MAVO 1 - Start Klaar les 1 hoofdstuk 3

Guten Tag !
Jassen uit
telefoon in de tas
boek/schrift op tafel
timer
3:00
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Guten Tag !
Jassen uit
telefoon in de tas
boek/schrift op tafel
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Willkommen Havo 2
In de Wiederholung van Kapitel 8 kun je oefenen met:
- de werkwoorden müssen, wollen, dürfen, mögen, können, wissen, sollen, möchten
Textbuch A blz. 160 - 163

Slide 2 - Tekstslide

Willkommen Havo 3
In de Wiederholung van Kapitel 4 kun je extra oefenen met:
-de der-Gruppe
-de ein-Gruppe
Textbuch B Seite 132-135

Slide 3 - Tekstslide

Guten Tag !
Jassen uit
telefoon in de tas
boek/schrift op tafel
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Guten Tag !
Jassen uit
telefoon in de tas
boek/schrift op tafel
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Guten Tag !
Jassen uit
telefoon in de tas
boek/schrift op tafel
timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

Kloktijden
eine Stunde = een uur (de duur van een uur)
Uhr = uur (tijdsaanduiding)

Ik wacht al een uur = Ich warte schon eine Stunde
Het is één uur = Es ist 1 Uhr

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Aufgabe 5,6 blz. 69

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

der
mannelijke persoons- en diernamen, zoals:

der Lehrer, der Mann, der Stier

Slide 12 - Tekstslide

die
1. Vrouwelijke persoons- en diernamen, zoals
die Lehrerin, die Frau, die Kuh
2. Woorden die eindigen op -e, zoals
die Adresse, die Toilette, die Schule, die Lampe
3. woorden die eindigen op -heit, -keit, -schaft, -ung
die Freiheit, die Möglichkeit, die Freundschaft, die Übung

Slide 13 - Tekstslide

das
Veel het-woorden in het Nederlands zijn in het Duits das-woorden, zoals
het kind - das Kind
het haar - das Haar
het dorp - das Dorf
als een woord eindigt op -chen of -lein is het altijd onzijdig
das Brötchen, das Mädchen, das Buchlein

Slide 14 - Tekstslide

die (mv)
woorden die in het meervoud staan krijgen altijd die. Ook als het vrouwelijke of onzijdige woorden zijn.

Slide 15 - Tekstslide

hoofdletters
De woorden der, die en das zijn niet met een hoofdletter (behalve aan het begin van een zin). 
Het woord wat na der, die of das komt (het zelfstandig naamwoord) is altijd met een hoofdletter.

Slide 16 - Tekstslide

... Klasse
A
der
B
die
C
das

Slide 17 - Quizvraag

... Buch
A
der
B
die
C
das

Slide 18 - Quizvraag

.... Junge
A
der
B
die
C
das

Slide 19 - Quizvraag

... Mädchen
A
der
B
die
C
das

Slide 20 - Quizvraag

... Männer
A
der
B
die
C
das

Slide 21 - Quizvraag

Nu zelf
Bij de volgende vragen ga je zelf het juiste antwoord invullen. Je hoeft alleen der, die of das te typen.

Slide 22 - Tekstslide

... Schule

Slide 23 - Open vraag

... Spiel

Slide 24 - Open vraag

... Stier

Slide 25 - Open vraag

... Menschen

Slide 26 - Open vraag

... Zeitung

Slide 27 - Open vraag

... Mannschaft

Slide 28 - Open vraag

... Brötchen

Slide 29 - Open vraag

... Freund

Slide 30 - Open vraag

Evaluatie
Wat ging deze les ( minder) goed?

Slide 31 - Open vraag