5.1 Er komen andere tijden

5. Nederland na de oorlog
5.3 Er komen andere tijden
5. Nederland na de oorlog
5.1 Er komen andere tijden
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

5. Nederland na de oorlog
5.3 Er komen andere tijden
5. Nederland na de oorlog
5.1 Er komen andere tijden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
(1) Hoe ontwikkelde de Nederlandse economie zich na 1945 waardoor de verzorgingsstaat ontstond?

(2) Hoe veranderden de Nederlandse opvattingen?

(3) Hoe werd de pluriformiteit in de samenleving vergroot?

Slide 2 - Tekstslide

De kubuswoningen, Rotterdam 1982
De Tuitgevel, Amsterdam 1620
Wat zie je en waardoor is er zo'n enorm verschil?

Slide 3 - Tekstslide

5 mei 1945:

  • aantal totaal verwoeste en onherstelbare beschadigde, nog niet herbouwde woningen: 86.000

  • Aantal zwaar beschadigde, nog niet herstelde woningen: 42.000

  • Aantal licht beschadigde, nog niet herstelde woningen: 356.000

Slide 4 - Tekstslide

Hoe ontwikkelde de Nederlandse economie zich na 1945 waardoor de verzorgingsstaat ontstond?
snelle wederopbouw
modernisering
Marshallhulp
geleide loonprijspolitiek
+
+
+
  • Nederland wordt een verzorgingsstaat
  • "een land waarin de overheid zorgt voor mensen die minder goed voor zichzelf kunnen zorgen"
  1. Uitkeringen betaald uit belasting (AOW)
  2. Werknemerspremie
  • solidariteit
  • = saamhorigheidsgevoel
Economische hulp van Amerika om Europa na WOII weer opnieuw op te bouwen.
Afspraken tussen werknemers-werkgevers-overheid. (afspraken over lage lonen en prijzen = goedkope productie & handel met buitenland)
Industrie werd uitgebreid
Voorbeeld

Slide 5 - Tekstslide

De overheid, werknemers en [.......(a).......] besloten samen te werken en Nederland weer op te bouwen. In ruil voor werk en goede voorzieningen waren de werknemers bereid zuinig te leven en hard te werken. Deze wijze van samenwerking werd toen [......(b)......] -model genoemd. Een voorbeeld van deze samenwerking is de [.......(c).......]politiek
➤Sleep drie begrippen naar de juiste plek in de tekst.
geleide loon
katholieken
socialisten
liberalen
schaal
polder
werkgevers
kerk
harmonie
herstel

Slide 6 - Sleepvraag

Hoe veranderden de Nederlandse opvattingen?
Televisie en radio
-> Gevolg:
opvattingen van mensen gingen veranderen
  • Ontzuiling
  • Ontkerkelijking
Men leefde in verschillende 'groepen' (verzuiling)
  • Individualisering
  • meer nadenken over het  eigen moraal
Men ging minder naar de Kerk toe

Slide 7 - Tekstslide

Hoe werd de pluriformiteit in de samenleving vergroot?
Pluriforme samenleving = een samenleving waarin verschillende groepen mensen met elkaar samen leven
  • Seksuele revolutie
  • veranderende man-vrouw verhouding
  • Jongerenculturen
  • Anticonceptie

Slide 8 - Tekstslide

Samenvattend
5.1 Er komen andere tijden
Hoe kan het dat Nederland na de Tweede Wereldoorlog gegroeid is naar een verzorgingsstaat?

Na de Tweede Wereldoorlog groeit de Nederlandse economie door:
  • Het Marshallplan
  • Een geleide loon- en prijspolitiek
Mensen leven zuinig, er moet hard worden gewerkt 
Gevolgen: meer welvaart en de opbouw van een verzorgingsstaat.

Willem Drees voert sociale wetten die zorgen voor een sociale zekerheid (alle regels en wetten bij elkaar die het welzijn van mensen regelen)
Voorbeelden zijn: de AOW, WW, WAO en de bijstandsuitkering.

Onderscheid:
  • Sociale voorzieningen: worden betaald uit belastinginkomsten.
  • Sociale verzekeringen: zelf premie betalen om er recht op te hebben.





Je kan 2 oorzaken noemen voor de groei van de Nederlandse economie
1
Je kan 2 gevolgen noemen van de ontwikkeling tot verzorgingsstaat die we vandaag de dag nog kennen
2
De overheid bepaalt met werkgevers en vakbonden de lonen en de prijzen.
Staat die zorgt voor de sociaal zwakkeren.
Het geheel van sociale verzekeringen en sociale voorzieningen

Slide 9 - Tekstslide

Nederland na de oorlog ZELFTEST

5.1 Er komen andere tijden

Slide 10 - Tekstslide

V1 Koppel de omschrijving aan het juiste begrip.
Gedoogsteun
Ontkerkelijking
Pluriforme samenleving
Seksuele revolutie
Veelvormige samenleving met allerlei soorten mensen
Als mensen zich losmaken van hun kerk
Steun die een partij die niet in de regering zit aan het kabinet geeft.
Verandering vanaf de jaren 1960 waarbij mensen vrijer omgingen met seks.

Slide 11 - Sleepvraag

V2 Welk begrip past het best bij de bron?
A
Individualisering
B
Ontkerkelijking
C
Seksuele revolutie

Slide 12 - Quizvraag

V3 Wat zou een verklaring kunnen zijn voor deze verandering?
A
Vanaf de jaren '50 is de welvaart veel gestegen
B
Wegens de seksuele revolutie wil men steeds nieuwe dingen proberen
C
Vanaf de jaren '50 is de stress enorm gestegen

Slide 13 - Quizvraag

V4 Welke ontwikkeling past bij de bron?
A
Mensen gingen om met mensen buiten de eigen zuil.
B
Minder mensen gingen naar de kerk.
C
De seksuele moraal veranderde.
D
De verhouding tussen mannen en vrouwen veranderde.

Slide 14 - Quizvraag

V5. Uit welke zin wordt duidelijk dat dit lied niet past bij de mentaliteit
van de protestgeneratie?
A
'Allemaal uit de hand loopt'
B
'Want je voelt ut begin van wanhoop'
C
'En je vermijdt zo ut ware leven'
D
'Doe maar net alsof je neus bloedt'

Slide 15 - Quizvraag

V6 Welke conclusie kun je trekken over de naoorlogse landbouw aan de hand van de bron?
A
Het aantal boerenbedrijven nam af, de productie nam af.
B
Het aantal boerenbedrijven nam af, de productie nam toe.
C
Het aantal boerenbedrijven nam toe, de productie nam af.
D
Het aantal boerenbedrijven nam toe, de productie nam toe.

Slide 16 - Quizvraag

V7A, waarom past de bron bij de mentaliteit van Nederlanders in de tijd van de wederopbouw?
A
Tijdens evenementen (voorjaarsbeurs) werden mensen geïndoctrineerd
B
De Nederlanders benijden de Amerikanen
C
Mensen leefden zuinig en werkten hard

Slide 17 - Quizvraag

V7B, met welk bronelement kun je je antwoord onderbouwen?
Schrijf de letterlijke zin op.

Slide 18 - Open vraag

V8. Bij welke omschrijving past de foto het beste?
A
Marshallhulp
B
Modernisering van de industrie
C
Modernisering van de landbouw
D
Toegenomen welvaart

Slide 19 - Quizvraag