1 Bloem voor de bevruchting
2 Na bevruchting beginnen vruchtbeginsel en de zaadbeginsels te groeien.
3 Kroonbladeren en de meeldraden vallen af, vruchtbeginsel wordt steeds langer.
4 Bloemkelk verschrompelt, er blijft alleen een restant over. De zaadbeginsels worden groter.
5 Als de boon rijp is, wordt de zaadhuid donkerder. Uiteindelijk breekt de vrucht open en komen de zaden vrij.