Vroeg Moderne Tijd - KA 22: Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een N

KA 22: Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

KA 22: Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Lesuur 1: Oorzaken Nederlandse Opstand

Lesuur 2: Beeldenstorm

Lesuur 3: Verloop Nederlandse Opstand


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen: aan het einde van deze lessenreeks kan je...
De Nederlandse bestuurkunde uit de 16e eeuw uitleggen.

Twee oorzaken noemen voor de Nederlandse Opstand.
  • Centralisatiepolitiek
  • Vervolging protestanten

Het globale verloop van de Opstand omschrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Bestuur Spaanse Nederlanden
  • Landvoogd(es): Plaatsvervanger van de koning in de Nederlanden

  • Stadhouders: Plaatsvervangers van de koning in de provincies
(bijv Willem van Oranje was dat in Holland, Zeeland en Utrecht)

  • Staten Generaal: Vergadering van vertegenwoordigers uit alle gewesten / provincies

Slide 4 - Tekstslide

Oorzaken Nederlandse Opstand
1. Centralisatie politiek van koning Filips II
  • Ging ten koste van de stedelijke privileges / stadsrechten (particularisme)
  • Zoveel mogelijk besturen met ambtenaren vanuit Brussel
  • Filips II probeerde zoveel mogelijk centrale belastingen in te voeren (maakte hem onafhankelijker van de Staten Generaal)
  • Filips II vertrouwde meer op buitenlandse adviseurs dan op de Nederlandse edelen (bijv zijn halfzus Margaretha van Parma werd landvoogdes). Dit beperkte de macht van de Nederlandse edelen (Stadhouders).

Slide 5 - Tekstslide

Oorzaken Nederlandse Opstand
2.Vervolging van de protestanten (kettervervolging)
  • Al onder Karel V werden protestanten vervolgd:
  • Invoering van de inquisitie (kerkelijke rechtbank), 1522
  • Invoering van het Bloedplakkaat, 1550
  • Politiek doel van de kettervervolging: eenheid van geloof leidt tot eenheid in het land.


Slide 6 - Tekstslide

Smeekschrift der Edelen
In 1566 boden 200 edelen een Smeekschrift (petitie) aan de landvoogdes aan, waarin ze vroegen om afschaffing van de kettervervolging

Slide 7 - Tekstslide

Beeldenstorm
Het antwoord van Filips II liet lang op zich wachten. In de tussentijd kwamen veel gevluchte protestanten terug naar de Nederlanden. In de open lucht hielden de protestanten hun (kerk)diensten / Hagepreken. In Steenvoorde liep zo’n Hagepreek uit de hand.

Gevolg: de Beeldenstorm (1566)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Alva's maatregelen
  • Raad van Beroerten (Bloedraad) = rechtbank die betrokkenen bij de Beeldenstorm vervolgde
  • Invoering van de Tiende Penning = 10% belasting op roerende goederen (btw).
  • Inbeslagname van de bezittingen van degenen die gevlucht waren (o.a. Willem van Oranje)
De onvrede in de Nederlanden was groot. Oranje speelde hierop in en plande een aanval met een eigen huurlingenleger, met het doel een algehele opstand tegen Alva in de Nederlanden uit te lokken.


Slide 11 - Tekstslide

In jaartallen...
  • 1566 Calvinisten houden openluchtbijeenkomsten ‘hagenpreken’ - bij één van die hagenpreken slaat de vlam in pan (=Beeldenstorm)
  • 1567 Filips II is razend en stuurt ‘ijzeren hertog’ Alva naar de Nederlanden om de beeldenstormers te vervolgen →gevolg: veel calvinisten vluchten (waaronder Willem van Oranje) en smeden plannen tegen de Spanjaarden
  • 1568 Begin van de Opstand (opstandelingen teruggeslagen)
  • 1579 Noordelijke gewesten sluiten een verbond (= Unie van Utrecht)
  • 1581 Acte van Verlatinge: noordelijke gewesten willen Filips II niet langer als hun vorst→ zoektocht naar nieuwe soeverein
  • 1584 Willem van Oranje wordt vermoord
  • 1588 Stichting van De Republiek der 7 Verenigde Nederlanden
  • 1648 Officiële erkenning van Nederland als zelfstandig land.

Slide 12 - Tekstslide

Examenvraag
Opdracht
Examenvraag

Slide 13 - Tekstslide

Examenvraag  2015-I
Opdracht
Examenvraag

Slide 14 - Tekstslide


Examenvraag
Opdracht
Je mag je device gebruiken
Je werkt zelfstandig.
Je werkt in stilte

Slide 15 - Open vraag

Antwoord

Slide 16 - Tekstslide