Studievaardigheid- Begrippen, concepten en hun context

Studievaardigheid 
Begrippen begrijpen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Studievaardigheid 
Begrippen begrijpen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen Begrijpen Begint:
met 
A. het verschil begrijpen tussen begrip en concept,
B. het belang begrijpen van de rol van een context:
C. de lol ontdekken om ermee te puzzelen

Na A,B en C kan het je helpen begrippen leren!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrip--> concept
Bij concept denk je misschien eerst aan een klad/ schets van iets, bijvoorbeeld straks van je HB/stageverslag. Dan vraag je je begeleider naar je 'conceptverslag' te kijken.

Maar concept kan ook een niet-gespecificeerd begrip zijn dat pas betekenis krijgt door de context. 

Verduidelijking concept en context hierna. Eerst twee vragen: 
Heeft iemand het vak maatschappijwetenschappen (MAW) op de havo gevolgd? 
Of ken je de concept-context-benadering uit de natuurwetenschappen?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concept 
Concepten als niet niet-gespecificeerd begrip...beetje vaag?

Voorbeelden uit de sociologie en politicologie, handig geordend bij MAW. 

Zie volgende figuur waar de concepten zijn onderverdeeld in vier hoofdconcepten: vorming, binding, verhouding en verandering. 

Daaronder per hoofdconcept weer kernconcepten...Zie het als hulpmiddel!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.2 Gereedschapskist MAW

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concepten als hulpmiddel
Zoals een timmerman gereedschap heeft om een kast in elkaar te zetten, zo heeft een sociaal- 
wetenschapper instrumenten nodig om een maatschappelijk verschijnsel en probleem te onderzoeken. 

Zie die voorgaande afbeelding met vier hoofdconcepten en 23 kernconcepteneen dus als een gereedschapskist. 

Dit zijn vakbegrippen die bruikbaar zijn om de sociale en politieke
verschijnselen te begrijpen (en terug)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Context
Een context is een toepassingssituatie

Binnen ons vak: een maatschappelijke kwestie of ontwikkeling.

Die concepten/ niet gespecificeerde begrippen, leer je begrijpen door verschillende contexten. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concept in Context

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concept-contextbenadering
Kern van deze co-co-benadering:

Nieuwe concepten worden uitgelegd aan de hand van contexten.
Bekende concepten worden wendbaar gebruikt in verschillende contexten,  ook in de toekomst!

Zie poster vakspecifieke vaardigheden!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld Co-Co-Toepassing (1)
1.    Macht is het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten
2.    Op school wordt kennis overgedragen door docenten.



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld Co-Co-Toepassing (2)

3.    Een docent zet zijn kennis (cognitieve machtsbron) met de doelstelling om zoveel mogelijk leerlingen te laten slagen. Door zijn kennis te delen vergroot hij de handelingsmogelijkheid van leerlingen om zich goed voor te bereiden op de toets.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met toepassen
Waarom heeft dat zin?

Weten jullie nog die studievaardigheid 'aantekeningen maken'? 

Waar zit dat in de volgende cirkel van leersucces?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cirkel van leersucces

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Juist: Aanleggen van breincircuits! 
  • Dat doe je door:
  •  
  • Samenvatten, o.a. bij en na het aantekeningen maken
  • Toepassen, o.a. door nieuwe concepten in nieuwe contexten 
  • Hierarchisch structureren, o.a. van concepten (denk aan MAW-placemat)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar nu?
Nu we weten wat begrip, concept en context is en wat het verschil is.
Nu we weten dat het een belangrijke kunde is, ook vanwege je dubbelrol: nu student, straks docent!

Nu we dat weten: 
-Hoe vinden we dan die lol erin?
-Hoe leren we die begrippen nu begrijpen?


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrip begrijpen door o.a. (1):

-Check je aantekeningen op begrippen, concepten en contexten en benoem ze als zodanig

-Oefenen met toepassingen: zoek het woord in verschillende soorten teksten/ studievakken/video's en verwoord de overeenkomsten.

Slide 16 - Tekstslide

krant want: lezen, lezen en nog eens lezen helpt!
Begrip begrijpen door o.a. (2):
Ontleed de delen (lettergrepen) van het woord en let op bij het voorvoegsel!
promotie,
dekolonisatie, 
asociaal,
Onthechten,
antipathie,
internaliseren, 
internationaliseren, etc, etc

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrip begrijpen door o.a. (3):
-Teken het begrip of concept
-Vertaal het woord in een andere, jouw bekende taal
-Leg het woord uit aan je tante, zus of buurman
-Schrijf met je studiegenoot allebei een uitleg op en vergelijk die
-Andere tips?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergeet niet:
Concept-contextbenadering is heus wat je al vaak doet en redelij kan.

Het gaat- vanwege je dubbelrol, ook om het bewustzijn ervan.

En om het spelen ermee: Bij ons vak/ onze lessen zullen er altijd leerlingen/ studenten met concepten of juist contexten komen. 
Hoe laat jij je klas ermee spelen en zo ervan leren?! 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies