De Grote 1B Sneeuwtest

1B 
Sneeuwtest
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

1B 
Sneeuwtest

Slide 1 - Tekstslide

Zet je schrap!
De winterwitte wedstrijd gaat beginnen...

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel vluchten van en naar Schiphol werden de afgelopen dagen afgelast?
A
2
B
18
C
150
D
alle vluchten

Slide 3 - Quizvraag

In welke twee provincies reden er gisteren tot 18u nog wel treinen?
A
Brabant en Limburg
B
Zeeland en Brabant
C
Friesland en Groningen
D
Groningen en Drenthe

Slide 4 - Quizvraag

In Arnhem moest er door de sneeuw iets van een golfbaan worden verwijderd. Wat dan?
A
Een kudde schapen
B
De vlaggetjes uit de gaatjes
C
Een groep eigenwijze golfers
D
Door de sneeuw omgevallen bomen

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Wat was de laatste maand waarin het gemiddeld onder nul bleef?
A
januari 2018
B
december 1989
C
december 2010
D
februari 2013

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Wat kost dit?

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel kreeg deze bestuurder aan boete?
A
50 euro
B
120 euro
C
169,50 euro
D
259 euro

Slide 11 - Quizvraag

Sneeuwschool

Slide 12 - Tekstslide

Biologie:
Wat is dit voor bloem?
A
Sneeuwbel
B
Sneeuwvlokje
C
Sneeuwklokje
D
Tingelingeling

Slide 13 - Quizvraag

Wiskunde:
Op zondag valt in mijn tuin 30 cm sneeuw. Maandag valt er 20 cm bovenop. Dinsdag smelt er 15 cm weg en woensdag sneeuwt er weer 20 cm bij.
Reken uit hoeveel sneeuw er woensdagavond ligt!
A
50 cm
B
55 cm
C
70 cm
D
85 cm

Slide 14 - Quizvraag

Frans:
Wat is het Franse woord voor sneeuw?
A
neige
B
beige
C
blanc
D
sneuve

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Aardrijkskunde:
Sneeuw is eigenlijk gewoon...
A
Bevroren regen
B
Gesmolten regen
C
Gesmolten hagel
D
Gesmolten waterdamp

Slide 17 - Quizvraag

Techniek:
Even een paar van jullie bouwwerken...
Raad telkens wie uit de klas het heeft gemaakt!

Slide 18 - Tekstslide

Wie is de bouwer?
A
Gijs
B
Aya
C
Jenthe
D
Thijn

Slide 19 - Quizvraag

Wie is de bouwer?
A
Jurre
B
Sophie
C
Stijn
D
Thijs

Slide 20 - Quizvraag

Wie is de bouwer?
A
Broer van Jasmin
B
Vader van Zara
C
Zusje van Karin
D
Vriendin van Ruud

Slide 21 - Quizvraag

Wie is de bouwer?
A
Lisa
B
Julia
C
Laura
D
Ila

Slide 22 - Quizvraag

BWO:
Sneeuwsporters
Wie zijn het?

Slide 23 - Tekstslide

Wie wandelde hier?
A
Thijn
B
Thijs
C
Stijn
D
Neil

Slide 24 - Quizvraag

Wie is deze
snowboarder?
A
Thijn
B
Thijs
C
Stijn
D
Neil

Slide 25 - Quizvraag

Wie is deze sneeuwzwemmer?
A
Thijn
B
Thijs
C
Stijn
D
Neil

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Geschiedenis:
Hoe noemen we de relatief koude periode van de 15e t/m 19e eeuw?
A
De Grote Sneeuwperiode
B
De Kleine IJstijd
C
De Bibberende Eeuwen
D
Het Sneeuwperiodiek

Slide 28 - Quizvraag

Engels:
Wat is de juiste vertaling van sneeuwvlok?
A
snowflock
B
snowfloke
C
snowflack
D
snowflake

Slide 29 - Quizvraag

Nederlands:
Maak de zin af.
Het heeft gisteren...
A
gesneeuwt
B
gesneeuwen
C
gesneeuwd
D
gesneeuwden

Slide 30 - Quizvraag

1B 
Einde

Slide 31 - Tekstslide