1.3 het dieren rijk

welkom
pak je spullen er bij en wacht rustig tot we gaan beginnen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

welkom
pak je spullen er bij en wacht rustig tot we gaan beginnen

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
je kan het verschil tussen een inwendig en een uitwendig skelet benoemen.
je kan  2 dieren met een inwendig en 2 dieren met een uitwendig skelet benoemen?
je weet het verschil tussen ééncellige en meercellige dieren

Slide 2 - Tekstslide

Cel - weefsel- orgaan - organisme 

Slide 3 - Tekstslide

een orgaanstelsel

Slide 4 - Tekstslide

organen

Slide 5 - Tekstslide

welke soort cellen ken je?

Slide 6 - Tekstslide

Plantaardige en dierlijke cellen

Slide 7 - Tekstslide

kijk je huis werk na
opdracht 3 tot en met 8 blz 24.

ben je klaar? 
pak alvast je ipad en leg deze op tafel.
ga aan de slag met samenvatten (1.1 1.2 en 1.3) blz 44 en 45

Slide 8 - Tekstslide

stevigheid bij dieren
een inwendig skelet
een uitwendige skelet

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

eencellige of meercellige dieren

Slide 12 - Tekstslide

ga aan de slag
maak opdracht 9 tot en met 13 af
blz 25 en 26 van je werkboek
blz20 en 21 van jetekstboek

Slide 13 - Tekstslide

volgende week SO
hoe zit dat?
wat moet je leren?

Slide 14 - Tekstslide

wat moet je kennen?
je kan de 6 levenskenmerken benoemen
je kan de 4 verschillende rijken van organismen benoemen.
je kan benoemen hoe we organismen indelen, soort familie etc

je kan benoemen hoe de cel van een plant er uit ziet.
je kan benoemen hoe planten stevig kunnen blijven (2 manieren)
je kan benoemen dat er kleine maar ook grootte planten zijn


Slide 15 - Tekstslide

je kan benoemen waaruit een organisme is opgebouwd.
je kan voorbeelden geven van verschillende organen en dierlijke cellen.
je kan benoemen wat een inwendig en uitwendig skelet betekent
je kan benoemen wat een eencellig organisme betekent.

Slide 16 - Tekstslide

leerdoelen
je kan het verschil tussen een inwendig en een uitwendig skelet benoemen.
je kan  2 dieren met een inwendig en 2 dieren met een uitwendig skelet benoemen?
je weet het verschil tussen ééncellige en meercellige dieren

Slide 17 - Tekstslide