Les 4 - Sociale kaart

Voor welke dienst heb je geen verwijzing nodig?
A
Tandarts
B
Kaakchirurg
C
Cardioloog
D
Fysiotherapeut
1 / 29
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Voor welke dienst heb je geen verwijzing nodig?
A
Tandarts
B
Kaakchirurg
C
Cardioloog
D
Fysiotherapeut

Slide 1 - Quizvraag

Wat is eerstelijnszorg?

Slide 2 - Open vraag

Bij de GGZ kun je niet terecht voor...
A
Psychoses
B
Verslaving
C
Huidallergie
D
Eetstoornis

Slide 3 - Quizvraag

Wie kan een persoon verplicht laten opnemen?
A
Psycholoog
B
Huisarts
C
Psychiater
D
Rechter

Slide 4 - Quizvraag

Wat staat er centraal in de gehandicaptenzorg?

Slide 5 - Open vraag

Een ander woord voor
nuldelijnszorg is...
A
Primaire zorg
B
Palliatieve zorg
C
Preventieve zorg
D
Praktische zorg

Slide 6 - Quizvraag

Bij welke zorg ligt de nadruk op diagnostiek, behandeling en verpleging?
A
Nuldelijnszorg
B
Eerstelijnzorg
C
Tweedelijnszorg
D
Derdelijnszorg

Slide 7 - Quizvraag

Waar staat AGZ voor?

Slide 8 - Open vraag

Hoe heet de zorg die wordt gegeven terwijl een persoon in zijn eigen woonomgeving verblijft?
A
Extramurale zorg
B
Intramurale zorg

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor ketenzorg?

Slide 10 - Open vraag

Wat is de functie van
een paramedici?

Slide 11 - Open vraag

Wat is een voorbeeld van een paramedisch beroep?
A
Logopedist
B
Diëtist
C
Ergotherapeut
D
Fysiotherapeut

Slide 12 - Quizvraag

Waar staat de Wet BIG voor?

Slide 13 - Open vraag

Wat is het verschil tussen
de Wet BIG en
het kwaliteitsregister paramedici?
A
register is gratis
B
register is verplicht
C
register is vrijwillig

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de poortwachtersfunctie?

Slide 15 - Open vraag

Een arts die is gespecialiseerd op éen vakgebied noemen we een ...
A
cardioloog
B
medisch specialist
C
chirurg
D
medicus

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een psycholoog en psychiater?

Slide 17 - Open vraag

Een revalidatiearts werkt vaak samen met een ...
A
psycholoog
B
ergotherapeut
C
fysiotherapeut

Slide 18 - Quizvraag

Tegel Expert College
Sociale kaart en maatschappelijke steunsystemen

Hoofdstukken:
- Sociale kaart
- Maatschappelijke steunsystemen

Slide 19 - Tekstslide

Sociale kaart
- Website van de gemeente vóór de burgers.
- Overzicht van allerlei organisaties die zich bezighouden met welzijn, gezondheidszorg en maatschappelijk werk.

Slide 20 - Tekstslide

Sociale domein
- Alle inzet die een gemeente verricht rondom de zorg, het werk en de jeugd.
- Bijvoorbeeld: leerplicht, burgers met schulden  en passend onderwijs.
- Veel verschillende instellingen en organisaties aangesloten.

Slide 21 - Tekstslide

 Drie niveaus

- Eerstelijnshulp (extramuraal): maatschappelijk werkers en/of de huisarts
- Tweedelijnshulp (semimuraal):  dagbesteding voor geestelijk gehandicapten of dementerende ouderen.
- Derdelijnshulp (intramuraal):  geestelijke gezondheidszorg (GGZ) of verslavingsklinieken.

Slide 22 - Tekstslide

Verschillende wetten samen

- Participatiewet: een wet voor werk en inkomen;
- Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo): een wet voor de zorg;
- Jeugdwet: een wet voor de jeugdzorg;
- Wet langdurige zorg (Wlz): een wet voor de zware en intensieve zorg.

Slide 23 - Tekstslide

Verschillende wetten samen
- beroep op zelfstandigheid en onafhankelijkheid
- Voorheen  een verzorgingsstaat, wat betekent dat de (staat verantwoordelijkheid voor welzijn burger)
 - Nu bij burgers gelegd:  eigen problemen (deels) oplossen (met hulp uit eigen omgeving)  onnodig) de hulp van de gemeente voor moeten inschakelen. Dit zorgt ervoor dat de aandacht van gemeentemedewerkers kan worden gericht op een veel kleinere groep mensen, bij wie de zelfredzaamheid minder of niet aanwezig is.
Naast het verleggen van de aandacht van de gemeentemedewerkers, speelt ook geld een rol. De overheid en de gemeente hopen kosten te kunnen besparen door de verantwoordelijkheid bij de burgers zelf te leggen.

Slide 24 - Tekstslide

Verschillende wetten samen
- Sociale Kaart = hulpmiddel. 
- Op website zelf oplossingen 
- Gemeentemedewerkers kunnen zich richten op kleinere groep mensen, bij wie de zelfredzaamheid minder of niet aanwezig is.


Slide 25 - Tekstslide

Regelhulp
- Landelijk = de Regelhulp. 
- Informatie van overheid over de wet- en regelgeving rondom zorg en ondersteuning. 
- Sociale kaart = gemeente
- burger in contact met de lokale zorg wat direct aansluit op de specifieke zorgvraag van de burger.

Slide 26 - Tekstslide

Sociale kaart
- Eigen specifieke Sociale Kaart website.
- Informatie over vrijwilligersorganisaties, buurtverenigingen, activiteiten in de wijk, specialistische instellingen. 
- Uitgebreide omschrijving van allerlei instanties, gemeentelijke activiteiten en diensten.

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht
Bij wie kunnen de burgers aankloppen en wat doet de instelling/organisatie voor de burger?

Ga naar: 
https://www.digitale-sociale-kaart.nl/den helder

Verwerk dit in een PowerPoint.


Slide 28 - Tekstslide

Opdracht
- Groep 1 werkt de eerstelijns hulp uit (MW en huisartsen)
- Groep 2 werkt de tweedelijns hulp uit (dagbesteding voor mensen met een beperking / dementie)
- Groep 3 werkt de derdelijns hulp uit (Geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg)

Verwerk dit in een PowerPoint.


Slide 29 - Tekstslide