6.1 Maatschappelijke positie

6.1 Maatschappelijke positie
- het verschil in maatschappelijke positie tussen autochtone Nederlanders en Nederlanders met een migratie achtergrond

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.1 Maatschappelijke positie
- het verschil in maatschappelijke positie tussen autochtone Nederlanders en Nederlanders met een migratie achtergrond

Slide 1 - Tekstslide

verschillen in maatschappelijke positie
Maatschappelijke positie = de plek die je in de samenleving inneemt. Een ander woord hiervoor is sociaal-economische positie

Hoog: bijvoorbeeld arts, advocaat
Laag: bijvoorbeeld werkloos
Je plek wordt bepaald door je baan + salaris

Slide 2 - Tekstslide

Laat met een voorbeeld zien dat je maatschappelijke positie vooral bepaald wordt door het werk dat je doet.

Slide 3 - Open vraag

stand van zaken
- Mensen met een migratie-achtergrond hebben gemiddeld een lager opleidingsniveau dan de rest van Nederland.
- Het opleidingsniveau van hun kinderen en kleinkinderen stijgt wel.
- Mensen met een migratie-achtergrond zijn vaker werkloos dan autochtonen. Onder jongeren is dat zelfs 2x zo hoog als bij autochtone jongeren. 

Slide 4 - Tekstslide

- 2e en 3e generatie jongeren (dus kinderen en kleinkinderen van de eerste migranten) hebben veel vaker een baan met een hogere maatschappelijke status dan hun ouders en grootouders.

Slide 5 - Tekstslide

Verklaringen
Er zijn verschillende verklaringen voor de lagere maatschappelijke positie van mensen met een migratie-achtergrond.
- discriminatie
- taalachterstand
- opleidingsniveau van je ouders
- segregatie

Slide 6 - Tekstslide

Taalachterstand
In sommige gezinnen wordt thuis geen Nederlands gesproken. Kinderen leren de taal van hun ouders het beste. Pas als ze naar school gaan (4 jaar) leren ze goed Nederlands.

Ze hebben dan al een flinke achterstand.

Slide 7 - Tekstslide

Kennis van de samenleving
Wanneer mensen niet uit Nederland komen maar bijvoorbeeld uit een niet Westers land hebben zij een heel ander referentiekader. Hun leven is zo anders dan hier dat ze zich bijvoorbeeld niet kunnen inleven in vragen op een cito-toets.

Slide 8 - Tekstslide

Lees bron 12 op blz 65 van je tekstboek
Hoe kan de 'voorleesexpress' de maatschappelijke positie van kinderen verbeteren?

Slide 9 - Open vraag

opleidingsniveau ouders
Als ouders zelf hoog opgeleid zijn gaan hun kinderen  ook vaker naar een HBO of universiteit. 

Ze hebben die verwachten en kunnen je helpen met schoolwerk. 

Vaak hebben ze ook geld om bijles te betalen.

Slide 10 - Tekstslide

opleidingsniveau ouders
Als ouders zelf lager opgeleid zijn is het voor hen niet zo vanzelfsprekend dat hun kind een hogere opleiding gaat volgen.

Het is voor hen lastiger om te helpen met schoolwerk. 

Kinderen/ kleinkinderen van 1e of 2e generatie migranten moeten doorzettingsvermogen hebben.

Slide 11 - Tekstslide

doorzettingsvermogen: stapelen
(klein)kinderen van 1e of 2e generatie migranten krijgen vaker een lager advies op de basisschool.

Ze moeten diploma's stapelen: vmbo -> mbo -> hbo

Slide 12 - Tekstslide

Segregatie
Zwarte school: Als meer dan 12% van alle leerlingen op een school een migratie-achtergrond heeft. 

Witte school: voornamelijk autochtone kinderen

De helft van alle scholen in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag is een zwarte school

Slide 13 - Tekstslide

De overheid wil gemengde scholen
De overheid wil geen zwarte en witte scholen maar gemengde scholen. Dat is beter voor de integratie en kwaliteit voor het onderwijs.

Door samen te spelen wordt de taalachterstand sneller opgelost en verschillende groepen leren elkaar kennen. Dit vermindert discriminatie.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit dat ook de plek waar een jongere woont invloed kan hebben op zijn latere maatschappelijke positie. Gebruik het woord segregatie in je antwoord.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Link