Mijn thuis

Mijn thuis
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Mijn thuis

Slide 1 - Tekstslide

Wat zullen we zien?
Mens-en wereldbeeld
Primaire en secundaire socialisatie

Slide 2 - Tekstslide

Mensbeeld
= manier waarop je de mens, ook jezelf, ziet, ervaart, beleeft en typeert!
= een beeld dat we van mensen hebben! 
ligt niet vast - verschilt sterk tussen mensen 
vb. Oude mensen kunnen niet rijden. Ze moeten hun rijbewijs opnieuw afleggen.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zie jij de mens?

Slide 4 - Woordweb

Wereldbeeld
= hoe we naar de maatschappij kijken
oorzaak = eigen ervaringen, eigen waarden en normen, eigen interpretaties
Het denken over de wereld bepaalt je gedrag en handelen!
vb. Wereld is gevaarlijk omdat ik ooit ben overvallen aan het station te Brugge.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zie jij de wereld?

Slide 6 - Woordweb

Mensbeeld vs wereldbeeld
= Hoe jij naar de mens kijkt bepaalt ook jouw kijk naar de wereld!
vb. Oudjes kunnen niet rijden of vrouwen kunnen niet rijden - zegt iets over hoe jij naar ouderen of vrouwen kijkt.

Slide 7 - Tekstslide

De mens is egoïstisch (denkt alleen aan zichzelf). Als hij iets goeds doet, is dat meestal om er zelf beter van te worden en niet om iemand anders te helpen.
A
Mensbeeld
B
Wereldbeeld

Slide 8 - Quizvraag

Kinderen hebben discipline en strengheid nodig, anders worden ze nooit goede burgers.
A
Mensbeeld
B
Wereldbeeld

Slide 9 - Quizvraag

De natuur is sterker dan de mens. Uiteindelijk zal de aarde zich altijd herstellen, zelfs als wij haar vernietigen.
A
Mensbeeld
B
Wereldbeeld

Slide 10 - Quizvraag

Waarden en normen
Hoe jij kijkt naar de mensen rond jou en de wereld rondom jou, wordt bepaald door jouw waarden en normen!

Slide 11 - Tekstslide

Wie of wat heeft hier invloed op?

Slide 12 - Woordweb

Primaire socialisatie
= onder invloed van het gezin 
  • waarden en normen tijdens de opvoeding
  • afhankelijk van de personen die je opvoeden
  • gezin vormt de basis van hoe je kijkt naar jezelf en naar de wereld

Slide 13 - Tekstslide

Primaire socialisatie
Belangrijkste = stabiele gezinsvorm WANT constante verandering schept verwarring omtrent waarden en normen!
Verschillende gezinsvormen: variatie is eindeloos (zie pagina 57-58)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Hoe noem je deze gezinsvorm?
Als je hulp nodig hebt, kan je kijken op pagina 57-58

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Hoe noem je deze gezinsvorm?
Als je hulp nodig hebt, kan je kijken op pagina 57-58

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Hoe noem je deze gezinsvorm?
Als je hulp nodig hebt, kan je kijken op pagina 57-58

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Hoe noem je deze gezinsvorm?
Als je hulp nodig hebt, kan je kijken op pagina 57-58

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Hoe noem je deze gezinsvorm?
Als je hulp nodig hebt, kan je kijken op pagina 57-58

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Hoe noem je deze gezinsvorm?
Als je hulp nodig hebt, kan je kijken op pagina 57-58

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Hoe noem je deze gezinsvorm?
Als je hulp nodig hebt, kan je kijken op pagina 57-58

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Hoe noem je deze gezinsvorm?
Als je hulp nodig hebt, kan je kijken op pagina 57-58

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Hoe noem je deze gezinsvorm?
Als je hulp nodig hebt, kan je kijken op pagina 57-58

Slide 32 - Open vraag

Primaire socialisatie
Wat voor een ouder/opvoeder belangrijk is, wordt doorgegeven aan de kinderen!
vb. Aan tafel blijven tot iedereen klaar is met eten.

Slide 33 - Tekstslide

Welke huisregels ken jij?

Slide 34 - Woordweb

Primaire socialisatie
Hoe brengen ouders hun waarden en normen bij?
deugden = praktische waarden zoals beleefdheid - eerlijkheid - netheid
tradities = eigen ervaringen overbrengen zoals aan tafel blijven zitten

Slide 35 - Tekstslide

Secundaire socalisatie
= onder invloed van grotere en formele samenlevingsverbanden zoals school, werk, hobby …
= onder invloed van de peergroep (= onze gelijken)
= welke waarden en normen vind ik nu belangrijk?


Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Kleuters
= door hun activiteiten in de klas leren kleuters vormen van differentiatie en integratie
vb. verschil tussen meisje en jongen (geslacht)
vb. verschil tussen rijk en arm (status)

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Kinderen
= Vriendengroepen zijn HEEL belangrijk
Gedragingen worden bepaald door de waarden en normen uit de vriendengroep!
vb. school - hobby - vrienden uit de buurt (wordt bepaald door vrienden)

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Jongeren
  • zoeken contact met leeftijdsgenoten
  • gedrag wordt aangepast aan de normen in de groep
  • leiders van de groep bepalen de waarden en normen - je past je aan wat de groep wil 

Slide 42 - Tekstslide

Toegewezen geslacht bij geboorte: Man
Genderidentiteit: Man
Genderexpressie: Mannelijk
Seksuele voorkeur: Valt op mannen en vrouwen

A
Biseksueel
B
Non-binair
C
Homoseksueel
D
Transvrouw

Slide 43 - Quizvraag

Toegewezen geslacht bij geboorte: Man
Genderidentiteit: Man
Genderexpressie: Mannelijk
Seksuele voorkeur: Valt op mannen
A
Transman
B
Hetero
C
Homoseksueel
D
Lesbienne

Slide 44 - Quizvraag

Slide 45 - Video