso Continuo
  • Manier van begeleiden
  • Basinstrument speelt een uitgeschreven baslijn.
  • Akkoordinstrument speelt op vaak geïmproviseerde manier de akkoorden.
  • Becijferde bas

Slide 96 - Tekstslide

Basso Continuo
  • Manier van begeleiden
  • Basinstrument speelt een uitgeschreven baslijn.
  • Akkoordinstrument speelt op vaak geïmproviseerde manier de akkoorden.
  • Becijferde bas

Slide 97 - Tekstslide

Viola da gamba
  • "Beenviool"
  • 5 tot 7 snaren

Slide 98 - Tekstslide

Slide 99 - Video

Viola da gamba
  • "Beenviool"
  • 5 tot 7 snaren
  • Strijkinstrument met frets

Slide 100 - Tekstslide

Theorbe
  • Basso continuo
  • Familie van de luit
  • Korte en lange snaren

Slide 101 - Tekstslide

Slide 102 - Video

Klavecimbel
  • Toetsinstrument met snaren
  • Haakjes trekken aan de snaren
  • Vaak deel van het basso continuo

Slide 103 - Tekstslide

Klavecimbel
  • Toetsinstrument met snaren
  • Haakjes trekken aan de snaren
  • vaak deel van het basso continuo

Slide 104 - Tekstslide

Slide 105 - Video

Traverso
  • Blaasinstrument
  • Houtblazer
  • Toonhoogte door gaten

Slide 106 - Tekstslide

Slide 107 - Video

Cello
  • Lijkt op de viola da gamba
  • 4 snaren
  • geen frets

Slide 108 - Tekstslide

Slide 109 - Video

Viool
  • strijkinstrument met 4 snaren
  • Spelen door te strijken over de snaren

Slide 110 - Tekstslide

Viool
  • strijkinstrument met 4 snaren
  • Spelen door te strijker over de snaren

  • Viola d'amore
  • 6 of 7 melodiesnaren en een aantal resonantiesnaren

Slide 111 - Tekstslide

Slide 112 - Video

Hobo
  • Blaasinstrument
  • houtblazer
  • "Haut Bois" = hoog hout

Slide 113 - Tekstslide

Slide 114 - Video

Fagot
  • Houtblazer
  • Relatief laag bereik: regelmatig terug te vinden in het Continuo

Slide 115 - Tekstslide

Slide 116 - Video

Natuurblaasinstrumenten
  •  Blaasinstrumenten zonder ventielen zoals bijvoorbeeld een trompet heeft.
  • Hoorn, trompet
  • Natuurtonen

Slide 117 - Tekstslide

Slide 118 - Video

Slide 119 - Video

Opdracht
Ga op zoek naar de instrumenten die ontstaan zijn vanuit de volgende barokinstrumenten. Benoem per instrument waarin de nieuwere versie verschilt t.o.v. de barokversie.

Traverso
Klavecimbel
Theorbe
Natuurblazers

Slide 120 - Tekstslide

Antwoorden
Traverso: Dwarsfluit
Klavecimbel: (forte) Piano
Theorbe: (bas) Gitaar
Natuurblazers: vb. trompet

Slide 121 - Tekstslide

Muziektheorie
28 jan 2022

Slide 122 - Tekstslide

Trio sonate

Slide 123 - Tekstslide

Slide 124 - Video

Triosonate
Stuk geschreven voor drie onderdelen/stemmen:

Slide 125 - Tekstslide

Slide 126 - Video

Triosonate
  • Vaak geschreven voor basso continuo en twee violen, hobo's e.d.
  • In de praktijk verschilde de instrumenten.
  • Archangelo Corelli

Slide 127 - Tekstslide

Instrumenten

Slide 128 - Tekstslide

Triosonate
  • Basso continuo: begeleiding
  • Solisten: (vaak) lange melodieën, veel versieringen, virtuoos

Slide 129 - Tekstslide

Het einde van de triosonate
  • Einde barok: Basso Continuo praktijk sterft uit
  • Daarmee dus ook de triosonate vorm

Slide 130 - Tekstslide

Muziek
18 februari 2022

Slide 131 - Tekstslide

Planning
Terugblik vorige les
Trio Sonate
(Barok concerten)

Slide 132 - Tekstslide

Slide 133 - Video

Trio Sonate

Slide 134 - Tekstslide

Trio Sonate
Viool
Traverso
Cello
Klavecimbel

Slide 135 - Tekstslide

Trio Sonate
Basso Continuo: basinstrument + akkoordinstrument

Cello + Klavecimbel

Slide 136 - Tekstslide

Trio Sonate
'trio' verwijst naar de drie stemmen/partijen van het triosonate, 2 solisten en 1 basso continuo.

Slide 137 - Tekstslide

Trio Sonate
Nee, want het werd meestal uitgevoerd door de instrumenten die toegankelijk/ beschikbaar waren op de plek van de uitvoering.

Slide 138 - Tekstslide

Trio Sonate
Majeur / Mineur

Korte/ Lange melodieën

Wel/ Geen versiering

Slide 139 - Tekstslide

Trio Sonate
Majeur / Mineur

Korte/ Lange melodieën

Wel/ Geen versiering

Slide 140 - Tekstslide

Trio Sonate
Imitatie tussen solisten:    Ja
Imitatie tussen solisten en basso continuo: Ja

Slide 141 - Tekstslide

Barok: Concerten

Slide 142 - Tekstslide

Concerten
Typerend aan barok concerten:

Afwisseling tussen verschillende groepen, soort muzikale strijd

Slide 143 - Tekstslide

Concerten
Afwisseling tussen verschillende groepen, soort muzikale strijd

Meerkorige concert: verschillende instrumentgroepen met verschillende klanken die elkaar afwisselen of samenvallen. het Basso Continuo houdt de boel samen.

Slide 144 - Tekstslide

Slide 145 - Video

Concerten
Concerto Grosso: afwisseling tussen een kleine groep solisten en het gehele orkest. De solisten zijn erg virtuoos.

Kleine groep: concertino
Grote groep (het hele orkest): Tutti

Slide 146 - Tekstslide

Slide 147 - Video

Concerten
Soloconcert: een solist staat tegenover het hele orkest. Opnieuw is de solist erg virtuoos.

Slide 148 - Tekstslide

Slide 149 - Video