Synoniemen - klas 1 vmbo b/k

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Synoniemen

Synoniemen

Wat zijn de doelen van deze les?

- Je kunt uitleggen wat synoniemen zijn.

- Je kunt voorbeelden van synoniemen geven.

- Je kunt uitleggen wat je aan synoniemen hebt.

- Je hebt H.1 Woordenschat opdr. 1 t/m 4 + 6 gemaakt.

Deze les begint met het activeren van voorkennis. Wat betekent dat?

1. Luisteren naar nieuwe informatie.
2. Onderzoeken hoe slim je bent.
3. Zeggen wat je van iets vindt.
4. Bekijken wat je al weet over iets.

Deze les begint met het activeren van voorkennis. Wat betekent dat?

1. Luisteren naar nieuwe informatie.
2. Onderzoeken hoe slim je bent.
3. Zeggen wat je van iets vindt.
4. Bekijken wat je al weet over iets.

Voorkennisvraag:
Wat zijn synoniemen?

1. Woorden met meerdere betekenissen.
2. Woorden die ongeveer hetzelfde betekenen.
3. Woorden met maar één betekenis.
4. Tegengestelde woorden.

Voorkennisvraag:
Wat is een voorbeeld van synoniemen?

1. groot en groter
2. viool en trompet
3. stuk en kapot
4. dag en nacht

Voorkennisvraag:
Wat heb je volgens Nieuw Nederlands aan synoniemen?

Voorkennisvraag:
Je ziet zo een fragment uit een tv-programma. Wat zie je dus?

1. een stukje van het tv-programma
2. het begin van het tv-programma
3. het einde van het tv-programma
4. het hele tv-programma

Voorkennisvraag:
Je ziet zo een fragment uit een amusementsprogramma. Wat is dat?

1. Een tv-programma dat jou iets wil leren.
2. Een tv-programma dat jou wil informeren.
3. Een tv-programma dat jou wil vertellen over het nieuws.
4. Een tv-programma dat jou wil vermaken.

Wat was nou de boodschap of grap van dit tv-fragment?

Bedenk voorbeelden van synoniemen. Maar eerst een luisterfragment.

Bedenk nu zelf een voorbeeld van synoniemen. (b.v. paard en knol)

Synoniem voor crimineel is

1. onaardig
2. misdadig
3. agressief
4. enthousiast

Synoniem voor mengen is

1. weggooien
2. knoeien
3. mixen
4. regelen

Synoniem voor opmerkelijk is

1. normaal
2. gezien
3. bijzonder
4. merkloos

Zeg in één woord wat je van deze les vond.

Dank je wel voor het meedoen!

huiswerk voor woensdag 18 oktober 1ste uur.