Literatuur Cursus 1 HV

Literatuur 
Cursus 1:
Literatuur en lezer
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Literatuur 
Cursus 1:
Literatuur en lezer

Slide 1 - Tekstslide


- Eenduidige teksten 
- Meerduidige teksten
- Open plekken
 Hoe ontstaan open plekken? 
- Gesloten einde
 - Open einde 
- Proza
 - Poëzie 
- Roman
- Novelle 
- Versregels
- Strofen 
- Fictie / non-fictie
- Spontane betekenisgeving
- Bewuste betekenisgeving

Slide 2 - Tekstslide

eenduidigheid
analyseren
gesloten einde
open plek
proza
versregels
autobiografie 
boekomslag
literaire tekst
zakelijke tekst
achterflap
meerduidigheid
informatieachterstand
niet afgerond verhaal
strofen
non-fictie
roman
thematiek
bewuste betekenisgeving

Slide 3 - Tekstslide

leesmotivatie
smaakontwikkeling
eenduidigheid
open plek
novelle
proza
versregels
fictie
spontane betekenisgeving
leesmotivatie
gender
meerduidigheid
informatieachterstand
open einde
roman
strofen
non-fictie
thematiek
waarheidseis

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een literaire en een zakelijke tekst?

Slide 5 - Open vraag

Hoe kan een open plek ontstaan?

Slide 6 - Open vraag

Literaire teksten zijn meerduidige teksten.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

'De aanslag' van Harry Mulisch is een voorbeeld van een eenduidige tekst.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Door open plekken in een boek is alles meteen lekker duidelijk.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Een boek met een duidelijk slot heeft een open einde.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Een gedicht bestaat uit groepjes versregels die samen een strofe heten.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

'Game of Thrones' is een voorbeeld van non-fictie.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

'Komt een vrouw bij de dokter' is een voorbeeld van fictie.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Als lezer stel je geen waarheidseis aan literaire teksten.
A
juist
B
niet juist

Slide 14 - Quizvraag

Een voorbeeld van proza is:
A
'Het Wilhelmus'
B
'Turks Fruit'
C
'Dikkertje Dap'

Slide 15 - Quizvraag

nu:
verder in je werkboek, 
op 1+2 cursus 1

Slide 16 - Tekstslide