Grammatica hoofdstuk 1 (les 1 en 2)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek
  • je leesboek
  • je schrift
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek
  • je leesboek
  • je schrift

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Lezen / afsluiten 1.5
  • Leerdoelen grammatica 1.7
  • Herhalen wg en ng
  • Werkmoment
  • Herhalen hoofdzin/bijzin
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les

Slide 2 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Quiz
Weet je het nog?

Theorie woorden 1.5

Slide 4 - Tekstslide

Piratenboot
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 5 - Quizvraag

leefbaar
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 6 - Quizvraag

onweer
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 7 - Quizvraag

autoband
A
samenstelling
B
afleiding

Slide 8 - Quizvraag

Leerdoelen 1.7 Grammatica
Na deze paragraaf:
  • kun je de zinsdelen pv, o, wg, ng, lv, mw en bwb benoemen via de vaste volgorde;
  • weet je wat een hoofdzin en een bijzin is;
  • weet je wat een enkelvoudige en een samengestelde zin is.

Slide 9 - Tekstslide

Gezegde

Slide 10 - Tekstslide

Naamwoordelijk gezegde
1

  • kww
  • zwabbels + hdv


Vb: De nieuwe directeur is aardig.
De nieuwe directeur rijdt op een racefiets.
Werkwoordelijk deel
+
Naamwoordelijk deel
  • een zn of bn 
  • zegt iets over het o
  • wat iets/iemand is

Slide 11 - Tekstslide

Instructie
  • Werk alleen, maak de opdrachten in je boek.
  • Je kijkt zelf na: studiewijzer op Magister.
  • Weet je iets niet? 
  1. Lees de theorie: stappenplan pagina p. 233.
  2. Overleg zachtjes met je buur.
  3. Vraag het mij.

Slide 12 - Tekstslide

Maken
Paragraaf 1.7

  • Maak opdracht 5, 6, 7, 8, 9 en 10.
  • Kijk zelf goed na.
  • Klaar? Lees je boek.

Slide 13 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Planning
  • Herhalen hoofdzin/bijzin
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les

Slide 15 - Tekstslide

Enkelvoudig en samengestelde zin (p.59)
De poes miauwt.
Ze heeft honger.

  • De poes miauwt, want ze heeft honger.

Heeft twee of meer persoonsvormen.

Slide 16 - Tekstslide

Voegwoord
Zinnen plak je aan elkaar met een voegwoord.

Timo voetbalt goed,|| want hij scoort elke wedstrijd.
Hij wordt als eerste gekozen, || omdat hij goed voetbalt.
Omdat hij speelt, || word ik niet gekozen.

ZET VOOR HET VOEGWOORD DE || OF NA DE KOMMA

Slide 17 - Tekstslide

Samengestelde zin (p. 58)
De delen van de samengestelde zin hebben een naam.

Hoofdzin: 
  • onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar
  • er kan geen ander woord tussen
Bijzin:
  • onderwerp en persoonsvorm staan niet naast elkaar
  • OF er kan het woordje 'niet' tussen

Slide 18 - Tekstslide

Hoofdzin bijzin
Timo voetbalt goed,|| want hij scoort elke wedstrijd.

Hij wordt als eerste gekozen, || omdat hij goed voetbalt.

Omdat hij speelt, || word ik niet gekozen.



Slide 19 - Tekstslide

Samengestelde zin (p.58/59)
Samengestelde zin => 2 persoonsvormen (of meer).



Hoofdzin:
* o en pv naast elkaar
* er kan niets tussen


Bijzin:
* o en pv niet naast elkaar
* OF er kan 'niet' tussen

Slide 20 - Tekstslide

Volgorde samengestelde zin
Er is altijd minimaal 1 hoofdzin.

hoofdzin - || voegwoord - hoofdzin
hoofdzin - || voegwoord - bijzin
voegwoord - bijzin, || - hoofdzin
 
ZET VOOR HET VOEGWOORD DE || OF NA DE KOMMA
Voegwoord niet benoemen

Slide 21 - Tekstslide

Instructie
  • Werk alleen, maak de opdrachten in je boek.
  • Je kijkt zelf na: studiewijzer op Magister.
  • Weet je iets niet? 
  1. Lees de theorie: stappenplan pagina p. 233.
  2. Overleg zachtjes met je buur.
  3. Vraag het mij.

Slide 22 - Tekstslide

Maken
Paragraaf 1.7

  • Ga verder met opdracht 5 tot en met 10.
  • Maak ook opdracht 11 en 12.
  • Kijk zelf goed na.
  • Klaar? Laat zien!

Slide 23 - Tekstslide

Afsluiting
  • Huiswerk volgende les staat in Magister.
  • Neem je je leesboek weer mee?

Slide 24 - Tekstslide

Vaste volgorde p. 233
1. Onderstreep de pv => tijdproef
2. Zet zinsdeelstrepen => zinsdeelproef
3. Benoem wg of ng
4. Benoem o: wie/wat + gezegde?
5. Benoem lv: wie/wat + gezegde + onderwerp?
6. Benoem mv: aan/voor wie/wat + gezegde + o + lv?
7. Benoem bwb: zinsdelen die overblijven (meestal)

Slide 25 - Tekstslide