ren je rot taalkundig lw/bn/zn en zww en hww

Grammatica taalkundig
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica taalkundig

Slide 1 - Tekstslide

so grammatica
Bestudeer uit Nieuw Nederlands:
blz. 30 zelfstandige nw en lidwoorden
blz. 62 bijvoeglijk nw. (stoffelijk, lange en korte vorm, trappen van vergelijking)
blz. 94 zelfstandig en hulpww.
blz. 158 voorzetsel


Zie Magister
11 oktober
Maak een gratis account aan bij www.beterontleden.nl

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Voorlezen
  • Ren je rot quiz
  • Digitale quiz 
  • Tijd over: lezen in je leesboek

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Lees eerst de zin en kies dan A of B
A
Het voetballen op het grasveld was verboden.
Er staat 1 zelfst. nw. in deze zin.
B
Er staan 2 zelfst. nw. in deze zin.

Slide 5 - Tekstslide

Wij gingen meteen naar huis.
A
Er staat geen zelfst.nw. in deze zin.
B
Er staat 1 zelfst. nw. in deze zin.

Slide 6 - Tekstslide

De juf was klein maar naast haar stond een grote leerling.
A
Er staat een bepaald en onbepaald lidwoord in de zin en ook twee bijv. nw. 
B
Er staat een bepaald en onbepaald lidwoord in de zin en ook één bijv. nw.

Slide 7 - Tekstslide

Achter het grote huis was het hek tijdens de vakantie gesloten.
A
Er staan twee voorzetsels in deze zin en een hulpwerkwoord en een zelfstandig werkwoord.
B
Er staan twee voorzetsels in deze zin een een zelfstandig werkwoord.

Slide 8 - Tekstslide

Het plastic emmertje lag naast de kuil op het strand van Zandvoort.
A
Er staat één zelfstandig naamwoord in deze zin en één stoffelijk bijv. nw.
B
Er staan meerdere zelfstandig naamwoorden in de zin en één bijv. nw.

Slide 9 - Tekstslide

Ik wil een lekker ijsje gaan halen bij het IJspaleis.
A
Er staat 1 hulpwerkwoord in deze zin.
B
Er staan 2 hulpwerkwoorden in deze in.

Slide 10 - Tekstslide

Ik koop vandaag gewoon twee ijsjes.
A
Er staat 1 hulpwerkwoord in deze zin.
B
Er staat alleen een zelfstandig werkwoord in deze zin.

Slide 11 - Tekstslide

Weet je waarom we die oefening moeten doen?
A
Er staat twee persoonlijke voornaamwoorden in deze zin.
B
Er staat een persoonlijk en een bezittelijk voornaamwoord in deze zin.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link