§3.4 - Ruiken en proeven

Leerdoelen
§3.4 - Ruiken en proeven


  1. Je kunt de onderdelen van het reukzintuig en het smaakzintuig in een model herkennen en benoemen.
  2. Je kunt verwoorden wat de taak van het neusslijmvlies is.
  3. Je kunt verwoorden hoe je geuren en smaken waarneemt. (de weg van prikkel tot impuls)
  4. Je kunt benoemen wat de smaak umami betekent.
  5. Je kunt uitleggen hoe het mogelijk is toch meer dan 5 smaken te kunnen proeven, terwijl er maar zintuigen voor 5 verschillende smaken in de smaakpappillen zitten.
  6. Je kunt verwoorden hoe het komt dat je iets wel of niet lekker vindt.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
§3.4 - Ruiken en proeven


  1. Je kunt de onderdelen van het reukzintuig en het smaakzintuig in een model herkennen en benoemen.
  2. Je kunt verwoorden wat de taak van het neusslijmvlies is.
  3. Je kunt verwoorden hoe je geuren en smaken waarneemt. (de weg van prikkel tot impuls)
  4. Je kunt benoemen wat de smaak umami betekent.
  5. Je kunt uitleggen hoe het mogelijk is toch meer dan 5 smaken te kunnen proeven, terwijl er maar zintuigen voor 5 verschillende smaken in de smaakpappillen zitten.
  6. Je kunt verwoorden hoe het komt dat je iets wel of niet lekker vindt.

Slide 1 - Tekstslide

Hoe ruik je?

Slide 2 - Tekstslide

Hoe proef je?

Slide 3 - Tekstslide

5 smaakgebieden

Slide 4 - Tekstslide

Maar er zijn toch wel meer dan 5 smaken?

Slide 5 - Tekstslide

Waarnemen doe je met je ...
A
zenuwstelsel
B
hersenen
C
zintuigen
D
ogen, oren, neus, mond en huid

Slide 6 - Quizvraag

Welk zintuig neemt lichtprikkels waar?
A
je ogen
B
je lichtzintuigen
C
je zichtzintuigen
D
je beeldzintuigen

Slide 7 - Quizvraag

Welke prikkel neem je waar met je reukzintuig?
A
luchtjes
B
lekkere en vieze geur
C
reukstoffen
D
geurstoffen

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer je een hamer op je tenen laat vallen, voel je dit met je ...
A
drukzintuigen
B
tastzintuigen
C
pijnzintuigen
D
voelzintuigen

Slide 9 - Quizvraag

Informatie uit de omgeving die je waarneemt met de zintuigen noem je ...
A
een prikkel
B
een impuls

Slide 10 - Quizvraag

Je hoort leuke muziek. Hiervan ben je je bewust op moment dat ...
A
je gehoorzintuig de prikkel waarneemt
B
je gehoorzintuig de prikkel omzet in impulsen
C
de impulsen over de zenuw naar de hersenen gaan
D
de impulsen door de hersenen zijn verwerkt

Slide 11 - Quizvraag

ZET IN DE GOEDE VOLGORDE:
1. Impulsen gaan via de zenuw naar de hersenen.
2. Zintuigen nemen prikkels waar.
3. Zintuigen zetten de prikkels om in impulsen.
4. Je hersenen bepalen hoe je op de prikkel reageert.
5. Je wordt je bewust van wat je waarneemt.
6. Impulsen gaan via de zenuw naar de spieren.
A
1 - 5 - 3 - 2 - 4 - 6
B
2 - 1 - 3 - 5 - 4 - 6
C
2 - 3 - 1 - 5 - 6 - 4
D
2 - 3 - 1 - 5 - 4 - 6

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Slide 14 - Link