H3 Lezen (les 1)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek deel A
  • je leesboek


1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek deel A
  • je leesboek


Slide 1 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Leerdoelen 3.3 Lezen en uitleg deel 1
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 3.3 Lezen (p. 170)
  • Ik weet wat een betogende tekst is (herhaling).
  • Ik weet wat argumenten zijn.
  • Ik kan de leesstrategie kritisch lezen toepassen.
  • Ik kan het tekstverband oorzaak en gevolg herkennen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een betogende tekst?
Welk doel heeft de schrijver van een betogende tekst?

Kunnen in een betogende tekst feiten voorkomen?

Hoe kijk/lees je als lezer naar zo'n tekst?


timer
1:30

Slide 5 - Tekstslide

Betogende tekst (p. 170)
  • Hij wil de lezer overtuigen dat zijn mening juist is. 
  • Hij doet dat door argumenten te gebruiken.

Voorbeelden: een opiniërend artikel, boekbespreking of klachtenbrief.

opinie = mening

Slide 6 - Tekstslide

Indeling betogende tekst
Vaak heeft een betoog een driedeling:
  • inleiding: onderwerp en mening
  • kern: argumenten voor die mening
  • slot: conclusie of samenvatting

Hoofdgedachte: mening van de schrijver, meestal met daarbij zijn/haar belangrijkste argument.
Hoofdgedachte: het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt.

Slide 7 - Tekstslide

Argumenten (p. 171)
Een argument is informatie waarmee de schrijver wil bewijzen dat hij gelijk heeft, dat zijn mening juist is. Een argument kan zowel een feit als een mening zijn.

• Ik vind Groningen een leuke stad, want je kunt er goed winkelen.
• Ik vind Rotterdam groter dan Ommen, want er wonen meer mensen. 

Wat overtuigd meer: een feit of een mening?

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 3 (p. 171)
Voorbeeldtekst
Zin in de tekst
Feit/mening
Mening
Argument 1
Argument 2
oordeel, opvatting, standpunt, stelling

Slide 9 - Tekstslide

Werkmoment
  • Maak van 3.3 in je leerwerkboek/schrift: 4 en 5.
  • Tip bij vraag 4b: p. 231 voor vragen verkennend lezen.
  • Tip bij vraag 4d: p. 104 functies inleiding.
  • Tip bij vraag 5: argument => want...
  • Einde les samen nakijken.

Slide 10 - Tekstslide

Vraag 4b
Onderwerp: de vraag of leraren moeten inspelen op multitaskende leerlingen.
Tekstsoort en tekstdoel: tekst 1 is een betogende tekst, het tekstdoel is de lezer overtuigen.
Tekstopbouw: de tekst bestaat uit twee delen: inleiding (alinea 1: mening) en kern (alinea 2 tot en met 5: argumenten).
Bron: Onderwijsblad en de schrijver is Jos van G.

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 5a

Slide 12 - Tekstslide

Afsluiting
  • Volgende week verder met paragraaf 3.3.


Leesboek en leerwerkboek deel A mee!

Slide 13 - Tekstslide