B2: Bestuiving

kelkblad
stamper
meeldraad
kroonblad
1 / 22
volgende
Slide 1: Sleepvraag
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

kelkblad
stamper
meeldraad
kroonblad

Slide 1 - Sleepvraag

Meeldraad en stamper zijn de .................... van de plant
A
Ademhalingsorganen
B
Voortplantingsorganen
C
Transportorganen
D
Verteringsorganen

Slide 2 - Quizvraag

De meeldraad is het ............... voortplantingsorgaan
A
mannelijk
B
vrouwelijk

Slide 3 - Quizvraag

De stamper is het ............... voortplantingsorgaan
A
mannelijk
B
vrouwelijk

Slide 4 - Quizvraag

Waarom zijn de meeste bloemen fel gekleurd?

Slide 5 - Open vraag

En waarom zijn sommige bloemen dat niet?

Slide 6 - Open vraag

B2: Bestuiving


Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat bestuiving is
  • Je kunt het verschil benoemen tussen kruisbestuiving en zelfbestuiving
  • Je kunt de kenmerken noemen van insectenbloemen en windbloemen

Slide 7 - Tekstslide

B2: Bestuiving

  • Bij het verzamelen van nectar raakt een bij bedekt met stuifmeel
  • De bij neemt het stuifmeel mee naar de volgende bloem
  • Het stuifmeel komt dan op de stamper terecht
  • Dit noemen we bestuiving

Slide 8 - Tekstslide

B2: Bestuiving

  • Bijen verzamelen nectar en maken er honing van voor hun jongen (larven)
  • Ook vlinders, kolibries en vleermuizen leven van nectar en dragen bij aan de bestuiving 

Slide 9 - Tekstslide

B2: Bestuiving

  • Het stuifmeel moet wel op de stamper van dezelfde plantensoort terechtkomen  

Slide 10 - Tekstslide

B2: Bestuiving

  • Zelfbestuiving: Stuifmeel komt op stamper van bloem van dezelfde plant
  • Kruisbestuiving: Stuifmeel komt op stamper van bloem van andere plant 

Slide 11 - Tekstslide

B2: Bestuiving

Insectenbloemen
  • Insecten zorgen voor bestuiving
  • Grote, opvallend gekleurde bladeren
  • Stuifmeel is ruw en kleverig zodat het goed blijft plakken
  • Maken relatief weinig stuifmeel
  • Veel insecten bestuiven bloemen van 1 soort

Slide 12 - Tekstslide

B2: Bestuiving

Windbloemen
  • Wind zorgt voor bestuiving
  • Kleine en onopvallende bloemen
  • Stuifmeel komt per toeval op stempel andere bloem terecht
  • Veel licht en glad stuifmeel
  • Stempels zijn groot en veervormig

Slide 13 - Tekstslide

B2: Bestuiving

Windbloemen
  • Wind zorgt voor bestuiving
  • Kleine en onopvallende bloemen
  • Stuifmeel komt per toeval op stempel andere bloem terecht
  • Veel licht en glad stuifmeel
  • Stempels zijn groot en veervormig

Slide 14 - Tekstslide

De bij neemt stuifmeel mee naar de volgende bloem. Het komt dan op de............ terecht
A
Meeldraad
B
Kroonbladeren
C
Stamper
D
Kelkbladeren

Slide 15 - Quizvraag

Het stuifmeel van een madeliefje komt op de stamper van een boterbloem. Is dit bestuiving?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Welke dieren dragen ook bij aan bestuiving, naast bijen?

Slide 17 - Open vraag

Kruisbestuiving: stuifmeel komt op stamper van dezelfde plant
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Noem drie kenmerken van insectenbloemen

Slide 19 - Open vraag

Noem drie kenmerken van windbloemen

Slide 20 - Open vraag

Noem 3 dingen die je deze les hebt geleerd

Slide 21 - Open vraag

B2: Bestuiving

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat bestuiving is
  • Je kunt het verschil benoemen tussen kruisbestuiving en zelfbestuiving
  • Je kunt de kenmerken noemen van insectenbloemen en windbloemen
Opdrachten: 
  • Basis 1, 3, 4, 5, 7, 8
  • Ondersteunend: 2, 6
  • Verdiepend: 9, 10
  • Practicum 4: Hooikoorts

Slide 22 - Tekstslide