L1 H3 woordenschat 2KM

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht 

• Lesboek en leesboek, schrift, pen
• Maak de startopdracht op blz. 76

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht 

• Lesboek en leesboek, schrift, pen
• Maak de startopdracht op blz. 76 (5 minuten)

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht

Leesboek Naar de top, schrift, pen

Maak de startopdracht op blz. 80

Welkom! 

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.

• leesboek
• lesboek
• pen
• schrift

Wat gaan we doen?

• Lesdoelen
• Mededelingen
• Lezen
• Theorie
• Zelfstandig werken
• Samenwerken
• Huiswerk
• Evaluatie les

Lesdoelen

• Ik ken de betekenis van veelvoorkomende voorvoegsels.
• Ik kan de betekenis van woorden vinden met behulp van voorvoegsels.
• Ik ken de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit deze paragraaf. 

Mededelingen

Wat moet ik weten?

Lezen in stilte

Voorvoegsels

Sommige woorden bestaan uit een woord en een voorvoegsel.
Bijvoorbeeld: De heropening van de winkel was een succes. 

Een voorvoegsel kan je helpen de betekenis van het woord te vinden.

Voorvoegsels

Voorvoegsels die veel voorkomen, zijn:

non- = niet, zonder

on- = niet

mis- = verkeerd, fout

wan- = slecht, verkeerd

her- = weer, opnieuw

ex- = niet meer, van vroeger

inter- = tussen (twee of meer gebieden)

Zelfstandig werken

Maak: opdracht 1 t/m 3 vanaf blz. 76

Heb je een vraag?

Steek je vinger op!

Ben je klaar?

Maak opdracht 8  of werk aan een onderdeel naar keuze in Numo

Rustig samenwerken

Maak: opdracht 1 t/m 3 vanaf blz. 76

Heb je een vraag?

Steek je vinger op!

Ben je klaar?

Maak opdracht 8 of werk aan een onderdeel naar keuze in Numo

Huiswerk

Datum:
maandag 30 januari

Maken:

opdracht 1 t/m 3 vanaf blz. 76

leren voorvoegsels betekenis

Lesdoelen

• Ik ken de betekenis van veelvoorkomende voorvoegsels.
  
• Ik kan de betekenis van woorden vinden met behulp van voorvoegsels.
  
• Ik ken de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit deze paragraaf. 

Evaluatie

• Wat heb je geleerd deze les?
• Wat ging er goed?
• Wat kan beter?

Tot de volgende les!