HS 1 gram pv en zinsdelen

Wat weet je van grammatica zinsdelen?11
1 / 12
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat weet je van grammatica zinsdelen?11

Slide 1 - Open vraag

Welke twee manieren hebben we geleerd om de pv te vinden?

Slide 2 - Open vraag

De persoonsvorm is altijd een...
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de pv?
Ik vind wiskunde een moeilijk vak.

Slide 4 - Open vraag

Wat is de pv?
Wie heeft de voetbalwedstrijd gewonnen?

Slide 5 - Open vraag

Zinsdelen

- Je kunt een zin in stukjes verdelen. Dit zijn zinsdelen.

- Een zinsdeel kan bestaan uit één woord of uit een groepje woorden.

- Let op! Vóór de pv kan maar één zinsdeel staan!

Slide 6 - Tekstslide

Zo vind je de zinsdelen

Gebruik de zinsdeelproef:

- Verander een paar keer de volgorde van de zin.

- Wat je voor de pv kunt zetten, is een zinsdeel.

- De pv zelf is ook een zinsdeel!

Slide 7 - Tekstslide

Je geeft de zinsdelen aan door er streepjes tussen te zetten.


Jan / koopt / een boek.

Slide 8 - Tekstslide

Hussel de zin door elkaar.


Ik loop morgen naar school.

Morgen loop ik naar school.

Naar school loop ik morgen.

Slide 9 - Tekstslide

Zet de zin met streepjes tussen de zinsdelen:
Ik loop morgen naar school.

Slide 10 - Open vraag

Zet deze zin 2x in een andere volgorde; het mag geen vraagzin zijn.
Wij gaan volgende week naar het Rijksmuseum.

Slide 11 - Open vraag

Schrijf over en zet streepjes tussen de zinsdelen:
Mijn oma bakt vanavond een biefstuk.

Slide 12 - Open vraag