Profiel 4

Profiel 
Les 4 - ASS
Ciska Klein Middelink - Prins 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Profiel 
Les 4 - ASS
Ciska Klein Middelink - Prins 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Autisme Spectrum Stoornissen (ASS)
De NVA (Nederlandse Vereniging voor Autisme) raadt aan om voorlopig de DSM IV en V, naast elkaar te gebruiken.

Slide 4 - Tekstslide

Grote verschil in DSM IV en V
Het grootste verschil zit in de benaming en in
de domeinen:

De drie domeinen in DSM IV waren:
(1) beperkingen in de sociale interactie
(2) beperkingen in de communicatie
(3) stereotiepe patronen van gedrag

Ze worden vervangen door deze twee domeinen: (DSM V)
(1) beperkingen in de sociale communicatie en interactie
(2) repetitief gedrag en specifieke interesses


Slide 5 - Tekstslide

Criteria voor diagnostiek volgens DSM-5
 

A. Blijvende tekorten in sociale communicatie en interactie:
  • tekorten in sociaal-emotionele wederkerigheid
  • tekorten in het voor sociale omgang gebruikelijke non-verbale communicatieve gedrag
  • tekorten in aangaan, onderhouden en begrijpen van relaties het kind.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

B. Door herhaling gekenmerkte gedragspatronen, beperkte interesses en beperkte activiteiten


Minimaal 2:
  • herhaling en stereotypie in motorisch gedrag, spreken,
  • gebruik van voorwerpen overmatig en star vasthouden aan routines
  • geritualiseerde patronen van verbaal of non-verbaal gedrag
  • zeer beperkte, gefixeerde belangstellingen die opvallen door hun intensiteit en onderwerp
  • over- of onder reageren op zintuiglijke waarnemingen of ongewone aandacht voor zintuiglijk waarneembare aspecten van de omgeving


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Onderscheid in ernst van problematiek 
Graad 1 : geldt als het kind “ondersteuning vereist

Graad 2 geldt als het kind “wezenlijke ondersteuning vereist”.

Graad 3 betekent dat het kind “zeer wezenlijke ondersteuning vereist”. 

Slide 12 - Tekstslide

PDD-Nos Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified
Als je niet alle kenmerken hebt, maar wel een aantal

Slide 13 - Tekstslide

Asperger 
Normale taalontwikkeling, normale tot hoge intelligentie

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Klassiek autisme 
80 % heeft een laag IQ
Voor 3e levensjaar
Symptomen uit alle categorieën

Slide 16 - Tekstslide

Een passende aanpak 
Veilige en positieve omgeving
Klassenmanagement
Ondersteunen bij ontwikkelingsachterstanden
Omgaan met moeilijke omstandigheden thuis

Slide 17 - Tekstslide

Een passende aanpak
Omgaan met storend gedrag:
  • Ingrijpen
  • Positieve aandacht/beloningskaart
  • Negeren
  • Afleiden
  • Humor
  • Corrigeren/ apart zetten
  • Straffen

Slide 18 - Tekstslide

Aanpassingen IBO 

Slide 19 - Tekstslide