Stille kracht

Stille kracht en codes
Lesdoel:
Je weet dat je je moet aanpassen aan de gewoontes.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesISK

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Stille kracht en codes
Lesdoel:
Je weet dat je je moet aanpassen aan de gewoontes.

Slide 1 - Tekstslide

Ik denk dat ... en ... de stille krachten zijn.

Slide 2 - Open vraag

huiswerk
Ritaj, Alina en Nataliia blijven vanmiddag na.

Slide 3 - Tekstslide

Eind van het schooljaar
  • Deze week hebben we gewoon les.
  • Volgende week vanaf 30-6 is er een toetsweek, je hebt alleen toetsen en geen les. De lessen gaan door tot 9 juli.
  • Op 9-7 nemen we officieel afscheid van iedereen die de ISK verlaat. Er is een presentatie en je ontvangt je NT2 certificaat. Alle leerlingen zijn welkom en je ouders natuurlijk ook.
  • 14 juli is er een sportdag.
  • 16 juli is er een een mentoruitje met de klas. De hele ISK doet dit samen. We nemen dan afscheid van elkaar.

Slide 4 - Tekstslide

Ik denk dat ... en ... de stille krachten zijn,
want ...

Slide 5 - Open vraag

Codes, een spel
Een 5 leerlingen gaan naar de gang.
De groep die in het lokaal blijft spreekt een code af.
Er is een gesprek tussen de mensen in het lokaal.
De buitenstaanders kijken goed hoe iedereen zich gedraagt.
Zij proberen mee te doen aan het gesprek maar daarvoor moet je de code kennen.
Ken je de code, dan doe je gewoon mee.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kan je iemand helpen om zich thuis te voelen?

Slide 7 - Open vraag

Wat is een goede manier om gewoontes te ontdekken?
A
Vraag het aan een leraar.
B
Blijf stil en luister.
C
Praat met de groep.
D
Kijk naar wat ze doen.

Slide 8 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk om gewoontes te kennen?
A
Omdat het leuk is.
B
Voor betere samenwerking.
C
Om elkaar te begrijpen.
D
Omdat het verplicht is.

Slide 9 - Quizvraag

Je verplaatsen in een ander
Om elkaar goed te kunnen begrijpen moet je denken als de ander.
Je bedenkt dan ook of iemand boos wordt door wat jij zegt.
Je bedenkt of je het op de goede manier zegt.

Slide 10 - Tekstslide

Wat doe jij als je je moet verplaatsen in iemand anders?
A
Ik kan goed rekening houden met iemand.
B
Ik weet heel goed hoe ik iets kan vertellen.
C
Ik ga eerst vragen stellen.
D
Ik zeg eerst waar het over gaat en dan ga ik pas vertellen.

Slide 11 - Quizvraag