H3 Mengsels scheiden 3M

H3 Mengsels scheiden 3M
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H3 Mengsels scheiden 3M

Slide 1 - Tekstslide

H3.1 leerdoelen
  • Je kunt het verschil tussen hetrogenen en homogene mengsels uitleggen
  • Je kunt voorbeelden noemen van verschillende groepen mengsels
  • Je kunt scheiden van mengsels beschrijven
  • Je kunt uitleggen welke stofeigenschappen gebruikt worden bij scheiden

Slide 2 - Tekstslide

Homogeen vs. heterogeen

Slide 3 - Tekstslide

nog meer soorten mengsels
  • nevel (mist); vloeistof fijn verdeeld in een gas = heterogeen mengsel
  • rook; vaste stof fijn verdeeld in een gas = heterogeen mengsel
  • legering (alliage); metaal gemengd met een ander metaal = homgeen mengsel

Slide 4 - Tekstslide

Samenvatting

Scheiden van mengsels

Slide 5 - Tekstslide

H3.2 leerdoelen
  • Je kunt berekeningen uitvoeren aan de concentratie van een stof
  • Je kunt berekeningen uitvoeren aan de volumepercentage
  • Je kunt berekeningen uitvoeren aan de massapercentage

Slide 6 - Tekstslide

Concentratie
  • Oplossingen bestaan uit een oplosmiddel en een opgeloste stof.
  • Hoe meer stof we oplossen, hoe hoger de concentratie
  • Denk bijvoorbeeld aan suiker, hoe meer suiker, hoe zoeter -> hogere concentratie suiker.
Concentratie=Volumeoplossing(L)Massaopgelostestof(g)

Slide 7 - Tekstslide

Volumepercentage

Slide 8 - Tekstslide

Massapercentage

Slide 9 - Tekstslide

H3.3 leerdoelen
  • Je kunt bezinken,afschenken en filteren uitleggen
  • Je kunt filter, residu en filtraat benoemen
  • Je kunt benoemen op welke stofeigenschap filteren is gebaseerd

Slide 10 - Tekstslide

Bezinken en afschenken

Slide 11 - Tekstslide

Residu en filtraat
  • De deeltjes die niet oplossen, blijven achter in het filter.
  • de vloeistof dat door het filter loopt noem je het filtraat.

Slide 12 - Tekstslide

H3.4 leerdoelen
  • Je kunt voor indampen of destileren kiezen
  • Je kunt residu en destillaat benoemen
  • Je kunt onderdelen van de destillatieopstelling benoemen

Slide 13 - Tekstslide

Indampen
  • Met een brander, driepoot, 
       gaasje, en indampschaaltje.
  • Het residu blijft in het 
       indampschaaltje achter.
  • Doe je alleen als het oplosmiddel                                                      water is

Slide 14 - Tekstslide

Destilleren
  • Hoe kun je twee vloeistoffen van elkaar scheiden?
  • Door te destilleren.
  • Waar is destilleren op gebaseerd?
  • Op het verschil in kookpunt?

Slide 15 - Tekstslide

H3.5 leerdoelen
  • Je kunt voor extraheren of absorberen kiezen
  • Je kunt extraheren uitleggen
  • Je kunt absorberen uitleggen

Slide 16 - Tekstslide

Hoe kun je een vaste stof van een vaste stof scheiden?

  • Door middel van extraheren.
  • Waar is extraheren op gebaseerd?
  • Het verschil in oplosvermogen
  • Noem een voorbeeld extraheren.
  • Koffie/thee zetten.

Slide 17 - Tekstslide

adsorberen= hechten aan

let op: absorberen = opnemen, dit is iets heel anders (een spons kan water absorberen)

Slide 18 - Tekstslide