Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Beta
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
A2 5.14 De toekomstige tijd
TaalCompleet A2
5.14 Ik ga koken -
Ik kook morgen
De toekomst
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
ISK
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
TaalCompleet A2
5.14 Ik ga koken -
Ik kook morgen
De toekomst
Slide 1 - Tekstslide
Aan het eind van de les:
kun je zinnen over de toekomst maken.
Slide 2 - Tekstslide
Wat ga je in de vakantie doen?
Slide 3 - Tekstslide
Toekomst: ja of nee?
1. Ik kook morgen een pan soep.
2. Wij gingen vorige week naar het zwembad
3. Hij vertrekt volgende week naar Italië.
4. Wij willen straks wat eten.
5. Fatima leest een boek.
6. We gaan een nieuwe broek kopen.
7. We reden in het donker naar huis.
Slide 4 - Tekstslide
Hoe weet je dat deze zinnen over de toekomst gaan?
Ik kook
morgen
een pan soep.
Hij vertrekt
volgende week
naar Italië.
Wij willen
straks
wat eten.
Slide 5 - Tekstslide
Hoe weet je dat deze zinnen over de toekomst gaan?
Ik zal naar de supermarkt lopen.
Hij zal naar België gaan.
Wij zullen samen eten.
Slide 6 - Tekstslide
Hoe weet je dat deze zinnen over de toekomst gaan?
Ik
zal
naar de supermarkt lopen.
Hij
zal
naar België gaan.
Wij
zullen
samen eten.
Slide 7 - Tekstslide
Gaat de zin over
vroeger, nu of de toekomst?
Slide 8 - Tekstslide
Hoe weet je dat deze zinnen over de toekomst gaan?
Ik
ga
soep koken.
Hij
gaat
zwemmen.
Wij
gaan
samen iets drinken.
Slide 9 - Tekstslide
We hebben dinsdag een afspraak met de tandarts.
A
vroeger
B
nu
C
de toekomst
Slide 10 - Quizvraag
Ik was heel ziek.
A
vroeger
B
nu
C
de toekomst
Slide 11 - Quizvraag
Ik ben weer beter.
A
vroeger
B
nu
C
de toekomst
Slide 12 - Quizvraag
Ik ga fietsen.
A
vroeger
B
nu
C
de toekomst
Slide 13 - Quizvraag
Video 5.14
https://leren.kleurrijker.nl/mod/quiz/attempt.php?attempt=117859788&cmid=9602
Slide 14 - Tekstslide
Maak een zin in de toekomstige tijd Gebruik het woord: zwemmen
Slide 15 - Open vraag
Maak een zin in de toekomstige tijd met het woord: koken
Slide 16 - Open vraag
Maak een zin in de toekomstige tijd met het woord: schilderij
Slide 17 - Open vraag
Groep 1
Wat ga je in de vakantie doen? Schrijf 4 zinnen.
Maak gebruik van het werkwoord 'gaan' en een tijd (morgen, volgende week, in juli)
Groep 2
Wat ga je in de vakantie doen?
Maak gebruik van het werkwoord 'gaan'.
Maak 3 zinnen:
Ik ga volgende week.....
In augustus gaan wij...
In de zomer ga ga ik....
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
A2 5.14 De toekomstige tijd
March 2025
- Les met
28 slides
NT2
ISK
A2 5.14 De toekomstige tijd
March 2025
- Les met
41 slides
NT2
ISK
Wi-2 A2 TC 5.14 en herh Th 5
July 2023
- Les met
37 slides
NT2
MBO
Studiejaar 2
ABR7 25.11.2024
November 2024
- Les met
17 slides
Anders
MBO
Studiejaar 1
ABR7 26.11.2024
November 2024
- Les met
39 slides
Anders
MBO
Studiejaar 1
A2 5.13 Het weekend
January 2023
- Les met
39 slides
NT2 Inburgering/alfabetisering volwasseneducatie
Beroepsopleiding
A2 5.13 Het weekend
July 2023
- Les met
12 slides
NT2 Inburgering/alfabetisering volwasseneducatie
Beroepsopleiding
ABR6 17.06.2024
June 2024
- Les met
13 slides