(Temperatuur en) het deeltjesmodel

Wat zijn moleculen?
1 / 20
volgende
Slide 1: Open vraag
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat zijn moleculen?

Slide 1 - Open vraag

Welke fasen zijn er?

Slide 2 - Open vraag

Gas
Vast
Vloeibaar
Stollen
Koken
Sublimeren
Rijpen
Smelten
Condenseren

Slide 3 - Sleepvraag

Moleculen
  • Het kleinste deeltje van een stof
  • Wij maken gebruik van het deeltjesmodel, hierbij hebben de moleculen de volgende eigenschappen:
  • Moleculen van een stof veranderen niet
  • Moleculen van een stof bewegen voortdurend
  • Moleculen van een stof trekken elkaar aan

Slide 4 - Tekstslide

Fasen en faseovergangen
Vaste stof
  • Vaste plaats
  • Trillen constant
  • Afstand tussen moleculen is klein
  • Aantrekkingskracht is groot
 

Slide 5 - Tekstslide

Fasen en faseovergangen
Vloeistof
  • Bewegen langs en door elkaar, geen vaste plaats
  • Aantrekkingskracht is kleiner dan bij een vaste stof
  • Aantrekkingskracht nog wel genoeg om de moleculen bij elkaar te houden
 

Slide 6 - Tekstslide

Fasen en faseovergangen
Gas
  • Bewegen los van elkaar
  • Afstand tussen moleculen is groot
  • Aantrekkingskracht is klein
 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Scheikunde
  • Een ander woord voor scheikunde is chemie, bij chemie gaat het vaak over reacties
  • Bij chemische reacties veranderen de moleculen
  • Verbranding van aardgas:

  • Zuurstof wordt verbruikt bij een verbranding
  • Aardgas en zuurstof reageren tot twee nieuwe stoffen: water en koolstofdioxide

Slide 9 - Tekstslide

  • Aardgas en zuurstof zijn de beginstoffen
  • Water en koolstofdioxide zijn de reactieproducten
  • Beginstoffen             reactieproducten
  • Dit is een reactieschema
  • Het reactieschema van de verbranding van aardgas:
  • aardgas + zuurstof            water + koolstofdioxide
  • Aardgas en zuurstof veranderen in koolstofdioxide
  • Uit het water en koolstofdioxide kan geen aardgas meer gemaakt worden
  • Dit is een onomkeerbare verandering

Slide 10 - Tekstslide

Werk nu aan de opdrachten van paragraaf 1
Werk nu aan de opdrachten van paragraaf 1 tot 10:20

Slide 11 - Tekstslide

Druk

Slide 12 - Woordweb

Temperatuur en druk
  • Moleculen in een gas bewegen alle kanten op
  • In een gesloten ruimte botsen deze tegen de wanden van die ruimte aan
  • Al die botsingen zorgen samen voor een constante druk op de wanden, de gasdruk

Slide 13 - Tekstslide

Temperatuur en druk
  • Hoe meer gasmoleculen je in een ruimte perst, hoe hoger de gasdruk
  • Als de temperatuur van een gas stijgt, gaan de moleculen sneller bewegen. Hierdoor zijn er meer botsingen met de wanden en is er dus een hogere druk

Slide 14 - Tekstslide

Absolute nulpunt
  • Wanneer de temperatuur laag genoeg is bewegen de moleculen niet meer. Dit noemen we het absolute nulpunt
  • Het absolute nulpunt ligt bij -273°C, lager dan dit kunnen we niet komen

Slide 15 - Tekstslide

Absolute nulpunt
  • De druk van een gas ontstaat door de moleculen die tegen een wand botsen. Als de temperatuur lager wordt, zijn er ook minder botsingen. 
  • Bij het absolute nulpunt zijn er dan dus ook geen botsingen meer en is er een druk van 0 Pa

Slide 16 - Tekstslide

Kelvin (K)
De Celsiusschaal is gebaseerd op het stollen en koken van water, twee vaste punten in de natuurkunde
De Kelvinschaal is gebaseerd op het absolute nulpunt. 
In tegenstelling tot Fahrenheit heeft Kelvin dezelfde stapgrootte als Celsius.
0 Kelvin is dus gelijk aan -273°C

Slide 17 - Tekstslide

Hoeveel graden Celsius is gelijk aan 100 Kelvin
A
-100
B
100
C
-173
D
173

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel Kelvin is gelijk aan 50°C
A
50
B
223
C
273
D
323

Slide 19 - Quizvraag

Werk nu aan de opdrachten van paragraaf 1
Werk nu aan de opdrachten van paragraaf 1 en 2 tot 10:40

Slide 20 - Tekstslide