Schrijfvaardigheid Brief schrijven

Deutsch
Einen Brief schreiben
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Deutsch
Einen Brief schreiben

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- de leerling kan zijn gevoelens in een brief in het Duits verwoorden.
- de leerling kan juiste zinsconstructies in een Duitse brief gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Tekstslide

Anrede
Bedenk van te voren aan wie je de mail stuurt.
Is het een jongen gebruik dan:    Lieber Fritz,
Is het een meisje gebruik dan:     Liebe Ulrike,

Let op de , (komma) na de naam!

Slide 5 - Tekstslide

Einleitung
Je start je zin met een kleine letter. Dit komt doordat je een komma hebt gebruikt bij de aanhef. De zin is daardoor nog niet ten einde.
Begin de e-mail altijd met de volgende 2 zinnen:
wie geht es dir? Mir geht es gut.
(Het gaat ook altijd goed met je, dat is namelijk makkelijk te schrijven.)


Slide 6 - Tekstslide

Gruß
Bij een persoonlijke e-mail sluit je als volgt af:

Viele Grüße / Liebe Grüße / Beste Grüße/ LG

Kies eentje die je leuk vindt.
(let op! Geen komma erachter!)

Slide 7 - Tekstslide

Wie fängt man einen Brief an einen Freund an?
A
Wie geht es?
B
Bester,
C
Sehr geehrter...
D
Liebe/r ....

Slide 8 - Quizvraag

Wie antwortet man auf die Frage: wie geht es dir?
A
Mit mir geht es gut.
B
Ich fühle mich bestens.
C
Mein Tag läuft sehr gut.
D
Mir geht es schlecht.

Slide 9 - Quizvraag

Wie spricht man seinen Freund an?
A
Du
B
Freundchen
C
Mit dem Vornamen
D
Sie

Slide 10 - Quizvraag

Wie schliesst man einen Brief ab?
A
Bis schnell!
B
Alles Liebe
C
Liebe Grüsse
D
Bis Bald

Slide 11 - Quizvraag

Welche Gründe (redenen) gibt es, einen Brief einem Freund zuzusenden?
A
Geburtstag
B
Urlaub
C
Schule
D
Liebesbrief

Slide 12 - Quizvraag

(25 min.) Je schrijft een brief aan een vriend/vriendin
 Schrijf een brief  en gebruik volgende punten:

- Vraag hoe het met hem/haar gaat en vertel hoe het met jou is
- Vertel dat je net vakantie hebt gehad (en waar je bent geweest) (Die Maiferien sind wieder vorbei.)
- Vertel over je school
- Vertel iets over je vrienden/hobby's/sport
- Denk aan de juiste aanhef en afsluiting

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Hulpmiddelen
- www.uitmuntend.de
- mijnwoordenboek.nl
- woordenboek 


Slide 15 - Tekstslide