2.3-2 Celmembranen en transport 4V 2324

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
2.3 Celmembranen en transport 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
2.3 Celmembranen en transport 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Doel en begrippen 2.3
10. Je verklaart de veranderingen bij een cel in een omgeving met een afwijkende osmotische waarde.

Slide 3 - Tekstslide

Watertransport
Water kan door het celmembraan heen. Dit gaat echter langzaam (door de hydrofobe binnenkant van het membraan).
Snel watertransport kan via een waterkanaal (transporteiwit).
Het proces van watertransport over een semipermeabel membraan heet osmose.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Osmose
Hoeveel water zich verplaatst wordt bepaald door de osmotische waarde aan beide zijden van het membraan.
Osmotische waarde: hoeveelheid opgeloste stoffen in het water.
Hoge osmotische waarde: veel opgeloste stoffen.
Lage osmotische waarde: weinig opgeloste stoffen.
Water stroomt van een lage -> hoge osmotische waarde.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hypotoon/ isotoon/ hypertoon

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Dierlijke cellen
Streven naar isotone omstandigheden.

Slide 11 - Tekstslide

Plantencellen

Slide 12 - Tekstslide

Plantencellen
Streven naar hypertone celinhoud om druk op de celwand te houden (turgor): stevigheid

Slide 13 - Tekstslide

Plantencellen
Plasmolyse: celmembraan laat los van de celwand.
Grensplasmolyse: turgor=nul maar celmembraan laat nog net niet los

Slide 14 - Tekstslide

Diffusie vs Osmose
Diffusie: stoffen van de ene naar de  andere kant van een membraan. Van een hoge naar een lage concentratie stoffen.

Osmose: water van de ene naar de andere kant van een membraan. Van lage naar hoge concentratie stoffen.

Slide 15 - Tekstslide

Osmotische waarde
Hoog: een hoge concentratie opgeloste stoffen

Laag: een lage concentratie opgeloste stoffen

Slide 16 - Tekstslide

Bacteriecellen en osmose
Bacteriën hebben (net als planten) naast een celmembraan ook een celwand én een hypertoon cytoplasma.
De meest bacteriën zijn gevoelig voor penicelline.
Penicelline zorgt ervoor dat de celwanden van die bacteriën verzwakken.



Slide 17 - Tekstslide

Bacteriecellen en osmose
In de volgende film zie je twee beelden. 
Op het rechterbeeld de controlegroep bacteriën. 
Op het linkerbeeld de bacteriën met penicelline.
Vragen bij de film:
1. Verklaar wat er gebeurt (met biologische begrippen).
2. Wat is de functie van de controlegroep?


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Doel en begrippen 2.3
☐ 10. Je verklaart de veranderingen bij een cel in een omgeving met een afwijkende osmotische waarde.

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode of in je boek.
Kies een leerweg.
Maak de opdrachten bij je leerweg.

Maak een begrippenlijst.

Slide 21 - Tekstslide