511 - 4H - Samenvatting

Welkom in de les
Wat je nodig hebt vandaag:


✨Je hoofd✨
&
📚Je boek en Binas📚
+ pen/potlood en schrift
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
Wat je nodig hebt vandaag:


✨Je hoofd✨
&
📚Je boek en Binas📚
+ pen/potlood en schrift

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Samenvatting van het hoofdstuk
- Vragen via LessonUp
- Theorie herhalen


Samen opdrachten oefenen


Slide 2 - Tekstslide

5.1

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de twee manieren van detecteren van straling?
A
Geiger-muller teller (GM teller)
B
Nevelvat
C
MRI-scan
D
Echografie

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen bestraling en besmetting?
A
Er is geen verschil tussen bestraling en besmetting
B
Bestraling is blootstelling aan straling van een bron ergens anders, besmetting is wanneer de bron van straling in of op je lijf zit
C
Bestraling is alleen therapeutisch, besmetting is alleen diagnostisch
D
Bestraling is alleen diagnostisch, besmetting is alleen therapeutisch

Slide 5 - Quizvraag

Welke materialen kunnen elektromagnetische straling tegenhouden?
A
Beton
B
Papier
C
Hout
D
Aluminiumfolie

Slide 6 - Quizvraag

Wat is Elektromagnetische straling?
A
Bestaat uit golven van materie
B
Bestaat uit fysische krachten
C
Bestaat uit deeltjes van materie
D
Bestaat uit fotonen

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn fotonen?
A
Fysische krachten
B
Pakketjes energie
C
Golven van materie
D
Deeltjes van materie

Slide 8 - Quizvraag

Elektromagnetische straling
Bestaat uit fotonen

Fotonen
- pakketjes energie
- zijn soms een deeltje
- zijn soms een golf
- kunnen niet op de foto

Slide 9 - Tekstslide

Spectrum
Lage frequentie
Weinig energie
Hoge frequentie
Veel energie
Binas 19B

Slide 10 - Tekstslide

Hoe makkelijk kan je de straling tegenhouden?
      - straling                             - straling                                   - straling
α
β
γ
Kan je tegenhouden met een papiertje
Kan je tegenhouden met aluminiumfolie.
Kan zelfs door beton heen.

Slide 11 - Tekstslide

Waar komt het vandaan?
Natuurlijke bronnen

Slide 12 - Tekstslide

Waar komt het vandaan?
Kunstmatige bronnen

Slide 13 - Tekstslide

Bestraling vs Besmetting
Bestraling
Je bent blootgesteld aan straling, maar de bron is ergens anders.
Besmetting
De bron van de straling zit in of op je lijf.

Slide 14 - Tekstslide

Gevolgen van straling

Slide 15 - Tekstslide

Medische toepassing
Therapeutisch
Diagnostisch

Slide 16 - Tekstslide

Twee manieren van detecteren
Nevelvat


Geiger-muller teller 
(GM teller)

Slide 17 - Tekstslide

5.2

Slide 18 - Tekstslide

Wat zijn de drie soorten verval?
A
Ionisatie, exciteer en de-exciteer
B
Neutron, proton en elektron
C
Positron, negatron en foton
D
Alfa, bèta en gamma

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen atoomnummer en massagetal?
A
Atoomnummer is het aantal protonen, massagetal is het aantal protonen en neutronen
B
Massagetal is het aantal protonen, atoomnummer is het aantal neutronen
C
Atoomnummer en massagetal zijn hetzelfde
D
Atoomnummer is het aantal neutronen, massagetal is het aantal protonen

Slide 20 - Quizvraag

Hoe schrijf je dat op?
Atoomnummer = aantal protonen
Massagetal = protonen + neutronen
Symbool

Slide 21 - Tekstslide

Drie soorten verval
      - straling                             - straling                                   - straling
α
β
γ
0
0
He
γ
4
2
0
-1
e  

Slide 22 - Tekstslide

5.3

Slide 23 - Tekstslide

Wat is de verzwakking van α-straling?
A
De verzwakking is afhankelijk van de hoeveelheid halveringsdiktes en kan worden berekend met I = I0 / 2^n
B
De verzwakking is afhankelijk van de energie van de straling en kan worden berekend met I = I0 x E
C
De verzwakking neemt exponentieel toe en kan worden berekend met I = I0 x n^2
D
De verzwakking is constant en kan worden berekend met I = I0 / 2

Slide 24 - Quizvraag

Welke factoren bepalen de halveringsdikte?
A
Dichtheid van de stof, lichtdoorlatendheid van de straling, atmosferische druk
B
Kleur van de straling, vorm van de stof, magnetische eigenschappen van de straling
C
Grootte van het deeltje, temperatuur van de stof, snelheid van de straling
D
Soort straling, energie van de straling, stof waar de straling doorheen gaat

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de halveringsdikte?
A
De dikte waarop de straling nog maar 25% van de oorspronkelijke intensiteit heeft
B
De dikte waarop de straling volledig is tegengehouden
C
De dikte waarop de straling nog maar 10% van de oorspronkelijke intensiteit heeft
D
De dikte waarop de helft van de straling is tegengehouden

Slide 26 - Quizvraag

Welke factoren bepalen de dracht?
A
De dichtheid van de stof, de lichtdoorlatendheid van de straling, de atmosferische druk
B
De soort straling, de soort stof waar het doorheen gaat, de energie van de straling
C
De grootte van het deeltje, de temperatuur van de stof, de snelheid van de straling
D
De kleur van de straling, de vorm van de stof, de magnetische eigenschappen van de straling

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de dracht?
A
De afstand die een deeltje in een stof aflegt voordat het stopt
B
De minimale afstand die een deeltje in een stof kan afleggen
C
De gemiddelde afstand die een deeltje in een stof kan afleggen
D
De maximale afstand die een deeltje in een stof kan afleggen

Slide 28 - Quizvraag

Doordringend en ioniserend vermogen
soort straling
ioniserend vermogen
doordringend vermogen
sterk
zwak
matig
matig
      en röntgen
zwak
sterk
α
β
γ

Slide 29 - Tekstslide

Dracht 
Maximale afstand die een deeltje in een stof kan afleggen heet de dracht. Dit is afhankelijk van:
- De soort straling.
- De soort stof waar het doorheen gaat.
- De energie van de straling.

Voor       - en        - straling is dat een afstand van een paar cm.
α
β

Slide 30 - Tekstslide

Halveringsdikte
Elektromagnetische straling heeft een hoog doordringend vermogen. We kijken dan naar 
de halveringsdikte.

De halveringsdikte is de dikte waarop
de helft van de straling is
tegengehouden. 

Slide 31 - Tekstslide

Halveringsdikte
Halveringsdikte is afhankelijk van
- soort straling
- energie van de straling
- de stof waar de straling 
door heen gaat. 
Binas
28 F

Slide 32 - Tekstslide

Verzwakking van     -straling



met I = stralingsintensiteit na bepaalde hoeveelheid               
               halveringsdiktes.
         I0= oorspronkelijke stralingsintensiteit.
         n = hoeveelheid halveringsdiktes.
Binas
35 E3
γ
I=I0(21)n
n=d21d

Slide 33 - Tekstslide

5.4

Slide 34 - Tekstslide

Wat is een dochterkern?
A
Een kern die ontstaat na het verval van een moederkern
B
Een kern die vervalt tot een andere kern
C
Een kern die ontstaat bij het samensmelten van twee andere kernen
D
Een stabiele kern die ontstaat na radioactief verval

Slide 35 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij een halveringstijd?
A
De tijd waarin de helft van de radioactieve stof vervalt
B
De hoeveelheid radioactieve stof neemt af tot de helft
C
De hoeveelheid radioactieve stof blijft hetzelfde
D
De tijd waarin alle radioactieve stof vervalt

Slide 36 - Quizvraag

Wat is een moederkern?
A
Een kern die instabiel is en straling uitzendt
B
Een kern die ontstaat bij het samensmelten van twee andere kernen
C
Een stabiele kern die geen straling uitzendt
D
Een radioactieve kern die vervalt tot een andere kern

Slide 37 - Quizvraag

Wat is radioactiviteit?
A
Het proces waarbij een atoomkern vervalt en straling uitzendt
B
De eigenschap van een atoomkern om straling uit te zenden
C
Het proces waarbij een atoomkern samensmelt met een andere atoomkern
D
De eigenschap van een atoomkern om stabiel te zijn

Slide 38 - Quizvraag

Wat drukken we uit in becquerel (Bq)?
A
De hoeveelheid straling die vrijkomt
B
De activiteit van een bron
C
De afstand tot de bron
D
Hoeveel kernen per seconde vervallen

Slide 39 - Quizvraag

Wat kan je met de meting van een stralingsmeter?
De hoeveelheid kernen die per seconde vervallen noemen de activiteit van een bron.

Dit drukken we uit in
becquerel (Bq).

1 Bq = 1 kern per seconde.

Slide 40 - Tekstslide

Radioactiviteit gaat langzaam weg....
Moederkern
Dochterkern
Straling
Radioactief
NIET
Radioactief
(vaak)

Slide 41 - Tekstslide

Halveringstijd
1 halveringstijd
1 halveringstijd
1 halveringstijd
BINAS 25A

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Pauze 
timer
6:00

Slide 49 - Tekstslide