2.2 Sta je in je recht?

2.2 Sta je in je recht?
Paragraaf 2 van Wat voor consument ben jij?
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2.2 Sta je in je recht?
Paragraaf 2 van Wat voor consument ben jij?

Slide 1 - Tekstslide

Verwijzing naar: To be or not to be. 
Vorige les
Producten vergelijken op basis van prijs. 

Prijsverschil in % = verschil : prijs waarmee je vergelijkt x 100

Een Audi kost € 57.750,- en een BMW € 54.500,-  
Hoeveel procent is de Audi duurder dan de BMW?

  3.250   
54.500 x 100% = 6,0%

Slide 2 - Tekstslide

Als we het de vorige les hebben gehad over prijsverschillen en consumentenorganisaties. 
Leerdoelen
Na deze les:
  • Weet je waarom je als consument rechten hebt
  • Weet je welke rechten je als consument hebt
  • Weet je waar je als consument je recht kunt halen

Slide 3 - Tekstslide

Waarom belangrijk? 

Stel je koopt iets en dat blijkt al stuk, of dat gaat stuk binnen een paar dagen of weken. Je wil dan weten wat de afspraken zijn en waar je terecht kunt.

Iemand dit een keer meegemaakt?
Waarom denk je dat je als consument rechten hebt?

Slide 4 - Open vraag

Bespreken waarom het belangrijk zou kunnen zijn om rechten te hebben als consument. 
Zo dadelijk gaan we het er over hebben, maar het gaat erom dat ze even nadenken.
Mogelijkheden:
> Als individuele consument heb je niet zoveel macht/invloed als een producent/winkel
> je wil er zeker van zijn dat je krijgt waar je voor betaalt (kwaliteit)
Consumentenrecht
Als een consument iets koopt van een handelaar, spreken we van een consumentenkoop. Voor zowel koper als verkoper geldt dan het consumentenrecht.

Bescherming van de consument.
Deugdelijk product
Een deugdelijk product: het product moet bij normaal gebruik naar behoren functioneren.

Slide 5 - Tekstslide

Als consument heb je vaak minder kennis van het product, minder geld en minder macht dan de producent/professionele verkoper. 
Je moet het kopen van een bedrijf. 


Je hebt als consument recht op een deugdelijk product.
Stel je koopt een tweedehands product op Marktplaats.
Geldt het consumentenrecht?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Nagaan of ze bij vorige dia goed hebben opgelet.

Nee, als je een product koopt van een particulier, geldt het consumentenrecht niet.

Valkuil: er staat niet expliciet dat je het koopt bij een particulier. 
Welke rechten denk jij dat je als consument hebt?

Slide 7 - Open vraag

Leerlingen laten nadenken over hun rechten, op basis van eerder behandelde stof.

Voorbeelden:
Je hebt recht op een kwalitatief juist product (deugdelijk product). 
Je mag een klacht indienen (voorstadium geschillencommissie)
Je hebt een bedenktermijn

Belangrijkste wetten

  • Warenwet
  • Wet koop op afstand
  • Colportagewet
  • Wet productaansprakelijkheid 

Slide 8 - Tekstslide

We zullen alle vier de wetten langslopen. Weet iemand al wat een wet wellicht inhoudt?
Warenwet
Producten die een gevaar zijn voor de gezondheid of veiligheid mogen niet worden verkocht.

Voorbeeld?

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld warenwet: af en toe lees je dat een winkel voedsel terugroept. Er zijn sporen gevonden van gevaarlijke of niet vermelde stoffen


Wet koop op afstand
Als je online, telefonisch of via een catalogus (een soort tijdschrift) een bestelling doet, heb je 14 dagen bedenktijd nadat je je bestelling hebt ontvangen.

Wanneer niet?

Slide 10 - Tekstslide

Wet koop op afstand: niet wanneer het gaat om producten die snel kunnen bederven of bepaalde diensten zoals een reis. 
Waarom niet? Je kunt niet de reis half ervaren en dan bedenken dat het niets is. 
Colportagewet
Houdt in dat je een bedenktermijn hebt bij ongevraagde verkoop aan bijvoorbeeld de deur, op straat of bij verkoopdemonstraties thuis.
Minimale bedrag € 50,-

Waarom?

Slide 11 - Tekstslide

Waarom: je kan met andere dingen bezig zijn op het moment dat je wordt benaderd voor een dergelijk aanbod.
Als je er vervolgens rationeel over denkt, wil je het product helemaal niet hebben. 

Voorbeeld: ik ben een keer op het station benaderd terwijl ik op de trein stond te wachten na een lange werkdag.
Wet productaansprakelijkheid
De fabrikant is aansprakelijk voor gevolgschade bij een gebrekkig product. 

Wat is 'gebrekkig'?

Slide 12 - Tekstslide

Gebrekkig: 
Het product is slecht geproduceerd en gaat stuk of veroorzaakt schade door normaal gebruik. Voorbeeld: je laadt je mobiel op en er ontstaan brandplekken op tafel. 


Een deugdelijk product: het product moet bij normaal gebruik naar behoren functioneren.
Warenwet
Wet koop op afstand
Colportagewet
Wet product-
aansprakelijkheid
Een deurverkoper biedt jou een mooi abonnement aan. In bed bedenk jij je.
Je koopt via Bol.com een nieuwe game. Als je de game ontvangt, zie je dat je het verkeerde spel hebt gekocht.
Je nieuwe skateboard breekt doormidden en je breekt je been.
Je koopt voor een feestje een aantal zakken chips. Thuis zie je dat alle zakken over datum zijn.

Slide 13 - Sleepvraag

Even kort nagaan of de wetten zijn blijven hangen:

1. D
2. B
3. A
4. C
Wat nu?
Maken:
  • Vragen 14 t/m 19 (p. 46 en 47)

Eerder klaar? Geef aan!

Slide 14 - Tekstslide

Als ze eerder klaar zijn, kijken hoeveel tijd er nog is. 

Als er nog veel tijd is, kunnen ze nog de extra opdracht van 2.1 maken. Weinig tijd: iets voor jezelf, in stilte.

Andere vragen komen volgende les aan bod. 
Wat zou jij doen als je een klacht hebt over een gekocht product?

Slide 15 - Open vraag

Leerlingen na laten denken over wat zij zouden doen.

Weten ze waar ze kunnen klagen? Schakelen ze wellicht iemand anders in (ouders, vrienden, ...)

Hierna gaan we het kort over de klachtenprocedure hebben.

Waarom hoort dit nog bij het onderwerp over in je recht staan? Als een product niet voldoet aan de (gestelde) verwachtingen, je het recht hebt om dit ergens aan te geven. Je hebt recht op een deugdelijk product en een bijbehorende service (naar niveau). Als er ergens wat aan schort, moet er een officiële mogelijkheid zijn om dit aan te geven. 
Stap 1: de leverancier
Stap 2: de geschillencommissie

Slide 16 - Tekstslide

Er zijn 2 stappen voor als je een klacht hebt.

De eerste stap is de klacht indienen bij de leverancier. Dit kan tegenwoordig vaak via de website, maar ook telefonisch of per mail. Er moet in elk geval duidelijk zijn waar jij je klacht kwijt kunt. 
Voorbeeld Coolblue: https://www.coolblue.nl/klantenservice/klachten

Stel dat je klacht niet wordt gehoord bij de leverancier, dan kun je naar de geschillencommissie. Dit is een onafhankelijke (!) organisatie. Bij deze organisatie kun je aangeven dat je een geschil (= onenigheid) met een bedrijf hebt. 

Bestuur Geschillencommissie = onafhankelijke leden en aangedragen leden van consumenten organisaties. De onafhankelijke leden zijn aangesteld door de Minister van Veiligheid & Justitie.  
Uitleg Geschillencommissie
https://www.degeschillencommissie.nl/komt-u-niet-tot-een-oplossing/ 

Slide 17 - Tekstslide

Hier zie je de stappen bij die je doorloopt bij de Geschillencommissie. 

Als het goed is zijn deze stappen hetzelfde als bij het bedrijf (stap 1): ze ontvangen je klacht, sturen deze evt. door, behandelen de klacht door onderzoek en besluiten wat de uitkomst is. 

De toegevoegde website heeft een filmpje over hoe de Geschillencommissie te werk gaat. 
De Geschillencommissie
De Stichting Geschillencommissies Consumentenzaken: verschillende afdelingen.

Bindende uitspraak.

Slide 18 - Tekstslide

Zoals op de vorige dia gezien: Verschillende afdelingen per groepen producten of diensten (kleding, webshops, reizen) (dus doorsturen, stap 2)

De uitspraak is bindend. Volgende dia vraagt wat 'bindend'. 
Keuze om die vraag over te slaan: bindend wil zeggen dat beide partijen zich aan de uitslag moeten houden. Wat de commissie beslist, kan niet worden aangepast door een van beide partijen. 
De uitspraken van De Geschillencommissie zijn bindend. Wat denk jij aan bij 'bindend'?

Slide 19 - Open vraag

Bindend houdt in dat beide partijen zich aan de uitspraak moeten houden. 
Nu maken:
(Af)maken: 
  • Vragen 14 t/m 25 (p. 46-49)
  • Samenvatting paragraaf (p. 49)

Slide 20 - Tekstslide

Leerlingen de resterende vragen van de paragraaf laten maken. 

Vragen?
Waarom bestaan er verschillende wetten voor de consument?
Met welke wet heb jij het vaakst te maken, waarom denk je dat?
Wat is de rol van de Geschillencommissie? 

Slide 21 - Tekstslide

Kort nagaan of de leerdoelen zijn behaald, door individuele leerlingen te vragen welke stof is blijven hangen. 
Leerdoelen
Nu:
  • Weet je waarom je als consument rechten hebt
  • Weet je welke rechten je als consument hebt
  • Weet je waar je als consument je recht kunt halen

Slide 22 - Tekstslide

Als het goed is, zijn nu de leerdoelen gehaald. 
Extra vragen

Slide 23 - Tekstslide

Er zijn een aantal extra vragen aan de LessonUp toegevoegd, mocht er tijd over zijn. Deze vragen gaan over de stof van paragraaf 2.2.
wat is een verzameling van wetten en regels die de consument beschermt bij de aankoop van producten ?
A
consumentenwetten
B
consumentenregels
C
consumentenrecht
D
productregels

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geldt het Consumentenrecht ook als je iets koopt via Marktplaats?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar kun je als consument je recht halen?

Slide 26 - Open vraag

Antwoord: de Geschillencommissie
Mandy haalt eten bij de snackbar en vindt dat de hygiënische omstandigheden daar slecht zijn. Mandy dient een klacht in. Welke wet wordt hier misschien overtreden?
A
Wet koop op afstand
B
Colportagewet
C
Warenwet
D
Wet productaansprakelijkheid

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke wet gaat over verkoop aan de deur?
A
Colportagewet
B
Wet koop op afstand
C
Wet product-aansprakelijkheid
D
Koop aan de deur wet

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies