In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Paragraaf 4.1 De Verlichting
Slide 1 - Tekstslide
Waziede?
Slide 2 - Tekstslide
Joseph Wright of Derby, Experiment met een luchtpomp.
We zien een natuurfilosoof bezig met een experiment waarbij de lucht uit een glazen stolp wordt gepompt.
In de stolp ligt en kaketoe, die is gestorven door gebrek aan zuurstof: het experiment is geslaagd. De kinderen zijn nogal ontdaan door de dood van de kaketoe. Een heer probeert hen er van te overtuigen dat de wetenschap nu eenmaal zijn offers vraagt.
Slide 3 - Tekstslide
De Verlichting
Je leert over de Verlichting als periode en begrijpt dit als een periode van filosofie en revolutionair denken op veel terreinen.
Je krijgt enkele voorbeelden en zult deze vroeger en nu kunnen toepassen.
Het vervolg krijg je in de geschiedenislessen bij de revoluties in FRA/ USA/NL
Let op, er komen quizzzzvragen
Slide 4 - Tekstslide
De Verlichting
Nieuwe stroming die voortkwam uit de wetenschappelijke revolutie.
Met het licht van het verstand kon de duisternis van bijgeloof en achterlijkheid worden overwonnen.
Met het verstand, de ratio, kan alles begrepen en verklaard worden.
Door rationeel denken zouden ze ze de mens en de maatschappij beter begrijpen en de wereld en het leven kunnen verbeteren.
Slide 5 - Tekstslide
Anders denken over godsdienst
Verlichte denkers wilden tolerantie op godsdienstig gebied.
Deïsme: God heeft de wereld en de mens wel geschapen maar bemoeit zich er nu niet meer mee.
Atheïsme: Er bestaat helemaal geen god.
Voorbeeld: Voltaire
Slide 6 - Tekstslide
Gelijkheid
Het idee ontstond dat alle mensen gelijk geboren waren en daarom gelijke rechten moesten hebben: de mensenrechten.
Bijvoorbeeld: vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting
De standenstaat moet worden afgeschaft en vervangen worden door een rechtsstaat.
Opkomst van abolitionisme, tegen slavernij
Slide 7 - Tekstslide
Politieke denkers
Het absolutisme krijgt kritiek.
John Locke: Koningen krijgen hun macht niet van God maar van het volk.
Omdat niet iedereen tegelijk kan regeren geeft het volk zijn macht aan koningen en ministers
Bij machtsmisbruik mag het volk een andere koning of regering aanwijzen.
Slide 8 - Tekstslide
Charles Montesquieu
De macht moet verdeeld worden om machtsmisbruik te voorkomen --> Driemachtenleer/Trias Politica
wetgevende macht: parlement
uitvoerende macht: regering
rechtssprekende macht: onafhankelijke rechters
Slide 9 - Tekstslide
Jean Jacques Rousseau
Een land heeft helemaal geen koning nodig!
Alleen een volksvertegenwoordiging die de wil van het volk uitvoert.
Slide 10 - Tekstslide
Boeken en genootschappen
Diderot schrijft een encyclopedie
Onder burgers wordt lezen en onderzoek doen populair
De koning verbood het drukken en verkopen van verlichte boeken maar deze werden toch verspreid.
Slide 11 - Tekstslide
Wat is atheïsme?
A
De koning krijgt zijn macht van God
B
Er is maar één geloof toegestaan
C
Helemaal niet geloven in een god.
D
Geloven dat God zich niet meer met het leven op aarde bemoeit
Slide 12 - Quizvraag
Welke van de volgende antwoorden zijn voorbeelden van mensenrechten?
A
Vrijheid van meningsuiting
B
Privileges
C
Recht op gelijke behandeling
D
Recht om te discrimineren.
Slide 13 - Quizvraag
Een koning krijgt zijn macht niet van God maar van zijn volk
De macht moet verdeeld worden in wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht.
Een land heeft helemaal geen koning meer nodig.
John Locke
Charles Montesquieu
Jean Jaques Rousseau
Slide 14 - Sleepvraag
Heb je nog vragen of opmerkingen over de Verlichting?