Les 4 - Rijm en metrum

Startopdracht (twee minuten):
Vertel in één zin hoe je weekend was. Stop een alliteratie of assonantie (of voor de echte helden: allebei!) in je zin.
1 / 19
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht (twee minuten):
Vertel in één zin hoe je weekend was. Stop een alliteratie of assonantie (of voor de echte helden: allebei!) in je zin.

Slide 1 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Poëzie les 4
- Herhalen huiswerktheorie in vijf vragen
- Bespreken gedicht Tjitske Jansen
- Zelfstandig werken: opdrachten bij gedicht maken of lezen voor boekverslag of theorie voor volgende les leren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VIJF VRAGEN OVER HET HUISWERK

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de term voor het afbreken van een zin op een plaats waar in de zin juist géén pauze valt?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je deze soort eindrijm?
"Weet je wat ik heb gekregen?
Rode laarsjes voor de regen!
't Is toch niet waar, zei de giraf
Dikkertje, Dikkertje, Dikkertje, Dikkertje ik sta paf."
A
gepaard rijm
B
gekruist rijm
C
omarmend rijm
D
gebroken rijm

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je deze soort eindrijm?
"Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten,
En zit in 't binnenst van mijn ziel ten troon
Over mij zelf en 't al, naar rijksgeboôn
Van eigen strijd en zege, uit eigen krachten."
A
gepaard rijm
B
gekruist rijm
C
omarmend rijm
D
gebroken rijm

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je deze soort eindrijm?
"Met opgetrokken schouders, toegeknepen ogen,
haast dravend en vaak hakend in de mat,
lelijk en onbeholpen aan zusters arm gebogen,
gaat elke week de idioot naar 't bad."
A
gepaard rijm
B
gekruist rijm
C
omarmend rijm
D
gebroken rijm

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke term past bij deze strofe van Herman Gorter?
"O ja, ik hou van je,
ik hou zo vrees’lijk van je,
ik wou het helemaal zeggen –
Maar ik kan het toch niet zeggen."
A
epenthesis
B
elisie
C
alliteratie
D
aanstelleritis

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gedicht van de les:
Tjitske Jansen - 'De idioot op het dak' 

(Ik laat het je horen in een filmpje, voor wie liever meeleest
 zet ik de tekst op het bord)*

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor gevoelens roept dit gedicht op?

Slide 11 - Woordweb

Suggesties:
- plaatsvervangende schaamte
- medelijden
Hoe grappig vind je dit gedicht?
0100

Slide 12 - Poll

Waarom is het wel of niet grappig?
Hoeveel spanning zit er in dit gedicht?
0100

Slide 13 - Poll

Wat maakt dat er spanning in zit?
Wat valt je op aan de vorm van het gedicht?
(Ik zoek geen 'juist' antwoord, ben gewoon benieuwd naar wat je opvalt.)

Slide 14 - Open vraag

Mogelijke zaken om te bespreken:
- geen rijm
- meer een verhaaltje dan een gedicht?
- veel herhalingen
- veel enjambementen maar in de voordracht leest ze daaroverheen
- veel zinnen die beginnen met 'ik' 
STIJLFIGUREN
REPETITIO herhalen van woorden of woordgroepen 
Steeds als ik denk: nu laat ik de bel los, laat ik de bel niet los. Hij doet nog steeds
niet open. Ik zoek waar ik beginnen kan met op het dak te klimmen. Een paar
daken van zijn dak vandaan is een begin. Ik begin met op het dak te klimmen.
Als ik drie daken heb gehad, ik ben er bijna.

PARALLELLISME: de structuur  van een zin wordt herhaald
Er was een jongen die de Domtoren op zijn arm had laten tatoeëren, een jongen
die Chris heette, een jongen die later weer in Groningen ging wonen,
er was een jongen die het woord wist voor de geur die hertenwijfjes afscheiden.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leuk en aardig, die herhalingen, maar...wat is het effect ervan?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BONUSVRAAG Een beroemd gedicht van M. Vasalis heet "De idioot in het bad" (1940) en Ingmar Heytze, de dichter uit de vorige les, heeft een gedicht met de titel "De idioot in het wak" geschreven. Het gedicht van Tjitske Jansen heet "De idioot op het dak". Welke term kun je hierop loslaten?
A
plagiaat
B
woordgrap
C
intertekstualiteit
D
satire

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

NU DOEN
Keuze:
1. Werk de vragen en opdrachten bij dit gedicht uit (reader blz. 20). Voor je portfolio werk je de opdrachten bij één van de vier gedichten op blz. 20-29 uit; als de opdrachten bij dit gedicht je aanspreken, kun je kiezen voor dit gedicht. Je kunt ook wachten op een ander gedicht in de lessenreeks.
2. Lees in je boek of werk aan je boekverslag (deadline boekverslag: 21 mei)
3. Doe je leerwerk voor de volgende les: leer de termen V Beeldspraak.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HUISWERK
- Leer de termen V Beeldspraak
- Kwam je er bij de vragen aan het begin van de les achter dat je de theorie III Rijm en IV Metrum nog niet beheerst? Leer die nogmaals.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies