Maandag 1.03.21

Was machen wir heute?
1. Kurze Wiederholung des Gelernten (ca 30 Minuten)
2. Arbeit am Gespräch 
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Was machen wir heute?
1. Kurze Wiederholung des Gelernten (ca 30 Minuten)
2. Arbeit am Gespräch 

Slide 1 - Tekstslide

Unterstreiche die Präposition im Satz. Ergänze das Personalpronomen 

Slide 2 - Tekstslide


Sie- Frau Ammer, das Geschenk ist für ____________!

Slide 3 - Open vraag

ihr Kommt ihr auch? Ohne _________ ist die Party langweilig!

Slide 4 - Open vraag

du Du hörst mir nie zu! Alles dreht sich immer nur um _________ !

Slide 5 - Open vraag

wir Wir haben viel trainiert! Heute verliert ihr gegen ________ !

Slide 6 - Open vraag

ich Sind die Turnschuhe für ______________?

Slide 7 - Open vraag

er Wo ist der Taschenrechner? Ohne ____________ kann ich nicht rechnen!

Slide 8 - Open vraag

Zwei Satzteile sind unterstrichen. Notiere die Funktion der unterstrichenen Satzteile auf Niederländisch: onderwerp, meewerkend voorwerp of lijdend voorwerp. Schreibe auch den passenden Fall dazu. 

Slide 9 - Tekstslide

Hast du (A) Oma (B) schon zum Geburtstag gratuliert +3?

Slide 10 - Open vraag


Ihre Klassenarbeit (A) schreiben die Schüler (B) erst am Montag

Slide 11 - Open vraag

Meine Mutter (A) leiht mir (B) heute ihr Fahrrad.

Slide 12 - Open vraag

Wie bitte? Opa hat dir (A) ein Handy (B) gekauft?

Slide 13 - Open vraag

Schön, dass du (A) mich (B) zweimal pro Woche anrufst!

Slide 14 - Open vraag

Mir (A) musst du nicht helfen. Ich (B) habe gut gelernt!

Slide 15 - Open vraag

Je gaat nu verder met het oefenen en voorbereiden van je mondelinge toets
Huiswerk: 
Herhaal alle woordjes en grammatica van H 6 en bereid je Gesprek

Slide 16 - Tekstslide

> Voorzetsels 4e
> Persoonlijk voornaamwoord
Het persoonlijk voornaamwoord in de 1ste en 4e naamval

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen 1/1
kennen
1. Je kent de persoonlijke voornaamwoorden in de eerste naamval.

2. Je kent de persoonlijke voornaamwoorden in de 4e naamval.

3. Je kent de voorzetsels van de vierde naamval.


Slide 18 - Tekstslide

Welke
persoonlijk voornaamwoorden
in het Duits ken je?
Antwoord elke keer met één woord.

Slide 19 - Woordweb

Persoonlijk voornaamwoord
Onderwerp / 1e naamval
ik / ich
jij / du 
hij / er  
zij / sie
het / es
wij / wir
jullie / ihr
zij / sie
u / Sie
Persoonlijk voornaamwoord
Lijdend voorw. / 4e naamval
mij / mich
jou / dich
hem / ihn
haar / sie
het / es
ons / uns
jullie / euch
hun / sie
u / Sie

Slide 20 - Tekstslide

Wat wordt de vorm van het persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval? Sleep naar het juiste antwoord.
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
euch
mich
dich
ihn/sie/es
uns
sie/Sie

Slide 21 - Sleepvraag

ohne
A
zonder
B
voor
C
tegen

Slide 22 - Quizvraag

für
A
zonder
B
voor
C
tegen

Slide 23 - Quizvraag

gegen
A
zonder
B
voor
C
tegen

Slide 24 - Quizvraag

Aufgabe 2
Vertaal de woorden in het Duits

Slide 25 - Tekstslide

1/7 haar
A
mich
B
dich
C
ihn
D
sie

Slide 26 - Quizvraag

2/7 jou
A
mich
B
dich
C
ihn
D
sie

Slide 27 - Quizvraag

3/7 mij
A
mich
B
dich
C
ihn
D
sie

Slide 28 - Quizvraag

4/7
(Ik) ... lade Anna auch ein.

Slide 29 - Open vraag

5/7
Wartest ... (jij) schon lange?

Slide 30 - Open vraag

6/7
Reitet ... (jullie) immer zusammen?

Slide 31 - Open vraag

7/7
Herr Ober, ... (wij) warten schon eine halbe Stunde.

Slide 32 - Open vraag

Aufgabe 3
Vertaal de woorden die tussen haakjes staan 
in het Nederlands

Slide 33 - Tekstslide

1/2 Wir kommen nicht.
Du musst (ohne uns) gehen.

Slide 34 - Open vraag

2/2 Marcel hat noch nicht (gegen Sie) gespielt.

Slide 35 - Open vraag

Aufgabe 4
Vertaal de woorden tussen haakjes in het Duits

Slide 36 - Tekstslide

1/4
(Voor wie) hast du das gemacht?

Slide 37 - Open vraag

2/4
Spiele ich heute (tegen hem)?

Slide 38 - Open vraag

3/4
... ... (zonder jullie) ist die Reise nicht halb so toll.

Slide 39 - Open vraag

4/4
Habt ihr einen Prospekt ... ... (voor ons) mitgebracht?

Slide 40 - Open vraag

Hoe zou je de uitleg van vandaag willen beoordelen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 41 - Quizvraag