21 april gramm spelling woorden hs 5 en 6

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

welkom

lekker lezen                             

    

lezen 12 minuten

herhalen zinsdelen en woordsoorten

trappen van vergelijking

nakijken/bespreken huiswerk

opgeven huiswerk/zelfstandig werken

Woordsoorten: wat is de juiste volgorde?
De grote hond graaft een kuil.

1. blw-bn-zn-pv/wg-olw-zn
2. blw-zn-bn-pv/wg-olw-bn
3. olw-bn-zn-pv/wg-blw-zn
4. olw-zn-bn-pv/wg-blw-bn

Zinsdelen: wat is de juiste volgorde?
Sanne heeft een trui aan haar zusje gegeven.

1. ow-pv/wg-lv-mv-wg
2. mv-pv/wg-ow-lv-wg
3. ow-pv/wg-mv-lv-wg
4. mw-pv/wg-lv-ow-wg

P4t8 Hoofdstuk 5 + Hoofdstuk 6

Hoofdstuk 5:
      woordenschat, grammatica, formuleren en spelling.
Hoofdstuk 6:
      woordenschat, grammatica en spelling.

Uitleg

Als je twee dingen met elkaar wilt vergelijken, dan gebruik je vaak de trappen van vergelijking en de woordjes als en dan.

Er zijn drie trappen: de stellende trap, de vergrotende trap en de

overtreffende trap.

Na de stellende trap: als 

Na de vergrotende trap: dan

Voorbeelden

Na de stellende trap gebruik je als (wanneer het gelijk aan elkaar is).
Vaak gebruik je ook de woorden even of (net) zo.
Bijvoorbeeld:

– Mijn moeder kan net zo snel fietsen als ik.

Na de vergrotende trap gebruik je het woordje dan (wanneer er een verschil aanwezig is). 

Bijvoorbeeld:

– Mijn vader kan sneller fietsen dan ik.

Formuleren:

trappen van vergelijking

Huiswerk was:

Formuleren, blz. 160:

Trappen van vergelijking

Maken: opdracht 1, 2 en 3

Mooi, mooier, mooist

Mooier noemen we ...

1. Stellende trap
2. Vergrotende trap
3. Overtreffende trap

Hoog, hoger, hoogt

Hoogst noemen we...

1. Stellende trap
2. Vergrotende trap
3. Overtreffende trap

Zacht, zachter, zachtst

Zacht noemen we...

1. vergrotende trap
2. overtreffende trap
3. stellende trap

Kleine auto's rijden een stuk zuiniger ...... grote terreinwagens.

1. als
2. dan

Die cake smaakt morgen net zo goed ..... vandaag.

1. als
2. dan

Vrijdag 16 april

                                                                            Hoofdstuk 5 Formulieren, blz. 160/161:
                                                                   Bestuderen theorie: Trappen van vergelijking
                                                                                             Maken: opdracht 5 en 6 (vwo +4)

Toetsstof:
Hoofdstuk 5:
woordenschat, grammatica, formuleren en spelling.
Hoofdstuk 6:
woordenschat, grammatica en spelling.

En vergeet je leesboek niet!