Paragraaf 3.2 (1VMB)

Paragraaf 2

Hoofdstuk 3 
Wat ga je doen?



-> Lezen § 3.2

-> Aan de slag

-> Afronding


 
Temperatuurverschillen op aarde
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2

Hoofdstuk 3 
Wat ga je doen?



-> Lezen § 3.2

-> Aan de slag

-> Afronding


 
Temperatuurverschillen op aarde

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 2

Hoofdstuk 3 
Wat ga je doen?



-> Lezen § 3.2

-> Aan de slag

-> Afronding


 
Temperatuurverschillen op aarde

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Paragraaf 2

Hoofdstuk 3 
Wat ga je doen?



-> Lezen § 3.2

-> Aan de slag

-> Afronding


 
Temperatuurverschillen op aarde

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht

-> Heb je de tekst goed
     gelezen?

-> Beantwoord dan de
     vragen op de
     volgende dia's.
 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de titel van § 3.2

Slide 6 - Open vraag

Wat ga ik volgens de blauwe intro-tekst leren in deze paragraaf?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het verschil tussen de plaatsen Al Azizijah en Vostok uit de intro-tekst van § 3.2?

Slide 8 - Open vraag

Waarom is onze planeet de enige planeet in het zonnestelsel waarop goed te leven is?

Slide 9 - Open vraag

Wat bedoelen we met de atmosfeer? (zie begrippenlijst)

Slide 10 - Open vraag

Maak de zin af: hoe verder van de evenaar, hoe.......

Slide 11 - Open vraag

Waarom is het op hoge breedte kouder? Benoem in je antwoord de stand van de zon.

Slide 12 - Open vraag

Waarom is het op lage breedte warmer? Benoem in je antwoord de stand van de zon.

Slide 13 - Open vraag

Maak deze regel af: hoe hoger, hoe ......?

Slide 14 - Open vraag

Met hoeveel graden daalt de temperatuur als 1000 meter omhoog gaat?

Slide 15 - Open vraag

Leg uit hoe de luchtlaag rondom de aarde indirect door de zon wordt verwarmt.

Slide 16 - Open vraag

Waardoor worden zomer en winter veroorzaakt?

Slide 17 - Open vraag

Waardoor wordt dag en nacht veroorzaakt?

Slide 18 - Open vraag

Welk halfrond (noordelijk of zuidelijk) ontvangt in december het meeste zonlicht en heeft dus lange dagen en korte nachten?

Slide 19 - Open vraag

Welk halfrond (noordelijk of zuidelijk) ontvangt in december het minste zonlicht en heeft dus lange dagen en korte nachten?

Slide 20 - Open vraag

Wat is de pooldag? Wanneer heerst de pooldag in de Noordpool?

Slide 21 - Open vraag

Wat is de poolnacht? Wanneer heerst de poolnacht in de Noordpool?

Slide 22 - Open vraag

Paragraaf 3.2 doorgenomen?



Ga dan verder met:

->  Online opdr. 1 t/m 5

->  Online box 3.2

 

Slide 23 - Tekstslide

           Je bent nu klaar met de les 'paragraaf 3.2' 

Slide 24 - Tekstslide