H6 Lezen tekst en publiek

Vorige les....
- Hebben we geleerd hoe een schrijver rekening houdt met zijn publiek
- hebben we H5 opdr 4 besproken
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vorige les....
- Hebben we geleerd hoe een schrijver rekening houdt met zijn publiek
- hebben we H5 opdr 4 besproken

Slide 1 - Tekstslide

Deze les....
- Gaan we oefenen met de 4 punten voor herkennen voor welk publiek tekst geschreven is
-  H6 opdr 1 + 2 maken

Slide 2 - Tekstslide

Noem de 4 dingen waaraan je kunt zien voor welk publiek een tekst geschreven is

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken opdr 2

Slide 5 - Tekstslide

Nakijken opdr 2

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
H6 lezen maken opdr 3
timer
15:00

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Vr 1 Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 10 - Open vraag

Vr 2 Wat is de bron van de tekst?
A
Tijdschrift
B
Krant
C
Internet

Slide 11 - Quizvraag

Vr 3 Wat betekent het als je 'letterlijk' en 'figuurlijk' ver van huis bent?


Slide 12 - Open vraag

Vr 5 Deskundigen vinden 500 meldingen per jaar 'het topje van de ijsberg'. Wat is hun argument?
antw: De meeste problemen worden niet gemeld.

Hoe weet je dit? Met andere woorden; welk signaalwoord gaf jou het signaal dat je het antwoord daar kon vinden.

Slide 13 - Tekstslide

Welk signaalwoord gaf aan dat het argument op vraag 5 begon?

Slide 14 - Open vraag

Vr 6 Waardoor kunnen mensen ontsporen? Noem 3 oorzaken
Hoe kon je die oorzaken makkelijk herkennen? Noem de 3 bijbehorende signaalwoorden

Slide 15 - Tekstslide

Noteer de 3 bijbehorende signaalwoorden

Slide 16 - Open vraag

Vr 7 4 redenen/oorzaken
Bij de vraag staat een alinea genoemd, namelijk al 3. Daar ga je kijken....
- verleiden door zon en disco's
- bereiden zich niet goed voor op wat vakantie inhoudt
- voelen zich onder druk gezet
- drempel om verre reizen te maken ligt laag.

Slide 17 - Tekstslide

Vr 8 Aan welk signaalwoord herken je de 3e reden/oorzaak?
A
en
B
ook
C
tevens
D
bovendien

Slide 18 - Quizvraag

Vr 9 Bij welk symptoom uit de 2e zin van alinea 4 is dit een toelichting?
antw: 'en raakt de controle over zichzelf kwijt'

Slide 19 - Tekstslide

Vr 10 Welke 3 groepen mensen?

Slide 20 - Tekstslide

Vr 11 Welke 2 ontwikkelingen schetst Carolien?

Slide 21 - Tekstslide

Vr 12 Noteer van beide ontwikkelingen de oorzaak.

Slide 22 - Tekstslide

Vr 13 Noem 3 manieren
1. Je goed inlezen over plek van bestemming
2. regelmatig contact houden met het thuisfront
3. dichter bij huis blijven

Slide 23 - Tekstslide

Vr 14 Hoe komt het dat ook een paracetamolletje kan helpen?

Slide 24 - Tekstslide

Vr 15 Voor welk publiek is deze tekst geschreven? Noem minimaal 2 dingen + leg ze uit

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide