Argumentatie lessenserie les 6

Argumentatie
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Argumentatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
1) verder gaan met kritisch leren denken
2) via een stappenplan de aanvaardbaarheid van argumentatie (in een tekst) beoordelen





Slide 2 - Tekstslide

Waarom is aanvaardbaarheid zo lastig? Leerlingen missen kennis van de wereld. Ze zouden zich meer kunnen verdiepen in het nieuws/de actualiteit om beter de aanvaardbaarheid te kunnen bepalen.
lesinhoud
1) kritisch denken
2) terugblik vorige les: dialogisch leren
3) huiswerk bespreken
4) extra theorie (4v)
5) intro Warenar


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kritisch denken
kennis van de wereld

#hoedan?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Link

Deze slide heeft geen instructies

wat vinden jullie van dit bericht?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

terugblik
Dialogisch leren: hoe ging het?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je dialogisch leren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je dialogisch leren?
ik lees liever zelf
ik denk dat het pas werkt als je het vaker oefent
grappig om in groepjes samen te werken
fijn om samen dieper op de tekst in te gaan
ik begreep de tekst beter door erover te praten

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

huiswerk bespreken
1. Lees 'Meertalig opvoeden' en geef schema + structuur voor alinea 2 en 6

2. Lees 'Kunnen we normaler doen over eten?' en geef het standpunt van de tekst, de daarbij behorende argumentatie en de aanvaardbaarheid ervan.




Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

herhalen stappenplan
onderscheiden: standpunt + argument
bepalen: argumentatieschema
weergeven: argumentatiestructuur
ordenen: welk argument is het meest overtuigend?
beoordelen: is de argumentatie aanvaardbaar?


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Aanvaardbaarheid van argumentatie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WARENAR

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

waarom Warenar?
Een bekend werk van één van de bekendste Nederlandse schrijvers: Pieter Corneliszoon Hooft (1581-1647).
De vrek Warenar en zijn zwangere (maar van wie?) dochter Klaartje zorgen vaak voor komische situaties.
Je leert over thema’s zoals geld en liefde in de Gouden Eeuw.
Je leert op welke manier immigranten in de Republiek invloed hebben op de taal (dialecten in het stuk).
Je leert dat humor zowel tijdsgebonden als universeel is. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warenar
sla blz 1 t/m 15 over en lees het eerste bedrijf (17-47)

Warenar (heeft Pot met goud + dochter Klaartje)
Reim (dienstmeid van Warenar)
buurman Rijkert (wil met Klaartje trouwen)
Geertrui, zus van Rijkert (en moeder van Ritsert)
Ritsert, neef van Rijkert/zoon van Geertui

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Standpunten
Een standpunt (stelling / mening) kan positief geformuleerd zijn, negatief of een standpunt van twijfel zijn.

Signaalwoorden: ik vind / ik vraag me af / enz.
Ik vind dat huiswerk moet worden afgeschaft. (pos.)
Ik vind niet dat huiswerk moet worden afgeschaft. (neg.)
Ik vraag me af of huiswerk moet worden afgeschaft. (twijfel)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feitelijk en waarderend
  • Je standpunt moet je natuurlijk onderbouwen. 
  • feitelijk argument --> feitelijke uitspraak, objectief, waar of onwaar, heeft geen ondersteuning nodig. Als de uitspraak na controle klopt, is het een feit.
  • waarderend argument --> niet-feitelijk uitspraak, subjectief, in meer of mindere mate aannemelijk , moet ondersteund worden met ander argument

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumentatieschema's
Argumentatie: standpunt en argumenten samen.

Argumentatieschema: de aard van het verband tussen standpunt en argument(en)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumentatieschema's
Er zijn zes verschillende argumentatieschema’s:
Argumentatie gebaseerd op:
- oorzaak en gevolg
- kenmerk of eigenschap
- voor- en nadelen
- voorbeelden
- vergelijking
- autoriteit (iets of iemand die kennis van zaken over dat onderwerp heeft)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proefwerkweken zijn ideaal. Je hebt dan genoeg tijd om te leren. Ook hoef je je maar op één of twee vakken per dag te richten.
A
Voor- en nadelen
B
Voorbeelden
C
Vergelijking
D
Oorzaak / gevolg

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jongeren kunnen tegenwoordig niet goed meer spellen en formuleren. Ze schrijven allemaal ‘hun hebben’ en ‘me vader’.
A
Voor- en nadelen
B
Voorbeelden
C
Vergelijking
D
Oorzaak / gevolg

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je moet wel je helm opdoen bij het motorrijden; dat is volgens de wet verplicht.
A
Voor- en nadelen
B
Voorbeelden
C
Vergelijking
D
Oorzaak / gevolg

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het is zinloos de verkoop van verdovende middelen te verbieden. Kijk maar naar Amerika, daar is het vroeger ook niet gelukt niet alcohol uit te bannen door de verkoop ervan te verbieden.
A
Vergelijking
B
Autoriteit
C
Oorzaak / gevolg
D
Kenmerk / eigenschap

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De film Avatar viel ontzettend tegen.
De special effects waren niet om aan te zien.

A
Vergelijking
B
Autoriteit
C
Oorzaak / gevolg
D
Kenmerk / eigenschap

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jaap is een geboren leraar.
Hij hoeft zijn lessen nauwelijks voor te bereiden.

A
Vergelijking
B
Autoriteit
C
Oorzaak / gevolg
D
Kenmerk / eigenschap

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Argumentatiestructuren
- argumentatie in een argumentatiestructuur (=blokjesschema) zetten.
- onderscheid maken tussen een enkelvoudige
nevenschikkende met onafhankelijke argumenten,
nevenschikkende met afhankelijke argumenten,
onderschikkende argumentatie, 
combinatie van een nevenschikkende en onderschikkende argumentatie


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
1) beginnen met kritisch denken
2) via een stappenplan de aanvaardbaarheid van argumentatie in een tekst beoordelen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies