basiszorg bbl

basiszorg temperatuur en decubitus

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BasiszorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

basiszorg temperatuur en decubitus

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Decubitus

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Risicoplekken decubitus

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Decubitus 
drukplekken kunnen leiden tot decubituswonden
decubitus = plaatselijke schade van de huid (doorliggen)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedcomplicaties
  • Decubitus 
  • Longontsteking (pneumonie)
  • Trombose
  • Contracturen/spieratrofie
  • Uitscheidingsproblemen
  • Smetten (intertrigo)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedrust complicaties 



Decubitus

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Problemen beschreven over decubitus. 
1. Onbekendheid met decubitus bij de zorgvrager
2. Onvoldoende mobiliteit
3. Huidproblemen door incontinentie
4. Verminderde voedingstoestand
5. Druk en of zchuifkrachten
6. Pijnklachten

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

complicaties door onvoldoende lichaamsbeweging 
  • decubitus wat is het, hoe ontstaat het? 
  • decubitus wat zijn bedreigde plaatsen?  hoe kun je het voorkomen? (o.a. hulpmiddelen).
  • contracturen + osteoporose
  • trombose
  • longontsteking
  • obstipatie  + smetten 
  • blaasontsteking  

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulpmiddelen bij decubitus preventie

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fases decubitus 
Categorie 1: niet weg te drukken roodheid 
Categorie 2: blaarvorming en ontvelling 
Categorie 3: oppervlakkige decubituswond
Categorie 4:diepede decubituswond (weefselschade_

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Categorie 1: Niet- wegdrukbate roodheid bij intacte huid

Slide 23 - Tekstslide

Er is sprake van niet-wegdrukbare roodheid bij een intacte huid, meestal ter hoogte van een botuitsteeksel.
Er kan sprake zijn van een verkleuring van de huid, warmte, oedeem, verharding en/of pijn. Een donker gekleurde huid vertoont mogelijk geen zichtbare verkleuring.
De zorgvrager kan in dit stadium aangeven dat de plek stijf aanvoelt, of warm of juist koud is.
Als je decubitus categorie I ontdekt, schakel je een arts of decubitusverpleegkundige en/of een wondverpleegkundige in.
Categorie 2: Verlies van een deel van de huidlaag of blaar

Slide 24 - Tekstslide

Categorie II: verlies van een deel van de huidlaag of blaar
Als decubitus niet tijdig wordt herkend en er geen passende maatregelen worden genomen, dan ontwikkelt decubitus categorie I zich vrijwel altijd tot categorie II, maar categorie II hoeft niet altijd een wond te zijn. Vooral zorgvragers met neurologische aandoeningen en zorgvragers met een verminderd bewustzijn (bijvoorbeeld door dementie) lopen hierop meer risico omdat ze de eerste symptomen niet voelen of herkennen. Ook zorgvragers met een donkere huid ontwikkelen snel decubitus categorie II.
Categorie 3: Verlies van een volledige huidlaag

Slide 25 - Tekstslide

Categorie III wordt door het decubitus-classificatiesysteem gedefinieerd als verlies van de volledige huidlaag. Subcutaan vet kan zichtbaar zijn, maar bot, pezen en spieren liggen niet bloot.
In de wond kan wondbeslag aanwezig zijn.
Afhankelijk van de locatie van de wond zie je subcutaan vet in de wond. Bij de neusbrug, het oor, het achterhoofd en de enkel is er geen subcutaan (vet)weefsel. Daar kan de wond oppervlakkig van diepte zijn. Andere gebieden met veel vetweefsel kunnen wel diepe wonden ontwikkelen.
Er kan sprake zijn van ondermijning of tunneling.
De zorgvrager heeft vaak veel pijn
Niet naar categorie in te delen/ongeclassificeerd: Verlies van een volledige huid- of weefsellaag. Diepte onbekend

Slide 26 - Tekstslide

Onder deze niet in te delen of ongeclassificeerde categorie vallen wonden waarbij een volledige huid- of weefsellaag verloren is gegaan. De wond wordt volledig gevuld door geel, geelbruin, grijs, groen of bruin wondbeslag. De wond kan ook necrotisch zijn en gevuld zijn met geelbruin, bruin of zwart wondbeslag.
Door het wondbeslag is de diepte van de wond moeilijk te bepalen. Daarom is het ook lastig om de wond te classificeren in een categorie. De wond kan pas ingedeeld worden in een categorie nadat het wondbeslag verwijderd is. 
Vermoedelijke diepe weefselbeschadiging. Diepte onbekend

Slide 27 - Tekstslide

In deze categorie is de huid intact. Maar je ziet wel een paarse of kastanjebruine verkleuring. Ook kun je een met bloed gevulde blaar zien. Deze plekken ontstaan doordat de onderliggende weefsels door druk- en schuifkrachten beschadigd zijn geraakt. Ondanks het redelijk onschuldige uiterlijk kan deze beschadiging al heel diep zitten. De huid kan op deze plek pijnlijk zijn of warmer of juist kouder aanvoelen dan de omliggende gezonde huid.