#241 NN H5 2KBL Schrijven Kennisquiz zakelijke brief/e-mail

SOCIALISEREN
Je legt je leesboek en je laptop (dicht) klaar.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1-4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

SOCIALISEREN
Je legt je leesboek en je laptop (dicht) klaar.

Slide 1 - Tekstslide

5 min. lezen

Slide 2 - Tekstslide

Programma les
*Je krijgt uitleg over beleefde e-mail schrijven;
*kennisquiz;
*zelfstandig werken aan opdrachten.

Slide 3 - Tekstslide

 H. 5 Schrijven klas 2


Zakelijke /beleefde e-mail schrijven
Lesdoel:

Slide 4 - Tekstslide

Waar denk je aan bij een
zakelijke brief/e-mail?

Slide 5 - Woordweb

Uitleg fragment
Hoe schrijf je een beleefde e-mail ?

Slide 6 - Tekstslide

Zakelijke (beleefde) brief / e-mail

Kennisquiz

Slide 7 - Tekstslide

Wie is de geadresseerde?
A
Degene aan wie je de brief of e-mail schrijft.
B
Degene die de brief of e-mail schrijft.

Slide 8 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze voor de plaats en de datum in een zakelijke e-mail
A
Amsterdam 2 maart 2020
B
Amsterdam, 2 Maart 2020
C
Amsterdam, 2 maart 2020
D
Amsterdam, 2-3-2020

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste aanhef als je de geadresseerde niet kent
A
Geachte heer mevrouw,
B
Geachte heren en mevrouwen
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte heer/mevrouw,

Slide 10 - Quizvraag

De eerste zin van de brief begint met een hoofdletter.
A
Niet waar, de aanhef eindigt met een komma en daarna krijg je nooit een hoofdletter.
B
Waar. In de zakelijke brief begint de eerste zin toch met een hoofdletter.
C
Soms, je schrijft een hoofdletter als je er zin in hebt.

Slide 11 - Quizvraag

In de tekst van een zakelijke (beleefde) brief gebruik je geen alinea’s.
A
Waar: je schrijft alles achter elkaar zonder witregels.
B
Niet waar: je gebruikt 3 alinea’s: inleiding , kern en een afsluiting.
C
Niet waar: je gebruikt 2 alinea's: inleiding en kern

Slide 12 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze voor de slotformule (meer antwoorden mogelijk)
A
Met Vriendelijke Groet,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet
D
Met vriendelijke groeten,

Slide 13 - Quizvraag

In een zakelijke (beleefde) e-mail gebruik je formele taal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Kies het juiste adres:
A
Esdal College Postbus 10 7811 CA EMMEN
B
Esdal College Postbus 10 7811 CA Emmen

Slide 15 - Quizvraag

Kies de juiste slotgroet:
A
Met vriendelijke groet Naam Achternaam
B
Met vriendelijke groet, Naam
C
Met vriendelijke groet, Naam Achternaam
D
Met vriendelijke groet, Naam Achternaam

Slide 16 - Quizvraag

Voorbeeld:
Geachte mevrouw Westerhof,


Ik stuur u deze mail omdat ik de griep heb. 

Ik vind het erg vervelend dat ik vandaag niet bij u les aanwezig kan zijn. Kunt u mij vertellen wat voor gevolgen dit voor mij heeft?

Ik hoop op uw begrip en ik hoop van u te horen. 


Met vriendelijke groet,

De leerling

Slide 17 - Tekstslide

Samenvatting
  • typ een net onderwerp
  • typ een correcte aanhef en denk aan de komma
  • in de eerste alinea beschrijf je waarom je de email hebt gestuurd (aanleiding)
  • in de tweede alinea geef je meer informatie over jou onderwerp
  • formuleer een nette slotgroet en denk aan de komma
  • onder de slotgroet typ je jou naam en achternaam

Slide 18 - Tekstslide

Wat ga je doen?

Je maakt de les schrijven van H5 over een beleefde/zakelijke e-mail.
Via som/leermiddelen/ Nederlands/ H5/ schrijven (blauw).

Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig werken
som/leermiddelen/Nederlands/ h5/ schrijven (blauw)

Je maakt: Startopdracht;
Opdracht 1;
Opdracht 2 (lees de opdracht en de tekst goed).

Slide 20 - Tekstslide

Vrijdag 3 juni a.s. inhaal:
Woordenschat toets #243 (Dane en Chellino)

Presentatie leesboek #232 (Mauro, Devisha, Lauren, Jessie, Jocelyn, Evi)

Slide 21 - Tekstslide