Economische Geschiedenis, 2022-2023

Welkom!
Welkom!
Hoofdstuk 9, paragraaf 1: "Kun je welvaart meten?"
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Welkom!
Hoofdstuk 9, paragraaf 1: "Kun je welvaart meten?"

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6.2 Arbeidsproductiviteit
Arbeidsproductiviteit

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6.2 Arbeidsproductiviteit
Arbeidsproductiviteit
Productie (waarde)
werkgelegenheid
-------------------------
=
Arbeidsproductiviteit -> de productie (waarde) per persoon in een bepaalde periode.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6.2 Arbeidsproductiviteit
In de Ola ijsfabriek wordt sinds vorig jaar een nieuw soort ijsje gemaakt: Watermeloen/mars-smaak. Het bedrijf hanteert een 32-urige werkweek, waarbij de werknemers ook nog 4 weken vakantie mogen vieren.
De jaarlijkse productie bedraagt 400.000 ijsjes.
er zijn 1.500 werknemers in dienst.
1) Bereken de arbeidsproductiviteit in ijsjes per jaar 
2) Bereken de arbeidsproductiviteit in ijsjes per uur

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6.2 Arbeidsproductiviteit
In de Ola ijsfabriek wordt sinds vorig jaar een nieuw soort ijsje gemaakt: Watermeloen/mars-smaak. Het bedrijf hanteert een 32-urige werkweek, waarbij de werknemers ook nog 4 weken vakantie mogen vieren.
De jaarlijkse productie bedraagt 400.000 ijsjes. Er zijn 1.500 werknemers in dienst.
1) Bereken de arbeidsproductiviteit in ijsjes per jaar 
2) Bereken de arbeidsproductiviteit in ijsjes per uur

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6.2 Arbeidsproductiviteit
https://www.cbs.nl/nl-nl/dossier/dossier-flexwerk/wat-zijn-flexwerkers-
Flexwerk

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3H - K&W H6

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je kennen en kunnen?
  • Kunnen uitleggen wat een arbeidsmarkt is.
  • Weten wie vraag en aanbod zijn op de arbeidsmarkt.
  • Weten welke mensen bij de beroepsbevolking horen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij het woord 'arbeidsmarkt'?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsmarkt (overzicht)
De arbeidsmarkt is het geheel van vraag naar en aanbod van arbeid.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroepsbevolking (aanbod)
Beroepsbevolking =  alle mensen tussen de 15 en 67 jaar (als je met pensioen gaat) die werken of op zoek zijn naar werk.

  • De beroepsbevolking bestaat dus uit werkende en niet werkende mensen
  • Niet alle mensen tussen de 15 en 67 jaar horen bij de beroepsbevolking (bv. als je niet kunt werken).

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij werkloosheid is de vraag naar arbeid ....... dan het aanbod ervan.
A
Groter
B
Kleiner

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkgevers die werknemers nodig hebben horen bij ......... op de arbeidsmarkt.
A
de vraag
B
het aanbod

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkloze werknemers horen bij de ......... op de arbeidsmarkt.
A
de vraag
B
het aanbod

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op de arbeidsmarkt hebben we ook Qa en Qv


Qa = aantal aanbieders van arbeid
Qv = aantal gevraagde personen
L = uurloon 

P wordt dus L

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
- Maken 6.24 t/m 6.26
    - In stilte (zonder telefoon en oortjes)
    - Vragen? > Lees de vraag nog een keer door > Fluisterend aan je buurman/vrouw vragen > Aan mij vragen
Klaar?
- Nakijken van de opgaven 
- Leerdoelen van de planner samenvatten


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3H - K&W H6

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je kunt de arbeidsproductiviteit berekenen
  • Je weet wat de productiewaarde is

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsproductiviteit
Wat een persoon kan produceren in een bepaalde tijd

Formule voor arbeidsproductiviteit


arbeidsproductiviteit = totale productie per periode : aantal werkenden

    

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsproductiviteit
Arbeidsproductiviteit is de productie per werknemer in een bepaalde tijd.

Bedrijven willen het liefst een zo hoog mogelijke arbeidsproductiviteit.

Waarom is een hogere arbeidsproductiviteit voordelig?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsproductiviteit
  • Om zoveel mogelijk winst te behalen, wil je een zo'n hoog mogelijke arbeidsproductiviteit

  • De arbeidsproductiviteit kun je verhogen door:
  • technologische ontwikkeling, zoals automatisering en mechanisering
  • betere arbeidsverdeling (wie doet wat, specialisatie)
  • scholing
  • prestatiebeloning (bonus)
  • Arbeidsproductiviteit = totale productie per periode : aantal werkenden

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
- Filmpje: "Welvaart".
- Instructie: "Welvaart".
- Klassengesprek.
- Huiswerk.
- Afsluiting.


  

Slide 23 - Tekstslide

Tijdens het bekijken van dit filmpje beantwoorden de leerlingen de volgende. vragen;

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart
Welvaart: dat mate waarin je in je behoefte kunt voorzien. 

Welvaart in ruime zin: hierbij ga je uit van subjectieve verschillen tussen mensen. 
Welvaart in enge zin: de welvaart kan worden gemeten in geld. 
Welvaart: dat mate waarin je in je behoefte kunt voorzien. 
Welvaart in ruime zin: hierbij ga je uit van subjectieve verschillen tussen mensen. 
Welvaart in enge zin: de welvaart kan worden gemeten in geld. 
Welvaart
"Wat moet iedereen over zijn inkomen/vermogen/winst betalen?"

Slide 25 - Tekstslide

Onderwijs leergesprek;
1. Wat moet iedereen over zijn inkomen/vermogen/winst betalen?
2. Waarom zouden mensen met veel inkomen/vermogen/winst naar het buitenland verhuizen?
3. Hoe verloopt het 'nieuwe' systeem van kapitalisme, als vermogende geen belasting meer in Nederland betalen?
Wat is welvaart?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart
Welvaart: dat mate waarin je in je behoefte kunt voorzien. 

Welvaart in ruime zin: hierbij ga je uit van subjectieve verschillen tussen mensen. 
Welvaart in enge zin: de welvaart kan worden gemeten in geld. 
Maak tweetallen. Kies een multinationale onderneming. Beantwoord de onderstaande vragen. Tip! Maak gebruik van het internet.

- Wie zijn de eigenaren? Waar komen deze vandaan?
- In welk land is het bedrijf gevestigd?
- Hoeveel belastingen moet het bedrijf in het gevestigde land betalen? Is dit meer/minder dan in het land waar de eigenaren vandaan komen?
- Geef het verband weer tussen de vestigingsplaats en de te betalen belastingen. 
Huiswerk ;)

Slide 27 - Tekstslide

Onderwijs leergesprek;
1. Wat moet iedereen over zijn inkomen/vermogen/winst betalen?
2. Waarom zouden mensen met veel inkomen/vermogen/winst naar het buitenland verhuizen?
3. Hoe verloopt het 'nieuwe' systeem van kapitalisme, als vermogende geen belasting meer in Nederland betalen?