V4 Woche 15

Was weißt du noch?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Was weißt du noch?

Slide 1 - Tekstslide

Tijdens de les:
was weißt du noch? (10 Min.)
Lesetexte (35 Min.)

Slide 2 - Tekstslide

Lesetext 2

Slide 3 - Tekstslide

Vertaal!
  1. groot
  2. klein
  3. mooi
  4. aardig
  5. goed

Slide 4 - Tekstslide

  1. groß
  2. klein
  3. schön
  4. nett
  5. gut
groot
klein
mooi
aardig
goed

Slide 5 - Tekstslide

Tijdens de les:
Was weißt du noch? (10 Min.)
Trappen van vergelijking (15 Min.)
Machen: 9, 10 11 S. 155 (20 Min.)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

de overtreffende trap
In het Duits maak je de overtreffende trap door voor het woord (stellende trap) am te zetten en -sten achter het woord:

am kleinsten

Slide 10 - Tekstslide

Let op !:


Woorden die eindigen op -d, -t of -s klank (-s,-ss,-ß, z, sch) krijgen in de overtreffende trap: esten!:

stellende trap: spät
vergrotende trap: später
overtreffende trap: am spätesten

Slide 11 - Tekstslide

uitzonderingen zijn:

goed        gut         besser       am besten
veel           viel        mehr         am meisten
graag       gern      lieber         am liebsten
groot        groß      größer       am größten
hoog         hoch      höher      am höchsten

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

vergelijkingen van gelijke waarden
Vergelijkingen van iets of iemand met iets of iemand dat van gelijke waarde is, benoem je als volgt:
Das Auto von meinem Bruder und das Auto von mir sind gleich (even)groß.
of
Das Auto von meinem Bruder ist genauso (even/net zo)groß wie mein Auto.

Hier wordt het bijvoeglijk naamwoord in de basisvorm gebruikt.

Slide 16 - Tekstslide

Hast du genügend gelernt?

Slide 17 - Tekstslide

groen=
  • grün
  • grüner
  • am grünsten

goedkoop=
  • billig
  • billiger
  • am billigsten
Noteer in het Duits van beide woorden de stellende, vergrotende en overtreffende trap.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video