1.3 Grootheden en Eenheden

1.3 Grootheden en eenheden
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

1.3 Grootheden en eenheden

Slide 1 - Tekstslide

Opbouw van de les
10 min uitleg Meetinstrumenten
10 min Prakticum
10 min Opdrachten maken
10 min uitleg Rekenen met eenheden

Slide 2 - Tekstslide

Recept Pannenkoeken
*voor 2/3 personen*

250 gram bloem
snufje zout
500 mL melk
2 grote eieren
boter om in te bakken
Massa weeg je op de weegschaal. Een weegschaal noem je ook wel een balans. Massa geeft aan hoe zwaar iets is. Je meet massa in kilogram (kg) of gram (g). 
Volume meet je met een maatbeker of maatcilinder. Volume geeft aan hoeveel ruimte iets inneemt. Volume geef je aan in liter (L) of milliliter (mL).
Het aantal meet je door te tellen. 

Slide 3 - Tekstslide

Rekenen met Massa

Massa meet je met een weegschaal of balans. 

1 kg = 1000 g
1 g = 0,001 kg

Slide 4 - Tekstslide

Prakticum Wegen
Nodig: balans, 3 voorwerpen
1. Zet de balans aan zonder iets er op. 
2. Leg je voorwerp erop. 
3. Lees de massa in gram af en noteer in kladblok of pages
4. Reken de massa in gram om naar kilogram
5. Doe dit ook voor de rest van de voorwerpen. 
6. Laat controleren. 

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag
Maak nu eerst vraag 35 tm 39 in je boek. 

Slide 6 - Tekstslide

Volume
Volume geeft aan hoeveel ruimte iets inneemt. 

Bij een vloeistof meet je het volume door het in een maatcilinder te gieten.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Rekenen met volume

Volume meet je met een maatbeker of maatcilinder. 

1 dm3 = 1 L
1 cm3 = 1 mL
1 dm3 = 1000 mL

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 41 en 42. 

Slide 11 - Tekstslide

Lengte
De lengte van iets, is de afstand tussen 2 punten. Je meet deze met een lineaal, een rolmaat of een geodriehoek. 

Je meet in meter (m) of millimeter (mm). 

Slide 12 - Tekstslide

Lengte meten
Let op! Sommige van deze meetinstrumenten beginnen meteen bij de 0, en sommigen niet. 

Deze hiernaast bijvoorbeeld. De 0 staat iets van de kant af. 

Slide 13 - Tekstslide

Of het gaat helemaal fout...
Druk maar op de volgende link en lees wat er vlak voor het eindexamen voor de vakantie gebeurde... 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Rekenen met Lengte

Lengte meet je met een liniaal, rolmaat of geodriehoek. Je meet lengte in meter (m) of millimeter (mm).


Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 44 tm 46. 

Slide 17 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
Massa, lengte en volume zijn eigenschappen die je kunt meten. Dit noem je grootheden

De maat waarin je een grootheid meet is de eenheid

Slide 18 - Tekstslide

Grootheden en eenheden die wij vaak gebruiken:
Grootheid                  Eenheid                          Meetinstrument.
Massa                         Kilogram (kg)                Weegschaal of balans
Volume                       Liter (L)                            Maatcilinder
Lengte                        Meter (m)                        Liniaal, rolmaat, geo
Tijd                               Seconde (s)                   Klok
Temperatuur           Graden Celsius (oC)   Thermometer

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten tm 54. 

Slide 20 - Tekstslide